Breng kredietbeoordeling onder bij het IMF

Onderwerp:
Breng kredietbeoordeling onder bij het IMF image
Kredietbeoordelaars zijn voor hun inkomsten afhankelijk van degenen die zij moeten beoordelen: ondernemingen en overheden. Om hen ter wille te zijn waarderen ze obligaties pas af als de marktontwikkelingen hen daartoe dwingen. Dit probleem is alleen op te lossen door kredietbeoordeling publiek uit te laten voeren, stellen Raoul Leering en Kees van Duin. Deze publieke taak kan het best ondergebracht worden bij het IMF. Onafhankelijkheid is dan wel een belangrijke voorwaarde.

Strenger toezicht

De kredietbeoordeelaars liggen onder vuur. Tijdens de kredietcrisis kregen ze veel kritiek omdat ze de hoogst denkbare beoordeling hadden gegeven aan Amerikaanse hypotheekleningen waarvan de kredietwaardigheid achteraf laag bleek te zijn. De afgelopen maanden worden de kredietbureaus ervan beticht de schuldencrisis in de eurozone te verergeren door in rap tempo zwakke euro landen af te waarderen. Dit na jarenlang nauwelijks onderscheid te hebben gemaakt tussen eurolanden met sterke en zwakke overheidsfinanciën.

Herbezinning op de markt voor kredietbeoordelingen is nodig. De kredietbureaus zijn in landen als Nederland inmiddels onder toezicht gesteld en op 1 juli is een verordening ingegaan die het toezicht op deze bureaus naar Europees niveau heeft getild. Goede maatregelen maar ze gaan voorbij aan fundamentele problemen op de markt voor kredietbeoordelingen.

Verkeerde prikkels

Kredietbeoordelaars volgen met hun kredietbeoordelingen vaak de ontwikkelingen in de markt in plaats van richting te geven. Dit hebben we zowel bij de gesecuritiseerde hypotheken gezien als bij de beoordeling van zwakke eurolanden. Als kredietbureaus eenmaal zo ver zijn hun oordeel aan te passen, lijken ze de neiging te hebben door te schieten in een poging hun reputatie als strenge waakhond niet te verliezen. Zo staat de nieuwe Portugese regering een strenger bezuinigingspakket voor dan de vorige regering, maar toch heeft Portugal van Moody’s recent een afwaardering voor zijn kiezen gekregen. En de Ierse schulden hebben van Moody’s het predikaat ‘troep’ gekregen terwijl het IMF op hetzelfde moment vaststelde dat Ierland op schema ligt met het saneren van de overheidsfinanciën.

Het feit dat de kredietbureaus in eerste instantie vaak traag reageren is terug te voeren op een fundamenteel probleem op de markt voor kredietbeoordelingen. De kredietbeoordelaars zijn voor hun inkomsten afhankelijk van degenen die ze moeten beoordelen. Niet de beleggers, die de beoordelingen gebruiken, maar ondernemingen en overheden die obligaties uitgeven betalen de kredietbureaus voor het maken van de risico-inschatting. Dit geeft kredietbureaus een prikkel om hun broodheren met gunstige beoordelingen ter wille te zijn en hun obligaties pas af te waarderen als de marktontwikkeling hen daartoe dwingt.

Publieke taak

De kredietcrisis heeft laten zien dat goede kredietbeoordelingen een publiek belang zijn. De onbetrouwbare beoordelingen van subprime hypotheken brachten financiële instellingen in dusdanige problemen dat veel instellingen met enorme bedragen door de overheid gered moesten worden om te voorkomen dat ze hun publieke taken, zoals het verzorgen van betalingsverkeer, niet meer zouden kunnen uitvoeren. En door het lange wachten met de waarschuwing voor toenemende kansen op betalingsproblemen bij enkele eurolanden, heeft de crisis in de eurozone een acuut karakter gekregen. Een eerdere afwaardering van de kredietwaardigheid zou in het publieke belang zijn geweest omdat beleidsmakers dan genoeg tijd hadden gehad om hun overheidsfinanciën op ordentelijke wijze te saneren. Dan hadden de aanpassingkosten tot minder instabiliteit geleid. Nu zijn draconische maatregelen nodig die het uiterste vergen van de bevolking van de perifere eurolanden en tegelijkertijd veel solidariteit vragen van de overige eurolanden. Met deze escalatie is zelfs de lang ondenkbare vraag van de wenselijkheid van een monetaire unie tot onderdeel van het publieke debat gemaakt. Met een tijdige afwaardering had tevens paniek op de financiële markten kunnen worden voorkomen, welke waarschijnlijk gepaard is gegaan met ‘overshooting’ en kostbare vermogensverliezen die daarmee gepaard gaan.

Onderbrengen bij IMF

Vraag is nu hoe het publiek belang het beste kan worden geborgd. Het feit dat de gebruikers van de kredietbeoordelingen niet betalen voor deze dienst, laat zich niet makkelijk oplossen, vanwege het collectieve karakter van deze dienst. Tegelijkertijd zijn de risico’s van het huidige model dusdanig gebleken dat doorgaan op de dezelfde weg geen optie lijkt. De geschetste perverse prikkel die optreedt bij commerciële kredietbeoordeling, leidt tot de conclusie dat deze dienst niet aan de markt overgelaten kan worden. Vanwege het publieke belang lijkt het beter de kredietbeoordelingen uit te laten voeren door een publieke instelling. Een internationale publiek orgaan zou deze taak op zich kunnen nemen. bijvoorbeeld als onderdeel van het IMF dat immers tot taak heeft de stabiliteit van het internationale financiële stelsel te bewaken.

Voor private obligaties zijn beleggers dan verlost van het risico dat wordt veroorzaakt doordat kredietbeoordeelaars financieel afhankelijk zijn van de ondernemingen die ze moeten beoordelen. Voor publieke obligaties brengt het vervangen van private kredietbeoordelaars door een publiek bureau nog wel het risico met zich mee dat overheden hun invloed op de publieke instelling proberen te misbruiken om kredietbeoordelingen te beïnvloeden. Dit betekent dat er waarborgen van onafhankelijkheid moeten worden ingebouwd. Zo zou het kredietbureau onafhankelijk moeten werken van de IMF- organen waarin bestuurders opgenomen zijn van de lidstaten die beoordeeld moeten worden door het kredietbureau. Het CPB, dat formeel onder het ministerie van ELI valt, kan daarbij als voorbeeld dienen van een ambtelijke organisatie die onafhankelijk van de politiek opereert. Ook de Rekenkamers die de meeste landen kennen, staan model voor een publieke organisatie met voldoende onafhankelijkheid van de politiek

Het geven van kredietwaardigheidsoordelen is een omvangrijke en dus kostbare taak, maar de kredietcrisis heeft laten zien dat de opbrengsten ervan nauwelijks overschat kunnen worden. Met een internationaal publieke instelling als onafhankelijke kredietbeoordelaar neemt de betrouwbaarheid van kredietbeoordelingen toe en daalt de kans op ongelukken door onbetrouwbare risico-inschattingen. Dat komt de stabiliteit van het internationale financiële stelsel ten goede.

De auteurs hebben dit artikel op persoonlijke titel geschreven.

Bron foto: Flickr.

Te citeren als

Kees van Duin, Raoul Leering, “Breng kredietbeoordeling onder bij het IMF”, Me Judice, 29 augustus 2011.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Ontvang updates via e-mail