Crisis van het liberalisme

bakker
Afbeelding ‘Fresh Every Day.’ van Neil Moralee (CC BY-NC-ND 2.0)
Het liberale beleid heeft met opzet genegeerd wat veel mensen dierbaar is: wat mensen samenbindt, wat fatsoenlijk gedrag is en wat rechtvaardig. Dit zorgvuldig afgegrensde vacuum is door machtige marktpartijen ingevuld met praktijken die door brede groepen als onbetamelijk worden verworpen. Dit is een van de verklaringen voor het succes van populisten als Le Pen en Trump. Het is tijd voor een ander perspectief, stelt Bart Nooteboom, met oog voor wat het goede leven is.

Groepsnormen

Het liberalisme heeft de mensheid lange tijd goed gediend, maar de populistische opstand van nu (Brexit, Trump, Wilders, Le Pen, …) laat zien dat het in crisis verkeert. Het gaat uit van het autonome individu, met eigenbelang als de kern van diens natuur. Waarden en deugden worden overgelaten aan individuen, buiten bereik van de overheid. Maar mensen hebben in hun natuur meer dan alleen eigenbelang. Ze willen niet alleen consumeren, maar willen ook een zinvol leven, met bijdragen aan de samenleving. Zij zijn vooral gericht op relaties, en zijn daar ook afhankelijk van. Zij willen een gevoel van saamhorigheid en gezamenlijkheid, en veiligheid, en hebben diep gekoesterde opvattingen over goed en kwaad, fatsoen, rechtvaardigheid, en solidariteit. Ze zien dat alles afgedankt worden, afbrokkelen en verrotten, in de huidige staat van economie en kapitalisme. Ze pikken het niet langer en ze gooien nu hun kont tegen de krib.

Dienstbaarheid

Het heilige geloof van liberalen is dat mensen gelijke kansen moeten krijgen, en die nu ook hebben, om zich op te stoten in een meritocratie. Maar daar openbaart zich een illusie. De aristocratie is afgeschaft omdat zij berustte op het toeval van plaats en stand van geboorte.

De aristocratie had een ethiek van dienstbaarheid. Die is in de meritocratie niet terug te vinden.

Maar economisch succes blijkt nog steeds in belangrijke mate afhankelijk daarvan: opleiding, inkomen en sociale contacten van ouders, en de wijze van opvoeding. De aristocratie had een ethiek van dienstbaarheid. Die is in de meritocratie niet terug te vinden. De top van de meritocratie wordt bereikt met mooie eigenschappen van dadendrang, en de wil zich te manifesteren, maar ook gewetenloosheid, narcisme, honger naar macht en status, in een ethisch vacuum. Onder de ambtenarij heerste een ethiek van dienstbaarheid aan de publieke zaak, maar ook die brokkelt af in een regime van prestatie en concurrentie als in de markt.

Liberalisme

We verkeren in een warboel. Een nadere analyse lijkt nodig. Wat is liberalisme, in zijn huidige vorm, waar is het op gericht, en wat is daar mis mee? Hoe kan het anders? Moet politiek niet gericht zijn op bevordering van de bloei van het leven van mensen? Hoe dan? Tast dat de vrijheid aan, of juist niet?

Wat is liberalisme? Er zijn verschillende vormen. Los geformuleerd betekent het vrijheid van keuzen voor het individu. Maar welke soort vrijheid? Keuzen van wat? Wat betekent het voor het individu? De kardinale, huidige vorm van liberalisme bestaat, denk ik, uit de volgende principes.

Ten eerste, autonomie van het individu (in tegenstelling tot de sociale constitutie ervan).

Ten tweede, een focus op ‘negatieve’ vrijheid: geen bemoeienis met het individu. Dit staat in contrast met ‘positieve’ vrijheid, om een visie op het goede leven te realiseren, op basis van benodigde waarden, deugden, en competenties. In het liberalisme wordt dat overgelaten aan het individu, vrij van staatsbemoeienis.

Dat heeft inderdaad bevrijdend gewerkt, met bijdragen aan monumentale prestaties zoals mensenrechten, rechtsstaat, eigendomsrechten, gelijkheid voor de wet, onschuld tot schuld bewezen is, onafhankelijke rechtsspraak, en allerlei vormen van emancipatie. Hoewel dat niet allemaal op het conto van het liberalisme geschreven kan worden.

Ten derde, de veronderstelling en het ideaal van rationaliteit als basis van menselijke handeling en overheidsbeleid.

Ten vierde, een reductie van de menselijke natuur tot de drijfveer van eigenbelang, desnoods ten koste van anderen. We horen hier een echo van de Bijbelse gedachte van het inherente kwaad in de mens, sinds de zondeval. Andere menselijke trekken die het eigenbelang kunnen inperken, gericht op relaties eerder dan het autonome zelf, zoals welwillendheid, zorg, een gevoel van gezamenlijkheid, vertrouwen, empathie, en een zekere mate van altruïsme, worden niet gezien als deel van de menselijke natuur.

Zij worden ook gezien als vaag, ongrijpbaar, niet in overeenstemming met rationele eisen van universaliteit, objectiviteit, strenge logica, en meetbaarheid. Al te veranderlijk en onderworpen aan emoties, individuele variatie en omstandigheden.

Markten en multinationals

En dan zijn er markten. Hun wonder is, in theorie, dat zij middels eigenbelang maximale welvaart creëren. Zonder dat zou eigenbelang niet te pruimen zijn geweest. Maar in feite produceert marktwerking momenteel door concentratie van economische en politieke macht in multinationale bedrijven perverse effecten.

Deirdre McCloskey[i] beweert dat markten ‘bourgeois deugden’ heeft geproduceerd: de klassieke deugden van reflectie, moed, matiging, en rechtvaardigheid, en dat die ook nodig zijn om in markten te functioneren. Reflectie is nodig voor goede beslissingen, moed is nodig vanwege het risico van investeringen, en matiging en rechtvaardigheid zijn nodig om geen klanten te verliezen. Dat mag waar zijn in het ideaal, de utopie, van de oude economische theorie, en mag in feite in het verleden ook waar zijn geweest, maar in het huidige kapitalisme, gedomineerd door multinationals, is daar niet veel van te zien.

Controle

Milbank and Pabst[ii] vatten het probleem samen als volgt. Terwijl waarden en deugden, als instrumenten voor positieve vrijheid, gezien worden als een kwestie voor individuen, buiten bereik van de overheid, is het potentieel voor kwaad, in excessief eigenbelang ten koste van anderen, een publieke zaak, omdat het de negatieve vrijheid bedreigt. Inperken van de uitwassen van eigenbelang wordt dan de enige morele taak van de overhead. Geen beroep kan worden gedaan op deugden want die liggen buiten het publieke debat, en zijn bovendien te vaag, variabel, verscheiden en verward om enige greep te bieden. Dan werkt alleen het opleggen van controle.

Dit idee gaat terug op het idee van Hobbes van de noodzaak van een ‘Leviathan’ ter beheersing van de ‘oorlog van allen tegen allen’.

En vervolgens, om rationeel en universeel te zijn, zonder te letten op individuele waarden, motieven, talenten, ethische vermogens, ervaring en omstandigheden, moet controle bureaucratisch, uniform en onpersoonlijk zijn (hier denkt men aan Weber), opgelegd door de staat (of in naam van de staat [iii]). Bijgevolg wordt gedrag in toenemende mate geregimenteerd en verstikt door een opeenstapeling van controle. [iv]

Commodificatie

Efficiëntie is objectief en meetbaar, als minimale geldelijke kosten, terwijl waarde, voor de beoordeling van kwaliteit, subjectief is en ongrijpbaar, omdat zij verder gaat dan alleen ruilwaarde, uitgedrukt in prijs. Deze reductie van alle waarde tot ruil heet ‘commodificatie’.

In de arena van rationeel beleid wint dan efficiëntie altijd. Als kwaliteit een rol moet spelen, dan moet het gevat worden in geobjectiveerde, meetbare, standaarden van vaardigheid, proces of uitkomst, en dat draagt bij tot de opeenstapeling van verstikkende controles.

Zoals geconstateerd door Milbank en Pabst, verklaren deze punten tezamen het raadselachtige fenomeen, in onze huidige samenleving, van een alliantie tussen marktideologie, die maximale negatieve vrijheid eist voor handelen uit eigenbelang, met gecentraliseerde, uniforme controle, onder regie van de staat, om bedreiging van negatieve vrijheid in te perken.

Socialistische idealen van een sterke staat kunnen aldus een alliantie aangaan met liberale idealen van negatieve vrijheid. Een vereiste hiervoor was alleen dat het socialisme haar oude idealen liet vallen, van sociale rechtvaardigheid die verder gaat dan alleen wettelijke regelingen, bundeling van solidariteit, bescherming van zwakken, en de ‘verheffing’ van het volk met educatie en cultuur.

Dit resulteert niet alleen in een verminderd perspectief voor positieve vrijheid, in het nastreven van het goede leven, maar, ironisch genoeg, ook in minder negatieve vrijheid, in steeds meer insnoering en regimentatie van gedrag. En zo bijt het liberalisme in zijn eigen staart.

Ik realiseer me dat er voor een omschakeling naar een politiek en een economie van waarden en deugden nog veel te bedenken en uit te leggen is. Daar wordt aan gewerkt.[v] De centrale uitdaging daar is om de publieke bevordering van deugden te verenigen met een vrije keuze van wat men ziet als het goede leven, om die niet te beperken maar juist een basis ervoor te scheppen.[vi] Dat behoudt nog een basiswaarde van het liberalisme, in een nieuwe synthese van negatieve en positieve vrijheid.

* Een Engelse versie van dit stuk verscheen recent op het blog http://philosophyonthemove.blogspot.nl


[i] Deirdre McCloskey, ‘Bourgeois virtue’, Wiley online library, 2006.

[ii] John Milbank & Adrian Pabst, ‘The politics of virtue’, London: Rowman & Littlefield, 2016.

[iii] Zoals in het geval van ziekenhuizen, met gedetailleerde protocollen voor werk, gedelegeerd aan verzekeringsmaatschappijen.

[iv] Dat heeft me gebracht tot ‘horizontale controle’ als een lichtere vorm van controle, met meer ruimte voor vertrouwen.

[v] Zie o.a. de inzet van de Goldschmeding Foundation om te komen tot een vernieuwing van theorie en onderwijs van economie. Zie ook mijn boek ‘How markets work and fail, and what to make of them’, Edward Elgar 2014, 2015 (paperback), waarin ik pleit voor een overstap van nutsethiek naar waardenethiek.

[vi] Zie recente stukken op mijn blog http://philosophyonthemove.blogspot.nl

Te citeren als

Bart Nooteboom, “Crisis van het liberalisme”, Me Judice, 17 november 2016.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding ‘Fresh Every Day.’ van Neil Moralee (CC BY-NC-ND 2.0)

Ontvang updates via e-mail