Crisisbeleid volgens een andere economische theorie

Crisisbeleid volgens een andere economische theorie image

Afbeelding ‘Herding Sheep at Lough Mask’ van Stacy (CC BY-SA 2.0).

24 jun 2009
Maak economische modellen waarin kuddegedrag, status en ‘selffulfilling prophecies’ – belangrijke factoren achter het ontstaan van de huidige kredietcrisis – een rol spelen. Dan kunnen de beleidsadviezen van economen wel eens heel anders uitvallen, stelt Jeroen van den Bergh.

Een alternatief voor de huidige micro- en macro-economie

Kuddegedrag, misleidende informatie en positieve terugkoppeling zijn essentiële elementen van de huidige crisis. Economische theorieën en modellen zouden in staat moeten zijn om deze goed te beschrijven. Kunnen ze dat? Ik denk van niet. De reden is dat het gros van de macro-economische en algemeen-evenwichtsmodellen uitgaat van geïsoleerde, representatieve agenten, rationeel gedrag en zelfgerichte motieven. Om een opening te bieden naar meer realistische aannames moet aandacht worden geschonken aan populaties van heterogene agenten die sociale motieven hebben, begrensd rationeel zijn, en interacteren via statuseffecten en imitatie. Dit impliceert in methodische zin een combinatie van behavioral economics en een evolutionair-economische, multi-agent benadering. Dit resulteert in een evolutionaire systeemanalyse die een alternatief voor algemeen-evenwichtsanalyse biedt.

Betere analyse van de rol van informatie

Een dergelijke aanpak is uitermate geschikt om de invloed van informatie, informatiediffusie en informatiebeleid op agenten en indirect de gehele economie te onderzoeken. Bovendien is ze in staat om veranderingsprocessen in termen van gedragsmatige, technische en institutionele innovaties gedetailleerder te beschrijven dan traditionele modellen. Niet voor niets is de toepassing van evolutionair-economische modellen ver gevorderd binnen de financiële en innovatie-economie (Anderson e.a., 1988; Levy e.a., 2000; Potts, 2000). Ook de macro-economie zou moeten openstaan voor deze benadering. Er bestaan trouwens al systeemmodellen die trachten een veelheid aan economische, demografische en sociologische aspecten in een dergelijk raamwerk bijeen te brengen (Epstein en Axtell, 1996). Deze zouden kunnen worden uitgebreid met robuuste economische mechanismen zoals vastgesteld binnen de traditionele economie. Een dergelijke synthese kan mogelijk meer inzicht opleveren over de oorzaken van economische crises alsmede oplossingsrichtingen.

Voorts is de happiness economics ofwel studie van subjective well-being relevant, omdat dit veld empirisch inzicht verschaft in de relatieve invloed van absoluut en relatief inkomen, werk, vrije tijd en andere factoren op menselijke welvaart en geluk (Van Praag and Ferrer-i-Carbonell, 2004). Dit omvat informatie over de variatie van individuele preferenties, hetgeen een empirische basis kan vormen voor evolutionaire modellen met heterogene agenten.

Drie soorten beleidsimplicaties illustreren de relevantie van een raamwerk gebaseerd op behavioral, evolutionary en happiness economics.

Wees kritisch op informatie – BNP en reclame

Allereerst zou de rol van essentiële informatie kritisch moeten worden belicht. De BNP indicator is een belangrijk voorbeeld van misleidende informatie die de negatieve spiraal – kenmerkend voor een economische crisis – versterkt. Deze indicator biedt geen betrouwbare informatie over welvaart of vooruitgang, maar oefent helaas wel veel invloed op het gedrag van alle private en publieke actoren in onze samenleving. Als iedereen meent dat het BNP minder groeit of zelfs omlaag gaat, en indien dergelijke gevoelens tevens worden versterkt door de media zoals momenteel geschiedt, dan zal de kans daarop toenemen. BNP informatie versterkt dus onnodig de crisis en – paradoxaal – het kan economische groei juist belemmeren. Hier past ook een kritischere visie op de rol van commerciële reclame in onze samenleving. Ondanks baten voor bedrijven en aandeelhouders betekent deze mogelijk een netto kostenpost voor de samenleving als geheel. Waar de overheid algemeen wordt geacht de soevereiniteit van consumenten te respecteren, wordt vrij kritiekloos geaccepteerd dat bedrijven voorkeuren van consumenten beïnvloeden voor eigen winstbejag. Bovendien geldt op zijn best dat reclame nuttige informatie ontbeert en op zijn slechtst dat het kleine leugens en discutabele waarden overdraagt.

Herverdeling van werk

Het meest zorgzame kenmerk van elke economische crisis is een hoge werkloosheid. Uit economische en psychologische studies blijkt namelijk dat werkloosheid – los nog van gerelateerde inkomensdaling – een groot verlies aan geluk veroorzaakt. Economen zouden het als een intellectuele uitdaging moeten zien om bij te dragen aan een samenleving waar werk (en samenhangend hiermee inkomen) eerlijker verdeeld is dan nu, waar we niet eindeloos verwikkeld zijn in “ratraces” om inkomen en lange werkdagen. Herverdeling van werk is uiteraard geen nulsomspel en enige opoffering van productiviteit zou dan ook overwogen moeten worden wanneer daar voldoende geluks/welvaartswinst tegenover staat vanwege minder werklozen en meer tijd voor andere zaken dan werk. Meer algemeen zouden economen serieuzer aandacht moeten schenken aan de invloed op welvaart van het hebben van werk, het ontbreken van (werk)stress, en het hebben van (meer) vrije tijd, meer tijd voor vrienden, en meer tijd voor de zorg van kinderen of oudere familieleden.

Uiteraard gaat het er niet om mensen in een keurslijf te dwingen van minder consumptie of bijv. een 32 urige werkweek. Diversiteit en vrije keuze zijn prima. Het punt is dat er een zekere norm heerst die mensen onnodig het gevoel geeft dat ze hard moeten werken, veel moeten verdienen en veel moeten consumeren. Dit conformisme of imitatiegedrag sluit aan bij inzichten van de “behavioral economics” over sociale motieven en de zucht naar status. Dergelijk gedrag kan worden gekarakteriseerd als een vorm van markt- of meer precies gedragsfalen, namelijk als het bestaan van externe effecten in consumptie en werk. Zoals elke econoom weet, is dit een gerechtvaardigde reden voor overheidsingrijpen. Meer inzicht is nodig in hoe begrensde rationaliteit zich precies verhoudt tot subjectieve welvaart. Dit vereist het leggen van dwarsverbanden tussen de onderzoeksvelden behavioral economics en happiness economics.

Maak mensen bewust van de invloed van informatie

Een derde beleidsimplicatie is het bewuster maken van mensen dat allerlei informatie en statusgevoelens invloed hebben op hun voorkeuren en gedrag. Dit kan vervolgens bijdragen aan het temperen van maatschappelijk ongewenste dynamieken in consumptie en arbeidsmarkten. In relatie met de voorgaande discussie zou de overheid de randvoorwaarden voor werk en consumptie kunnen aanpassen, te beginnen met het formuleren van een kortere werkweek als norm, en het stimuleren van jongeren om niet gewend te raken aan lange werkweken met bijbehorende hoge salarissen en materiële consumptiepatronen. Het laatste kan worden gezien als een soort correctie van begrensde rationaliteit. De overheid zou tevens aandacht voor de relatie tussen geluk, consumptie, werk en status in onderwijs en opvoeding kunnen stimuleren.

De voorgaande problemen en beleidsoverwegingen raken de kern van de economische crisis en verdienen meer serieuze en geïntegreerde aandacht in economisch onderzoek. Behavioral, evolutionary en happiness economics bieden essentiële bouwstenen hiervoor.

* Met dank aan Wouter Botzen en Albert Krouwels voor nuttig commentaar.

Referenties:

Anderson, P.W., K.J. Arrow and D. Pines (eds.) (1988). The Economy as an Evolving Complex System. Santa Fe Institute Studies in the Sciences of Complexity. Addison-Wesley, Reading, MA.

Epstein, C., and R. Axtell (1996). Growing Artificial Societies: Social Science from the Bottom Up. The MIT Press, Boston, Mass.

Levy, H., M. Levy and , S. Solomon (2000). Microscopic Simulation of Financial Markets: From Investor Behavior to Phenomena. Academic Press, New York.

Potts, J. (2000). The New Evolutionary Microeconomics: Complexity, Competence, and Adaptive Behavior. Cheltenham, Edward Elgar.

Van Praag, B.M.S., and A. Ferrer-i-Carbonell (2004). Happiness Quantified: A Satisfaction Calculus Approach. Oxford University Press, Oxford.

Te citeren als

Jeroen van den Bergh, “Crisisbeleid volgens een andere economische theorie”, Me Judice, 24 juni 2009.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Afbeelding ‘Herding Sheep at Lough Mask’ van Stacy (CC BY-SA 2.0).

Ontvang updates via e-mail