Brexit heeft een onderliggende oorzaak in verwarring

Onderwerp:
Brexit heeft een onderliggende oorzaak in verwarring image
Afbeelding ‘The Brexit divide (N11 21)’ van Welsh photographs - thank you for 5,000,000 views (CC BY-NC-ND 2.0).
Het Referendum in 2016 en de Britse Lagerhuis verkiezingen in 2017 geven onvoldoende duidelijkheid over wat het Britse volk nu eigenlijk met Brexit of Bremain aanwil. Het stemgedrag is deels gebaseerd op de gok in het stemhokje waar de onderhandelingen met de EU op uitlopen. Referenda zijn niet de oplossing om het onevenredige kiessysteem van het Verenigd Koninkrijk te compenseren, beargumenteert econometrist en leraar wiskunde Thomas Colignatus. Empirische wetenschappers en geesteswetenschappelijke politicologen doen er goed aan de handen ineen te slaan om het publiek correct over democratie en statistiek te informeren.

Onvoldoende informatie

Om tot collectieve besluitvorming te komen gebruikt de Britse democratie formeel twee instrumenten om informatie over de voorkeuren van de kiezers te achterhalen. Dit zijn de volksvertegenwoordiging via een districtenstelsel voor het Lagerhuis (district representation ofwel DR) en het referendum. Zowel het Brexit Referendum van 2016 als de verkiezingen van 2017 voor het Lagerhuis geven onvoldoende informatie over de voorkeuren van de kiezers over Brexit of Bremain.

Het referendum in 2016

Wat wil het Britse electoraat nu echt ten aanzien van Brexit of Bremain? We weten het niet. De Referendum-Vraag uit 2016 betrof de juridische keuze van Leave versus Remain. De vraag hoe precies te vertrekken of te blijven werd overgelaten aan de opiniepeilingen. De Referendum-Vraag voldoet niet aan de voorwaarden voor een fatsoenlijk statistisch onderzoek. De vraag van Leave versus Remain vormt slechts een binaire juridische keuze terwijl een Brexit in vele vormen kan plaatsvinden en ook bij Bremain verschillend beleid mogelijk is. Zo'n 17 procent van de kiezers heeft Remain gerangschikt tussen verschillende opties voor Leave, wat impliceert dat zij hebben moeten gissen wat de mogelijke uitkomst zou kunnen zijn.[1] Sommigen hadden een grootste voorkeur voor een Zachte Brexit, dan Remain, en pas daarna Harde Brexit, en bij anderen lag het juist in omgekeerde volgorde. Het referendum blijkt dan een strategisch gokspel te zijn geweest, en slaagde niet in het achterhalen van de werkelijke voorkeuren van de Britten.

Het Britse Lagerhuis

De politieke partijen in het Lagerhuis zijn vervolgens intern verdeeld over zowel richting als opties. Een kiezer in een district moest maar afwachten wat kansrijke kandidaten in dat district ervan vonden. Het districtenstelsel geeft geen gelijke evenredige vertegenwoordiging zoals in Nederland (equal proportional representation, EPR)[2] De afscheidingspartij UKIP kreeg in 2015 12,5% van de stemmen en maar 1 zetel in het Lagerhuis, en in 2017 kozen deze “Kippers” voor kansrijke kandidaten Labour of Conservatives die de uitslag van het referendum zeiden te respecteren. Dit verstoorde de gebruikelijke patronen, op grond ook van een dubieuze uitslag.

Het is nogal vernietigend voor een veronderstelde democratie dat haar twee formele instrumenten niet leiden tot duidelijkheid over deze fundamentele kwestie van de Brexit of Bremain. Er ligt nu een formele uitkomst maar we weten niet of dit de volkswil weerspiegelt. Opmerkelijk is dat politici over de hele linie het erover eens zijn dat het electoraat zou hebben gestemd om te vertrekken. Deze uiting van de volkswil zou volgens hen ten alle tijden gerespecteerd moeten worden. Hiermee wordt echter niet erkend dat de Referendum-Vraag niet de vereiste informatie voor beleidsbeslissingen opleverde. De politici zoeken nu een beleid afhankelijk van de uitkomst van het referendum, maar de uitkomst van het referendum was afhankelijk van het gokken over het beleid. Er bestaat te weinig besef in het VK dat het beter zou zijn om de kwestie nog eens in ogenschouw te nemen wanneer er meer helderheid over de details van Brexit bestaat. We zien wel dat sommigen oproepen tot een tweede referendum, maar wat zou dan de nieuwe vraagstelling moeten zijn? De ingebakken eigenschap dat complexe zaken versimpeld worden maakt het referendum juist tot een gevaarlijk instrument.

Evenredige vertegenwoordiging

Bij bespreking van kwesties als deze worden wij snel het slachtoffer van de omgangstaal, waarin woorden niet de precisie hebben die voor een goede analyse gewenst is. Binnen de politicologie bestaat er de onderzoekstak over kiesstelsels, inclusief referenda. Deze tak vergroot de verwarring door hetzelfde woord "verkiezing" te gebruiken terwijl de betekenis ervan voor DR of EPR tegenovergesteld is.

  • In EPR gaan alle stemmen voor kandidaten inderdaad naar hun vertegenwoordiger van keuze. In Nederland wordt 2% van de stemmen verspild aan kleine partijen die geen zetel halen. Nederlanders denken niet dat deze kiezers door een andere partij zouden worden vertegenwoordigd. 
  • Wat in DR een “verkiezing” heet is eigenlijk een wedstrijd. De winnaar in het district wordt geacht het district te vertegenwoordigen, maar veel kiezers hebben uitdrukkelijk niet voor deze persoon gestemd om hun vertegenwoordiger te zijn. In het Verenigd Koninkrijk gaat meer dan 50% van de stemmen naar kandidaten die het niet halen. Deze stemmen worden niet naar zetels vertaald, en dus worden die stemmen feitelijk vernietigd.

Stemmen vernietigen om er verder niets mee te doen is iets anders dan stemmen verspillen in een poging tot afspiegeling te komen. Het VK verkeert in verwarring door het taalgebruik en doordat de politicologische statistiek over “verkiezingen” geen goede informatie geeft dat meer dan 50% van de stemmen vernietigd worden. Die politicologie is geen harde wetenschap zoals natuurkunde of econometrie, maar verkeert nog in het voorstadium van de geesteswetenschappen, waarin traditioneel denken en terminologie uit de omgangstaal worden gebruikt in plaats van scherpe definities en harde data. Voor een goed deel van afgelopen eeuw is het Westerse denken over democratie door deze politicologie in verwarring gebracht, met misstanden in de Verenigde Staten, VK en Frankrijk.

Democratie komt altijd met paradoxen

De sleutelvraag is waarom het VK überhaupt het Brexit referendum hield. Nederland, met zijn gelijke evenredige vertegenwoordiging (EPR) sinds 1917, heeft referenda niet nodig. Het politieke systeem van DR mist een dergelijke evenredigheid en dit nodigt uit tot het idee dat referenda zouden kunnen worden gebruikt om een ​​zekere mate van evenredigheid te bereiken. Dit verwaarloost echter het gevaarlijke karakter van referenda en het belang van onderhandelingen tussen de EPR-vertegenwoordigers. Kiezers in een stemhokje zijn niet in staat tot het uitgebreide proces van politieke onderhandelingen zoals hun vertegenwoordigers wel kunnen doen.

In de politicologische literatuur bestaat hierover de volgende verwarring ( zie Colignatus, 2018a). De Ostrogorski Paradox houdt in dat een parlementaire meerderheid kan afwijken van een meerderheid in het electoraat (zie Groenewegen, 2009). Een suggestie onder politicologen is dat dit met referenda kan worden opgelost (zie Staatscommissie parlementair stelsel, 2018). Echter, dan wordt de Paradox van Arrow vergeten, die inhoudt dat meer dan drie opties tot cycli kunnen leiden. Juister is de diagnose dat verwaarloosde meerderheden via concurrentie tot uitdrukking kunnen komen in toetreding van nieuwe partijen. Daarvoor is EPR beter dan DR. Democratie komt altijd met paradoxen, maar een paradox is slechts een schijntegenstelling.

Aanbevelingen

Mijn suggestie is dat het VK overgaat op bijvoorbeeld het Nederlandse systeem van gelijke evenredige vertegenwoordiging met open lijsten, echte verkiezingen houdt, en dat het nieuw gekozen Lagerhuis nog eens naar de relatie met de EU kijkt. Het is niet onwaarschijnlijk dat de EU het VK de tijd zou gunnen voor een dergelijke fundamentele heroverweging van zowel de democratie als de Brexit. Binnen het VK zouden denkelijk enkele partijen zich moeten opsplitsen om de interne verdeeldheid tot uitdrukking te brengen en om de kiezers het brede spectrum aan keuzes te bieden. Binnen het VK wordt veel waarde aan het districtenstelsel gehecht wegens de regionale component. Echter, bij open lijsten kunnen kiezers ook op regionale kandidaten stemmen. Hier in Nederland wordt daar weinig gebruik van gemaakt; we zijn een kleiner land, maar de culturele verschillen tussen de regio’s zijn niet te verwaarlozen.

Het valt nog te bezien of het Verenigd Koninkrijk van districtenstelsel naar gelijke evenredige vertegenwoordiging zou willen overgaan. Een eerste stap zou zijn om het publiek de juiste informatie over de eigenschapen van DR en EPR te geven. Onder dat publiek vallen ook wetenschappers die niet over democratie nadenken.

Wegens de verwarring bij Brexit heb ik in 2016-2018 nader naar deze informatie en woordkeus over democratie en statistiek gekeken. Het blijkt dan dat "politieke wetenschap over kiesstelsels" geen harde wetenschap maar op zijn best geesteswetenschap en op zijn slechtst pseudo-wetenschap zoals astrologie, alchemie en homeopathie is (Colignatus, 2018b). Empirische wetenschap betekent dat je ook goed moet observeren wat je nu precies aan het bestuderen bent, en dat doet deze tak van politicologie niet. De diagnose dat “political science on electoral systems” een pseudo-science is veranderd alles, want het betekent dat al het zogenaamde bewijsmateriaal van deze pseudo-science opnieuw beoordeeld moet worden. Om die reden stel ik voor dat KNAW en de universiteiten een buddy-systeem opzetten, waarin duo’s van harde wetenschappers en “politicologen over kiesstelsels” samen de argumenten doornemen.

Dit artikel is mede gebaseerd op Colignatus (2018c).

Voetnoten


[1] Dit heb ik inzichtelijk gekregen met de hulp van Anthony Wells van YouGov.com, zie Colignatus (2017).

[2] Of zoals het VK hanteert voor de Europese verkiezingen waar Nigel Farage wel gekozen werd.

Referenties

Colignatus (2017), Great Britain's June 2017 preferences on Brexit options, RES Newsletter, Issue 177, oktober.

Colignatus (2018a), Democratie met en door Wetenschap, augustus. http://thomascool.eu/Papers/DMDW/Index.html

Colignatus (2018b), One woman, one vote. Though not in the USA, UK and France.

Colignatus (2018c), Brexit’s deep roots in confusion on democracy and statistics, RES Newsletter 183, pp 18-19, oktober. 

Groenewegen, T. (2009), De Ostrogorski-paradox, weblog Publiekrecht & Politiek.

Staatscommissie parlementair stelsel (2018), Tussenstand, Ministerie van BZK. 

 

Te citeren als

Thomas Colignatus, “Brexit heeft een onderliggende oorzaak in verwarring”, Me Judice, 5 november 2018.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding ‘The Brexit divide (N11 21)’ van Welsh photographs - thank you for 5,000,000 views (CC BY-NC-ND 2.0).

Ontvang updates via e-mail