De komende crisis

Nu de val van zakenbank Lehman Brothers alweer tien jaar achter ons ligt, dringt de vraag zich op hoe de financiële wereld er nu voor staat. Economisch historicus Jan Luiten van Zanden maakt de balans op en concludeert: de economische schade van een nieuwe crisis mag misschien minder zijn, de politieke instituties zijn nu veel minder voorbereid.

Als economen en politici unaniem optimistisch zijn over de economie, dan is er één ding zeker: de volgende crisis ligt op de loer. De vorige crisis, de financiële crisis van 2008, is al weer tien jaar geleden, waardoor er nu op enige schaal wordt teruggeblikt op deze dramatische jaren.

Conjunctuurgevaar

De wereldeconomie kent sinds het ontstaan van het kapitalisme een conjunctuurgolf van ongeveer 10 jaar – soms iets korter, soms iets langer, maar elke ‘boom’ ontmoet uiteindelijk zijn ‘bust’. Het najaar is bovendien vrijwel steeds de periode waarin de omslag plaatsvindt. De fameuze Wall Street Crash van Oktober 1929 is daar het meest beruchte voorbeeld van, net als vrijwel alle grote crises na de zomer begonnen. De enige verschuiving die lijkt op te treden, is dat beurshandelaren die dit fenomeen kennen hierop zijn gaan anticiperen, waardoor de omslag eerder in het seizoen plaatsvindt (Lehman ging bijvoorbeeld al in september failliet). De stormbarometer bij uitstek, de ‘omgekeerde rentestructuur’[1] doet zich momenteel weer voor, wat geleid heeft tot de eerste speculaties over de naderende recessie (zie Financieele Dagblad, 2018).

De vraag is vooral: ‘wat zal de omslag triggeren, en hoe dramatisch zal deze zijn?’ Het ironische van de huidige hoogconjunctuur is dat deze in niet onbelangrijke mate veroorzaakt wordt door de goedkoop-geld politiek van de Centrale Banken van de EU en de VS. Of, in ieder geval opgeblazen wordt door een vastgoedbubbel die weer wordt mogelijk gemaakt door deze centrale banken. Zeker de EU lijkt nog bezig de vorige crisis te bestrijden, waardoor het gevaar ontstaat dat er geen beleidsinstrumenten en vooral beleidsruimte zullen zijn om de nieuwe crisis het hoofd te bieden. Wat te doen met een patiënt die al langdurig aan het infuus van het goedkope geld ligt, als er een nieuwe infectie optreedt? Dat er een bubbel is op vastgoedmarkten en beurzen lijkt wel duidelijk, maar toch is dit niet vergelijkbaar met de lange vastgoedbubbel van voor de 2007/2008-crisis. Het ineenstorten daarvan, vooral in de VS, was de directe aanleiding van alle ellende die volgde. Het lijkt onwaarschijnlijk dat dit scenario zich gaat herhalen, aangezien er nu niet zoveel lucht in de financiële markten zit. Bovendien is de bankensector recent redelijk gesaneerd en daardoor (hopelijk) veel meer robuust dan in 2008.

Politieke instabiliteit

Het is veel waarschijnlijker dat het niet zozeer de economie zal zijn die de omslag teweeg zal brengen, maar de instabiele politieke verhoudingen. De crisis van 2008 vond plaats in een grotendeels veerkrachtig politiek systeem, met in de meeste landen stabiele regeringen en redelijk goed werkende vormen van internationale samenwerking. Dat systeem was dan ook, grosso modo, in staat redelijk effectief in te grijpen. De vergelijkende studie van de crises van 1929 en 2008 van de Berkeley econoom en economisch-historicus Barry Eichengreen heeft aangetoond dat dit het cruciale verschil was (Eichengreen, 2015). In 1929 faalden regeringen intern – zowel in de VS als in het toen ook cruciale Duitsland – om de ineenstorting te keren, en ook viel de internationale samenwerking volledig uit elkaar, met zo mogelijk nog rampzaliger gevolgen. 2008 was daarmee vergeleken een toonbeeld van effectieve interventie, in de eerste plaats om de noodlijdende banken te redden (behalve Lehmann, maar dat faillissement werd al snel als fout gezien). Er gingen wel wat rimpels van protectionisme door de wereldeconomie, maar veel stelde het niet voor.

Dat is nu grondig veranderd. Het is zeer goed denkbaar dat politieke verwikkelingen het eind van de lopende hoogconjunctuur zullen inluiden. Daar zijn verschillende scenario’s voor. Hier in Europa kan de Brexit uit de hand lopen en leiden tot een dramatische handelsoorlog. Meer in het algemeen is het Europese bouwwerk de afgelopen jaren – beginnend met de Griekse crisis van 2010-2012 - zeer verzwakt. En in de afgelopen ‘goede jaren’ is er niet veel gedaan om de centrale problematiek van de EMU te adresseren. Het euro-drama is blijven dooretteren. Bij bijna elke verkiezing in een van de lidstaten moet men de adem inhouden of anti-EU partijen (opnieuw) een meerderheid gaan krijgen. Italië is misschien binnen de groep van EU-leden de beste kandidaat voor trigger van een crisis die de stabiliteit van de hele EU kan aantasten.

De EU is intern kwetsbaar, maar ook extern met betrekking tot de veiligheid van Europa zijn er scenario’s te bedenken die een zware test voor de economie zouden opleveren. Als Poetin een strategisch spel met ons speelt – en wie denkt dat hij dat niet doet? – wat is dan de volgende stap? Wat denkt hij te doen met het politiek krediet dat hij in Centraal Europa aan het opbouwen is?

Situatie in de VS

Maar Europa is niet de grootste bron van instabiliteit en onvoorspelbaarheid. Daarvoor moet men in Washington zijn, waar een president resideert die in zijn eentje probeert de naoorlogse instituties van internationale samenwerking te slopen. De mogelijke oorzaken van instabiliteit zijn hier legio; het uit de hand lopen van de handelsoorlog met China of de EU is een voor de hand liggende kandidaat. Internationale samenwerking om een grote crisis het hoofd te bieden lijkt in het huidige klimaat onwaarschijnlijk. Belangrijker nog, voor het eerst sinds de jaren 1860 zijn er ook vraagtekens te plaatsen bij de interne stabiliteit van de Verenigde Staten. De inkomens- en vermogensongelijkheid heeft extreme vormen aangenomen, en loopt deze jaren alleen nog maar verder op. Democraten en Republikeinen liggen in vrijwel alle opzichten extreem ver uit elkaar, en niets lijkt deze middelpuntvliedende beweging te kunnen stoppen. Het is maar zeer de vraag hoe een externe schok opgevangen zou moeten worden die bijvoorbeeld de geloofwaardigheid van de president zou ondermijnen; bijvoorbeeld, hij blijkt toch te zijn gechanteerd door Poetin, of hij blijkt de afgelopen jaren veel inkomsten uit ‘Russische’ bronnen genoten te hebben). Dit zou helemaal problematisch worden wanneer, wat te verwachten is, een groot deel van de bevolking (inclusief de president zelf) al bij voorbaat zulke ‘feiten’ niet zal wensen te erkennen. Hoe bezweert men het geleidelijk in twee kampen uit elkaar vallen van het Amerikaanse politieke systeem?

Conclusie

Dat is het paradoxale van de huidige situatie: de politieke, en daarmee ook de economische instabiliteit komt niet voort uit de marge van de wereldeconomie, maar uit de twee centra, de VS en de EU, die in het verleden de stabiliteit zo niet garandeerden dan toch wel sterk bevorderden. En dat doet weer denken aan de jaren 1920 en 1930, toen, naar het oordeel van Charles Kindleberger, het Verenigd Koninkrijk niet meer in staat was de regie over de wereldeconomie te voeren (wat ze voor 1914 gedaan had), en de Verenigde Staten niet bereid waren om die rol over te nemen (Kindleberger, 1973). Gebrek aan leiderschap – aan een hegemone speler die erop kan toezien dat de meeste landen zich aan de regels van het internationale spel hielden – was in zijn ogen het kernoorzaak van de depressie van de jaren dertig. Nu zitten we in een situatie waarin de ‘hegemoon’ VS zelf alle spelregels uitdrukkelijk aan zijn laars lapt, en alleen maar op komt voor eigen korte termijn belangen. En tegelijkertijd heeft de nieuwe wereldmacht China geen idee – niet de status noch de ‘soft power’- hoe het leiding dient te geven aan de wereldeconomie.

Kortom, de terugslag die er aan zit te komen, zal misschien in eerste instantie in economische termen minder dramatisch zijn dan in 2008, maar de politieke instituties zijn er veel minder klaar voor om de eventuele problemen het hoofd te bieden.

Voetnoten 


[1] De rente op de geldmarkt overtreft die op de kapitaalmarkt, wat een teken is dat de kapitaalmarkt onweer in het verschiet ziet

Referenties

Kindleberger, C. (1973), The World in Depression: 1929–1939 , University of California Press

Eichengreen, B. (2015), Hall of mirrors: the Great Depression, the Great Recession, and the uses—and misuses—of history, Oxford University Press

Het Financieele Dagblad (2018), “ Het grootste alarmsignaal van de markten dreigt af te gaan ”, 28 augustus


[1] De rente op de geldmarkt overtreft die op de kapitaalmarkt, wat een teken is dat de kapitaalmarkt onweer in het verschiet ziet

Te citeren als

Jan Luiten van Zanden, “De komende crisis”, Me Judice, 11 september 2018.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Afbeelding ‘Marriner S. Eccles Federal Reserve Board Building’ van ctj71081 (CC BY-SA 2.0).

Ontvang updates via e-mail