CBS en CPB overdrijven groei AOW-uitgaven

Onderwerp:
CBS en CPB overdrijven groei AOW-uitgaven image
Afbeelding '80+' door 'Roel Wijnants'
In Nederland hebben politici de neiging de kosten van de AOW flink te overschatten. Zij worden daarbij loyaal gesteund door het CPB dat voorspellingen van de AOW-uitgaven maakt tot 40 jaar in de toekomst. Het bureau komt dan steevast met monstrueuze stijgingen van de kosten van de AOW als de AOW-leeftijd niet wordt verhoogd. Uiteraard kan (vrijwel) niemand die vooruitberekeningen controleren en in 2060 zal iedereen alweer vergeten zijn wat het CPB 40 jaar daarvoor had voorspeld. Ook het CBS kan selectief zijn bij het berekenen van de kosten van de AOW. Emeritus hoogleraar Openbare financiën Harrie Verbon laat in deze bijdrage zien dat de kosten van de AOW, relatief tot het nationaal inkomen, helemaal niet zo verontrustend zijn. Dit geldt zowel voor de recente ontwikkeling, zoals die door het CBS werd geschetst, als voor de toekomstige ontwikkeling, zoals het CPB die schetst.

Inleiding

Op de kosten van de AOW bij een bevriezing van de AOW-leeftijd op 66 jaar is eind vorig jaar het pensioenakkoord gestrand. Die kosten waren gebaseerd op spookcijfers, zoals ik eind vorig jaar al liet zien in een publicatie op economenplatform Me Judice. Bij deze berekeningen nam ik aan dat de bruto AOW-uitkering gelijk op zou lopen met het nationaal inkomen. Dat is een aanname die de officiële berekeningen van de regering nog het meest gunstig gestemd is. Zelfs in dit scenario bleek er van een forse overschatting van de kosten sprake te zijn. De AOW-uitkeringen stijgen echter zelden even snel als het nationaal inkomen. Het CPB neemt dat echter wel aan omdat het officieel beleid is de AOW welvaartsvast te houden. Het CBS hoeft die aanname niet te maken, omdat ze veelal de feitelijke ontwikkelingen beschrijft.

De AOW-kosten volgens het CBS

Het CBS maakt geen voorspellingen over de kosten van de AOW, maar geeft een statistische beschrijving van ontwikkelingen in het recente verleden. Zo laat CBS (2018) zien dat de hogere AOW-leeftijd de uitgaven aan AOW-uitkeringen afremmen. Dat lijkt een waarheid als een koe en dus een duidelijke rechtvaardiging voor de verhoging van de AOW-leeftijd. Maar er zitten altijd verborgen ‘leugens’ in statistieken. In de mededeling van het CBS zit de boodschap ingebakken dat zonder de verhoging van de AOW-leeftijd de AOW-uitgaven voortdurend zouden blijven stijgen. Die boodschap is maar in een beperkte zin waar.

In absolute euro’s is die boodschap natuurlijk zeker waar, maar dat zegt niet zo veel. Om na te gaan wat de werkelijke last van de AOW is, moeten we de uitgaven in euro’s relateren aan het nationaal inkomen. Laten we de AOW-uitgaven als percentage van het nationaal inkomen kortweg aanduiden met het AOW-aandeel. Als dat AOW-aandeel voortdurend zou stijgen door vergrijzing, moet er inderdaad steeds meer ruimte vrij gemaakt worden om de AOW te financieren. Maar, en dat is het goede nieuws, als het aantal ouderen toeneemt, hoeft dat AOW-aandeel helemaal niet te stijgen. Als we bijvoorbeeld kijken naar de periode van 1985 tot 2007, dan zien we dat het aantal AOW-ontvangers steeg van 1,7 naar 2,6 miljoen, terwijl het AOW-aandeel daalde van 5,4% naar 4,1%. (Zie CBS, Statline en Verbon en Hollanders, 2017).

Hoe kan het AOW-aandeel dalen terwijl het aantal AOW-ers meer dan verdubbelt? Dat kan, eenvoudigweg, omdat de AOW-uitkering minder sterk stijgt dan het nationaal inkomen. De gemiddelde uitkering vermindert daardoor voortdurend in waarde ten opzichte van het nationaal inkomen en die vermindering weegt op tegen de toename van het aantal AOW-ers.

Het CBS laat zijn analyse van de AOW-uitgaven in het jaar 2007 beginnen. Het CBS berekent dan dat, terwijl de AOW-leeftijd is gestegen vanaf 2013, het AOW-aandeel toch is toegenomen, namelijk van 4,1% in 2007 naar 5,0% in 2018. Dat laatste cijfer van 5,0% zou zelfs nog hoger geweest zijn als de AOW-leeftijd niet was gestegen. De impliciete boodschap van het CBS is kennelijk dat het maar goed is dat de AOW-leeftijd wel is gestegen.

Helaas voor dit eerbiedwaardige instituut blijkt deze uitspraak, bewust of onbewust, demagogisch. Het AOW-aandeel is namelijk niet gestegen omdat het aantal AOW-ers is toegenomen. Als dat de voornaamste reden zou zijn geweest voor de stijging van het AOW-aandeel, had dat ook in de jaren daarvoor het geval moeten zijn geweest, maar (zie boven) toen daalde het AOW-aandeel. Het AOW-aandeel is de afgelopen tien jaar gestegen omdat, door de kredietcrisis die in 2008 Nederland bereikte, het nationaal inkomen vijf jaar lang is gedaald. Onze vaderlandse politici zijn dan ook weer niet zo beroerd dat ze de AOW-uitkering laten dalen met het nationale inkomen. Het gevolg daarvan is dat op het hoogtepunt van de kredietcrisis de AOW-uitkering iets sterker steeg dan het nationale inkomen. Dat was 40 jaar lang niet gebeurd.

Stel dus eens dat we in 2008 geen kredietcrisis hadden gehad en dat de AOW-uitkering per persoon zich daarna net zo had ontwikkeld als tussen 1998 en 2007. We kunnen – met CBS-cijfers – uitrekenen wat er dan gebeurd zou zijn. Wat we dan vinden is dat zelfs als de AOW-leeftijd op 65 jaar was gebleven, het AOW-aandeel gewoon verder gedaald zou zijn, namelijk van 4,1% in 2007 naar 3,7% in 2018. Met de huidige AOW-leeftijd van 66 jaar, zou het AOW-aandeel in 2018 nog maar 3,5% zijn. Terwijl het aantal 65+-ers hoger is dan ooit, zou dan het beslag van de AOW op het nationale inkomen lager zijn dan ooit.

De AOW-kosten volgens het CPB

Op 18 maart jl. was er een groots bedoelde demonstratie voor een bevriezing van de AOW-leeftijd op 66 jaar georganiseerd. Deze demonstratie werd echter overschaduwd door een moordaanslag in een Utrechtse tram. Daaraan voorafgaand had het CPB al, bij monde van Marcel Lever, de eisen van de demonstranten in een negatief financieel daglicht geplaatst. Volgens een bericht op de website van de Nos (nos.nl) zouden volgens het CPB de kosten van de bevriezing van de AOW-leeftijd oplopen van 2 miljard euro in 2021 tot 12 miljard euro in 2060. In het Nos-bericht werd niet vermeld dat er hierbij werd uitgegaan van de aanname dat de bruto AOW-uitkering even hard stijgt als het nationale inkomen. Als de aanname wordt gemaakt dat de stijging van de bruto AOW-uitkering de komende 40 jaar net zo achterloopt bij het nationale inkomen als dat in de afgelopen 40 jaar het geval is geweest, zal vooral het bedrag van 12 miljard een spookcijfer blijken te zijn. Het ligt meer voor de hand dat in 2060 de kosten van een bevriezing van de AOW op 66 jaar hoogstens 6 miljard in huidige euro’s euro bedragen.

Laten we de berekeningen van het CPB pogen te reconstrueren. We beginnen met het bedrag van 2 miljard euro in 2021. Dat bedrag moet volgen uit het hogere aantal mensen dat recht krijgt op een AOW-uitkering als de AOW-leeftijd 66 jaar zou zijn. Volgens CBS-cijfers gaat het hier om 205.000 extra uitkeringen. Daar de bruto AOW-uitkering per persoon op dit moment 12.000 euro per jaar bedraagt, resulteert een bedrag van 2,5 miljard euro per jaar. Daarvan kunnen we aftrekken de besparingen aan uitkeringen voor de 66-jarigen die we op ongeveer 1 miljard jaar euro per jaar kunnen inschatten. Daarbij moeten we echter optellen het verlies aan belastinginkomsten voor de overheid die het gevolg is van de lagere belasting die AOW-ers over de eerste twee schijven voor de inkomstenbelasting betalen. Dit bedraagt ongeveer 0,5 miljard euro. Per saldo komen we dan inderdaad ongeveer op het bedrag van 2 miljard euro uit dat het CPB noemt.

Voor 2060 kunnen we in beginsel dezelfde soort berekeningen maken, waarbij we alles uitdrukken in huidige euro’s zoals het CPB ook doet. Als in 2060 de AOW-leeftijd 66 jaar zou zijn in plaats van 71 jaar, dan ontvangen de mensen die dan van 67-70 jarige leeftijd zijn een AOW-uitkering. Volgens het CBS gaat het om 800.000 mensen. Bij een bruto AOW-uitkering van 12.0000 euro per hoofd bedragen de extra uitgaven voor de overheid dus 9,6 miljard euro. Daarbij moet opnieuw worden opgeteld de gederfde belastinginkomsten die ontstaan omdat mensen met een AOW-uitkering een lager tarief betalen in de eerste schijf. We kunnen dit berekenen als ongeveer 2,5 miljard euro. De kosten voor een bevriezing van de AOW-leeftijd op 66 jaar in 2060 bedraagt dan dus inderdaad ongeveer 12 miljard in huidige euro’s.

Voor de extra uitgaven in 2060 spelen echter een tweetal extra factoren een rol die door het CPB kennelijk niet relevant geacht worden. Op de eerste plaats zal, als in 2060 de AOW-leeftijd 71 jaar zou zijn, een aantal mensen van 67-70 jarige leeftijd een sociale-zekerheidsuitkering, zoals de WW of Wia, ontvangen. Hoeveel dat er zullen zijn, kunnen we nu uiteraard niet weten, maar als dat evenveel mensen zullen zijn als het aantal 61-64 jarigen nu met een uitkering, dan zullen die uitgaven in 2060 ongeveer 4 miljard euro bedragen. Als de AOW-leeftijd in 2060 geen 71 jaar, maar 66 jaar is, zal de overheid dus in 2060 in huidige euro’s dit bedrag van 4 miljard euro besparen. Dan bedragen de kosten van het bevriezen van de AOW-leeftijd nog maar 8 miljard euro.

Een tweede door het CPB verwaarloosde factor betreft, als gezegd, de aanpassing van de AOW-uitkeringen aan de groei van het nationaal inkomen in de loop der tijd. Als we aannemen dat ook in de toekomst de stijging van de AOW-uitkering ongeveer op dezelfde manier achter zal blijven bij de economische groei als in de afgelopen 40 jaar, zal de AOW-uitkering in 2060 in huidige euro’s geen 12.000 euro bedragen, maar ongeveer 9.000 euro. Let wel, dit betekent niet dat de AOW-uitkering in 2060 nog maar 9.000 euro zal bedragen. De AOW-uitkering zal gestegen zijn ten opzichte van het huidige niveau, maar het nationaal inkomen zal nog veel meer gestegen zijn. Hoe dan ook, als we met de langzamere stijging van de AOW-uitkering rekening houden, zijn de kosten van het bevriezen van de AOW-uitkering nog geen 6 miljard in huidige euro’s in plaats van de door het CPB berekende 12 miljard euro.

CBS en CPB steunen politici bij het overdrijven van de kosten van de AOW

Kortom, politici over een breed front proberen ons, met behulp van het CBS en het CPB, wijs te maken dat als de AOW-leeftijd niet verhoogd wordt de AOW op den duur onbetaalbaar wordt. Deze onheilstijding is gebaseerd op de aanname dat de AOW-uitkering even hard stijgt als het nationale inkomen. In de afgelopen 40 jaar is daar alleen maar sprake van geweest tijdens de kredietcrisis die ons vier jaren achteruit wierp. Dat waren achteraf gezien goede jaren voor de AOW, maar nu de economische groei weer uitbundige vormen begint aan te nemen, zien we de AOW-uitkering alweer langzaam maar zeker achter blijven bij de economische groei. Dit volgt allemaal uit gegevens die we bij het CBS zelf kunnen vinden. Door een selectieve keuze van gegevens blijkt het CBS in staat een scheve voorstelling te kunnen geven van de ontwikkeling van de AOW-uitgaven. Het CPB geeft met zijn pessimistische berekeningen de coalitie vervolgens argumenten in handen om een door de vakbonden gevraagde bevriezing van de AOW-leeftijd zoveel mogelijk te belemmeren. Deze berekeningen van onze statistische bureaus doen denken aan het bekende cliché: “Er zijn leugens, er zijn grove leugens en er is statistiek”. Het zou beter zijn als het CBS en het CPB zich niet meer inlaten met berekeningen die politiek gevoelige implicaties kunnen hebben.

Dit is een uitgebreide versie van het opiniestuk, CBS schetst scheve voorstelling van AOW-uitgaven in De Volkskrant van 1 april 2019.

Referenties:

CBS (2018), Hogere AOW-leeftijd remt uitgaven aan AOW-uitkeringen.

CBS, Statline, onder meer: Sociale Uitkeringen 1987-2014 en Bbp, productie en bestedingen.

NOS (2019), Pensioenleeftijd bevriezen op 66 jaar kost vele miljarden .

Verbon, H. (2018), Premier Rutte hanteerde een ‘spookcijfer’ bij het mislukken van het pensioenakkoord, Me Judice.

Verbon, H. en D. Hollanders (2017), AOW-leeftijdsverlaging niet zo duur als gedacht, ESB, augustus.

Te citeren als

Harrie Verbon, “CBS en CPB overdrijven groei AOW-uitgaven”, Me Judice, 5 april 2019.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding '80+' door 'Roel Wijnants'

Ontvang updates via e-mail