De opmerkelijke veerkracht van een open economie

De opmerkelijke veerkracht van een open economie image

Afbeelding ‘Container harbour’ van astrid westvang (CC BY-SA 2.0).

De motor van de wereldhandel sputtert als sinds 2008, maar de Nederlandse economie merkt daar weinig van. Onze belangrijkste handelspartners kampen met zware tegenwind of zaaien storm, maar Nederland blijkt daar veel minder last van te hebben dan men op voorhand zou verwachten, aldus hoogleraar Peter van Bergeijk.

De deglobalisering die zich sinds het begin van de Financiële Crisis aan het voltrekken is, is weliswaar een nieuwe ervaring voor de huidige generatie maar desondanks geen uniek fenomeen. Vanuit historisch perspectief is er sprake van een afwisseling van lange perioden van globalisering en deglobalisering en van multilateralisme naar bilateralisme (Bergeijk en Moons, 2018). Het omslagpunt van deze golfbeweging ligt in het midden van het vorige decennium, en de Brexit en het beleid van President Trump zijn symptomen van die neerwaartse trend (Bergeijk, 2019). Figuur 1 biedt een historisch overzicht van een veelgebruikte maatstaf voor openheid. Daaruit blijkt dat ons land sinds het begin van de twintigste eeuw in het merendeel van de jaren veel opener is geweest dan de wereldeconomie; alleen in de jaren dertig en tijdens de hoogtijdagen van de globaliseringsgolf (vanaf het midden van de jaren negentig tot en met de wereldhandelskrimp van 2008/2009) gedroeg Nederland zich gemiddeld. Opmerkelijk is de sprong in de Nederlandse openheid sinds 2009. Terwijl de wereldeconomie terecht kwam in de wereldhandelsvertraging (Hoekman, 2015) en de mate van openheid van de wereldeconomie zich nog steeds onder het vorige piekniveau bevindt, wordt Nederland steeds opener. Er dienen zich twee vragen aan. Ten eerste: vanwaar die veerkracht na de handelskrimp (Bergeijk, Brakman en Marrewijk, 2017)? Ten tweede: brengt dit geen ongewenste risico’s met zich in een periode van toenemende deglobalisering?

Figuur 1: Openheid van Nederland en de wereldeconomie (index cijfers 2007=100)

Bronnen: CBS en van Bergeijk 2019

 

Eén van de opvallende ontwikkelingen van het Nederlandse handelspatroon is dat de mate van concentratie afneemt. Dit gebeurt in de tijd, zoals wordt geïllustreerd in Figuur 2 die de Herfindahl index van de Nederlandse uitvoer laat zien. De Herindahlindex is de som van de gekwadrateerde handelsaandelen en beloopt 1 in het theoretische geval van volledige concentratie op 1 land; hoe lager de index des te geringer de concentratie.

Figuur 2: Herfindahlindex Nederlandse uitvoer o.b.v. handelspartners

 
Bron: berekend op basis van CBS

Ook wat betreft de traditionele handelspartners van Nederland is er sprake van een afname van de mate van concentratie. De daling van de handelsaandelen in Figuur 3 is een opmerkelijke breuk met het patroon van de vorige eeuw toen de Europese handelspartners voortdurend belangrijker werden voor onze economie. [1] Deze heroriëntering is de sleutel tot de veerkracht en het weerstandvermogen van de Nederlandse handel: Nederlandse bedrijven zijn hierdoor in staat gebleken ruimte te scheppen voor landen die nog niet door het deglobaliseringsvirus zijn getroffen en konden zo het aandeel van die afzetmarkten vergroten waar de groeimogelijkheden het grootst bleken te zijn. Dit brengt ons bij de tweede vraag, namelijk of de toenemende openheid van de Nederlandse economie een risico is.

Figuur 3: Handelsaandelen van Nederland met belangrijkste handelspartners

Bron: berekend op basis van CBS

In een periode waarin handelsverstoringen steeds frequenter voor problemen zorgen lijkt toenemende openheid op zich een risico (Besedeš en Nitsch, 2019). Voor een econoom is het echter vanzelfsprekend dat dit niet wil zeggen dat men naar autarkie moet streven; het gaat er om dat men de opbrengsten van internationalisering verdisconteerd. Bovendien, wanneer iets risicovoller wordt zonder dat het verwachte rendement stijgt dan moet men die activiteit minderen maar niet vaarwel zeggen. In dit geval draagt de heroriëntering op twee manieren bij. De verwachte opbrengsten zijn in de nieuwe markten hoger en er komt een betere risicospreiding, namelijk over meer exportmarkten. Juist in een periode waarin zoveel onverwachte gebeurtenissen in traditionele afzetmarkten optreden is die risicospreiding een belangrijk element van het weerstandsvermogen.

Voetnoten


[1] Hetzelfde patroon treedt op indien men naar handel in toegevoegde waarde kijkt, maar hier zijn minder recente gegevens voorhanden waardoor de op de Brexit anticiperende afname van het belang van het VK nog niet met zulke gegevens kan worden onderzocht

Referenties

P.A.G. van Bergeijk, 2019, Deglobalization 2.0: Trade and openness during the Great Depression and the Great Recession , Edward Elgar.

P.A.G. van Bergeijk en S. Moons, 2018, “Het toenemend belang van bilaterale economische diplomatie” , Me Judice, 22 juni 2018.

P.A.G. van Bergeijk, S. Brakman en C. van Marrewijk, 2017, "Heterogeneous economic resilience and the great recession's world trade collapse." Papers in Regional Science 96.1 blz. 3-12.

T. Besedeš en V. Nitsch (red.), 2019, Disrupted Economic Relationships: Disasters, Sanctions, Dissolutions , MIT Press: Cambridge, MA.

B. Hoekman (red.) (2015) The Global Trade Slowdown: A New Normal? CEPR: London.

Te citeren als

Peter van Bergeijk, “De opmerkelijke veerkracht van een open economie”, Me Judice, 25 februari 2019.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Afbeelding ‘Container harbour’ van astrid westvang (CC BY-SA 2.0).

Ontvang updates via e-mail