Voordelen als nadelen
Het antwoord van de WRR op de in de inleiding gestelde vraag is
genuanceerd: zo’n loskoppeling kent zowel voordelen als nadelen, waarbij
een belangrijk nadeel is dat de transitie naar een nieuw systeem kostbaar
is, internationale coördinatie vereist en wellicht tot verlies aan
vertrouwen in het betalingsverkeer leidt.
Geld en geldcreatie
Om de relatie tussen geld en schuld, en daarmee de rol van de banken in het
betalingsverkeer te begrijpen, dient eerst te worden omschreven wat met
geld en met geldcreatie wordt bedoeld. De WRR doet dit aan de hand van een
gestileerde bankbalans. Een alternatief, in lijn met de vroegere monetaire
analyse in ons land, is om een gesloten stelsel balansen van de gehele
volkshuishouding te bezien: zie b.v . Compaijen en Den Butter (1991,
Hoofdstuk 3). Geld en geldcreatie worden daarbij beschreven via de
tegenposten op de geconsolideerde balans van de gezamenlijke geldscheppende
instellingen (centrale bank, overheid en banken). Het geeft zicht op de
verschillenden bronnen van geldcreatie (of “oorzaken” zoals deze in de
monetaire analyse werden genoemd), namelijk liquiditeitscreatie ten behoeve
van de overheid – niet relevant wanneer er geen monetaire financiering van
overheidsschuld plaatsvindt – netto kredietverlening door banken en
liquiditeitstoevoer uit het buitenland. Deze buitenlandse bron van
geldcreatie blijft in het WRR-rapport buiten beeld. Ook bij een
gedragsmatige verklaring van verbanden uit de monetaire sfeer is
modellering via een gesloten stelsel balansen essentieel. Daarmee wordt op
consistente wijze gerekend met de geldende balansgelijkheden (Brainard en Tobin, 1968). Dit is indertijd gebeurd in het MORKMON-model van DNB, zodat de
verschillende bronnen van geldcreatie uit het gedrag van de onderscheiden
actoren in de economie kunnen worden verklaard (Den Butter, 1981). Ook al
is het monetaire beleid tegenwoordig deels ondergebracht bij de ECB en
hebben financiële transacties een hoge vlucht genomen, een dergelijk
modelleringsbeginsel is nog steeds actueel.
Monetair beleid
Het WRR rapport kijkt niet alleen naar de rol van banken bij de geldcreatie
en het betalingsverkeer, maar kijkt ook breder naar de schuldengroei en
naar wat er mis ging in de krediet- en schuldencrisis. Ook hier biedt een
balansconsistente modelering van de monetaire sfeer een handvat voor de
verklaring, namelijk via de confrontatie van de geldvraag en de
kredietvraag. De geldvraag is gerelateerd aan de (gewenste) omloopsnelheid
van het geld: niet zonder reden hebben twee voormalige presidenten van DNB
hun proefschrift over de omloopsnelheid van het geld geschreven. Een
discrepantie tussen kredietvraag en geldvraag kan tot spanningen op
geldmarkt en kapitaalmarkt leiden en werkt dan door op de rente en in de
reële sfeer. Naast beïnvloeding van de rente via de ECB kan monetair beleid
rantsoenering van de binnenlandse kredietvraag betekenen. In de tijd van
Holtrop ging dat nog via een directe kredietrestrictie, maar tegenwoordig
zijn er andere vormen, zoals aanscherping van de voorwaarden van
kredietverlening of fiscale prikkels. In ieder geval toont zo’n modelmatige
analyse dat geldaanbod en geldcreatie niet eenvoudigweg via centrale
bankgeld (monetaire basis) verloopt (zie ook Borio, 2019, blz. 7).
Balansverlenging
In aansluiting op veel nationaal en internationaal beleidsonderzoek wijst
de WRR op het gevaar van de hoge schulden in ons land en beveelt aan om via
afbouw van schulden de balansen van de private sector te verkorten. Voor
nuancering is ook hier een balansconsistente modellering nodig waarin de
schuld- en vermogensposities van gezinnen, bedrijven en niet-geldscheppende
financiële instellingen afzonderlijk worden bezien. De vraag is dan of zo’n
poging tot balansverkorting wel de meest wenselijke beleidsreactie vormt.
Het meer schokbestendig maken van de economie zou ook op een andere manier
kunnen, bijvoorbeeld via opties om het vermogen op de balans meer liquide
te maken (pensioenkapitaal, overwaarde woning) en via minder vastrentende
kredietverlening (hypotheken): denk aan het verbod op riba bij het
Islamitische bankieren. Een voorbeeld zou zijn een vorm van kwijtschelding
van de hypotheek tegen overdracht van de woning aan de hypotheekverstrekker
(zoals bij foreclosing in de VS, maar dan niet gedwongen), natuurlijk met
daarbij aangepaste hypotheekvoorwaarden. Overigens is de totale schuld van
huishoudens in Nederland volgens
een persbericht van het CBS van 19 februari 2019 met € 823 mrd relatief klein ten opzichte van een
vermogen (exclusief pensioenen en spaar- en beleggingshypotheken) van €2083
mrd. Dat ouderen meer vermogen hebben dan jongeren verbaast niet, aangezien
ouderen meer tijd hebben gehad om hun menselijk kapitaal in andere
kapitaalvormen om te zetten.
Besmetting
Opmerkelijk is dat de aandacht van de WRR voor regelgeving van banken om
een schuldencrisis zoals die van 10 jaar geleden te vermijden, vooral het
macroprudentieel beleid ten aanzien van de hefboom en de omvang van het
eigen vermogen van banken betreft. De externe effecten van complexiteit en
onderlinge balansverstrengeling van banken die via doorverkoop van
gebundelde pakketjes risicovolle hypotheken (securitisatie) tot besmetting
leidde, blijft in het WRR-rapport onbesproken. Toch wordt deze besmetting,
waarbij effecten van een negatieve schok flink worden opgeblazen ten
opzichte van rustige tijden, als een belangrijke oorzaak van zowel de
banken- als de schuldencrisis gezien (Den Butter 2011a
,
2011b). Geen rekening houden met besmetting betekende een enorme onderschatting
van banken- en landenrisico’s. Forbes (2012) geeft een
inventarisatie van verschillende vormen van besmetting terwijl
Gallegati et al. (2008) en
Gai et al. (2011) de complexiteit en besmetting in de crisis modelleren.
Caballero en Simsek (2013) onderscheiden verschillende externe effecten in een bankencrisis waaronder
een complexiteits externaliteit. Aldasoro et al. (2016)
bezien problemen met besmetting in het kader van huidige macroprudentiele
beleid van Bazel III. Al met al vormt vermijding en bestrijding van
besmetting een te borgen publiek belang en daarmee onderdeel van de
regulering van banken.
Volgende crisis
Het macroprudentiele beleid en de aanbevelingen daartoe in het WRR rapport
zijn er op gericht om een soortgelijke schuldencrisis als 10 jaar geleden
te voorkomen. Maar de volgende crisis is altijd anders en moeilijk
voorspelbaar. Zo’n 20 jaar geleden hebben we bij de WRR eens over onze
onwetendheid op dat punt nagedacht (ignorance: we weten niet wat we niet
weten). We kwamen uit op nanorobotjes en ruimteschroot. Daar weten we
dankzij onze Nobelprijswinnaar Ben Feringa en de 20 000 extra benodigde
satellieten vanwege de 5G verbindingen (zie bijvoorbeeld
deze website) momenteel meer over dan 20 jaar geleden: maar het blijft onduidelijke
koffiedik. Waarschijnlijk verdient de mogelijkheid van uitval van internet
vanwege cybercrime of cyber war, of zelfs uitval van elektriciteit door
zonnestormen (de aloude zonnevlektheorie van de conjunctuur in een nieuw
vervaarlijk jasje) of kwaadwillende vijanden meer aandacht. Zo’n ramp zal
met name het betalingsverkeer treffen. Opmerkelijkerwijs – en gelukkig – is
het betalingsverkeer in de voorgaande banken- en schuldencrisis buiten
schot gebleven. Maar er bestaat en sterke koppeling tussen financiële
stabiliteit en betalingsverkeer: “Financial instability .. can bring the
payments system to a halt” (Borio, 2019, blz 11).
Uitval van internet en obstructie van het betalingsverkeer kan desastreus
zijn en tot diepe crisis leiden. In ieder geval kan dat een reden zijn om
een back up betalingssysteem via de centrale bank en/of overheid achter de
hand te hebben.
Conclusie
Het is opmerkelijk dat de WRR in zijn analyse van geld en schuld geen
aandacht geeft aan de traditionele monetaire analyse in ons land waarin
verschillende bronnen van geldcreatie worden onderscheiden, en aan de
verklaring van de samenhang tussen geld- en kredietvraag op basis van een
balansconsistente modellering. Naast de door de WRR genoemde verhoging van
kapitaalbuffers vormt ook indamming van het besmettingsgevaar vanwege
complexiteit en verstrengeling in de financiële wereld een reden tot
regulering van de banken, gezien hun publieke rol. Maar de volgende crisis
behoeft niet weer een krediet- of schuldencrisis te zijn. Daarom is een
ruimere blik gewenst op de mogelijke toekomstige bedreigingen voor
geldvoorziening en betalingsverkeer.
Referenties
Aldasoro, I, D. Delli Gatti en E. Faia (2016),
Bank Networks: Contagion, Systemic Risk and Prudential Policy, BIS Working Papers No 597, December 2016.
Borio, C. (2019),
On money, debt, trust and central banking, BIS Working Papers No. 763, Januari 2019.
Brainard, W.C. en J. Tobin (1968),
Pitfalls in financial model building
, American Economic Review, 58, pp. 99-122.
Butter, F.A.G. den (1981), Oorzaken der veranderingen in de binnenlandse
liquiditeitenmassa bij verschillende geldbegrippen, Intern memo de Nederlandsche Bank, ter attentie van dr. Holtrop, 3
augustus 1981.
Butter, F.A.G. den (2011a),
The macroeconomics of the credit crisis: in search of externalities for
macro prudential supervision, H. 10 in E.F.M. Wubben (ed.),Institutions and Regulation for Economic Growth? Public Interest Versus Private Incentives, Edward Elgar
Publishing, blz. 187-209 [F1] .
Butter, F.A.G. den (2011b),
De Grote Besmetting; de Macro-economie van de Krediet en
Schuldencrisis,
SMO, 2010 5/6, SMO Den Haag.
Caballero, R.J. en A. Simsek, (2013),
Fire sales in a model of complexity, The Journal of Finance, 68 (6), blz. 2549-2587.
Compaijen, B. en F.A.G. den Butter, (1991),
De Nederlandse Economie 3; Het Jaarverslag van de Nederlandsche Bank
(Vierde druk), Wolters-Noordhoff, Groningen.
Forbes, K. (2012), ‘
The “big C”, Identifying contagion’, NBER Working Paper no. 18465, Cambridge MA.
Gai, P., A. Haldaney en S. Kapadiaz (2011),
Complexity, concentration and contagion, Journal of Monetary Economics, 58, blz. 453-470.
Gallegati, M., B. Greenwald, M.G. Richiardi en J.E. Stiglitz (2008), ‘The asymmetric effects of diffusion processes: risk sharing and
contagion’, Global Economy Journal, 8(3), Article 2.
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2019),
Geld en Schuld; de Publieke rol van Banken, Rapport nr. 100, Den Haag.
Te citeren als
Frank den Butter, “Analyse van WRR over geld en schuld is onvolledig”,
Me Judice,
26 februari 2019.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding '
moneytree' by '
Ashley Shepard'