Duitse Hof zal in toetsing ECB economische kijk moeten ontwikkelen

Het oordeel van het Duitse Hof om monetaire financiering van begrotingstekorten te verbieden heeft voor veel ophef gezorgd. Wie echter de gespierde uitspraak goed leest komt tot de conclusie dat deze uitspraak weinig voorstelt voor de dagelijkse praktijk, aldus de Tilburgse economen Eijffinger en Mujagic. De juridische kijk op zaken zal het goed doen onder vakgenoten maar voor de economische praktijk betekent het dat de ECB vrij is om te doen wat zij denkt dat zij moet doen. Het Hof zal in toetsing ECB een economische kijk moeten ontwikkelen.

Ophef

Eén zin in het oordeel van het Duitse Constitutionele Hof op 12 september heeft voor heel veel ophef gezorgd, namelijk dat ‘ein Erwerb von Staatsanleihen am Sekundärmarkt durch die Europäische Zentralbank, der auf eine von der Kapitalmärkten unabhängige Finanzierung der Haushalte der Mimtgliedstaaten zielte, ist als Umgehung des Verbotes Monetärer Haushaltfinanzierung ebenfalls untersagt’. Ofwel: het opkopen van staatsobligaties op de secundaire markt door de ECB, die erop gericht begrotingen van de eurolanden te financieren onafhankelijk van de kapitaalmarkten, is te zien als een poging om het verbod op monetaire financiering te omzeilen en is daarmee verboden.

Wat zegt Hof echt?

De eurosceptische economen, juristen en politici, vooral in Duitsland, kraaien victorie op basis van die zin. ‘Karlsruhe’ zou het de ECB verboden hebben staatsobligaties onbeperkt op te kopen. Maar dat is niet juist. Zij halen namelijk economie en rechtspraak door elkaar. Als we die cruciale zin gaan ontleden, zien we dat al snel. Neem de zinsnede over mogelijke financiering van begrotingstekorten onafhankelijk van de kapitaalmarkten. De rechters kunnen zeggen dat de ECB heeft aangekondigd om alleen staatsobligaties met een looptijd van maximaal drie jaar op te kopen. Begrotingstekorten worden zoals bekend echter ook gefinancierd met leningen met looptijden van meer dan drie jaar. Daarnaast is er het punt dat de ECB-actie niet door de beugel zou kunnen als het opkoopprogramma als doel heeft begrotingstekorten te financieren. Het doel dat de ECB gaf is echter zorgen dat het transmissiemechanisme van het monetair beleid, zeg maar het schoonmaken van de leidingen waarlangs een rentewijziging door de ECB werkt naar de reële economie toe, gerepareerd wordt.

Juridische kijk

Het kan natuurlijk zo zijn, en wij vrezen daar ook voor, dat het gevolg van deze acties van de ECB zal zijn dat een deel van de begrotingstekorten gefinancierd zal worden. Maar dat is een politiek-economische discussie en zal bovendien pas na enige tijd blijken. Wat op dit moment belangrijk is, is dat de rechters niet zeker kunnen weten dat de ECB inderdaad de begrotingstekorten zal financieren. Zij kijken naar de juridische kant van zaken. Wat zij dan zien is dat de ECB een opkoopprogramma aankondigt dat als doel heeft ervoor te zorgen dat de ECB haar werk kan doen.

Daarnaast is het opkoopprogramma gebonden aan voorwaarden. Een land dat de hulp van de ECB wil hebben, moet een aanvraag indienen voor noodleningen uit het euronoodfonds (EFSF/ESM) en zich daarmee onderwerpen aan toezicht van de trojka. Ook hiervoor geldt dat de geloofwaardigheid van deze belofte erg klein is. Immers, de ECB heeft een beroerde trackrecord op dit gebied. Toen Italië vorig jaar beloofde hervormingen door te voeren als de ECB staatsobligaties van dat land zou opkopen, deed de ECB dat. Oók nadat Italië onder Berlusconi niets hervormde. Maar wederom geldt dat de rechters dat allemaal niet kunnen weten als ze in een vroeg stadium worden gevraagd te oordelen over de voornemens van de ECB. Het Hof in Karlsruhe vragen de ECB te verbieden zijn plannen uit te voeren, zou gelijk zijn een rechter te vragen om iemand te verbieden achter het stuur te kruipen omdat hij toch te snel zal rijden. Dat kan die rechter simpelweg niet weten. Het is namelijk ook mogelijk dat de bestuurder zich keurig aan de maximumsnelheid zal houden, wat zijn historie ook is. Sterker nog, die bestuurder heeft nog niet eens zijn rijbewijs. De ECB heeft namelijk laten weten wat ze wil doen, maar de modaliteiten en voorwaarden waaronder moeten nog bepaald worden.

Hof zal niet snel afkeuren

De kans is daarom groot dat wanneer het Hof in Karlsruhe zich over enige tijd uitspreekt over de plannen van de ECB om onbeperkt staatsobligaties met een looptijd tot maximaal 3 jaar op te kopen, het die plannen op dat moment niet zal afkeuren door het ontbreken van een juridische basis.

Het Hof kan de plannen van de ECB op dit gebied pas in een veel later stadium in strijd met de Duitse grondwet verklaren als het gedurende langere tijd het feitelijke opkoopprogramma van de ECB aanschouwd heeft én met zekerheid kan vaststellen dat de centrale bank niet bezig is met reparatie van de monetaire leidingen maar stiekem geld stopt in de zakken van de overheden die blut zijn. Anders gesteld, Karlsruhe kan dit beleid van de ECB alleen verbieden als onomstotelijk vaststaat dat de ECB zijn onafhankelijkheid verloren heeft én een ander doel voorrang geeft boven het doel van prijsstabiliteit. De Duitse grondwet stelt in artikel 88 namelijk dat het land monetaire soevereiniteit alleen over mag dragen aan een instelling die net als de Bundesbank onafhankelijk opereert én prijsstabiliteit als taak heeft.

ECB heeft vrij spel

Voor de korte termijn betekent dit allemaal dat de economen, juristen en politici in sommige landen, zoals Duitsland, moord en brand kunnen schreeuwen over de plannen van de ECB, maar die plannen zullen gewoon doorgaan. De bank zal daarmee starten zodra Spanje of Italië een beroep doen op het euronoodfonds, waaraan het Hof in Karlsruhe een voorwaardelijk groen licht gegeven heeft. Dat de ECB daarmee nog verder weg zal drijven van het aanvankelijke rolmodel van de Bundesbank en nog meer op een kloon van de Banca d’Italia zal lijken, is helaas de prijs die betaald zal moeten worden voor het feit dat de Europese regeringsleiders de crisis al twee jaar niet op een fundamentele wijze hebben durven aan te pakken.

Hof moet economische kijk ontwikkelen

Vroeg of laat komt er echter een moment dat het Hof zich behalve op afspraken, resoluties en verdragen ook op de werkelijkheid moet gaan baseren. De euro bestaat al ruim een decennium en de rechters zouden kunnen oordelen dat dit een voldoende lange periode is om na te gaan of de euro een tweede Duitse mark is. Hetzelfde geldt voor de muntunie. De rechters hebben op zich voldoende feitelijke gegevens voorhanden om na te gaan of de eurozone een stabiele of inflatoire muntunie is. Of ze kunnen het Europese monetaire beleid toetsen aan de statuten van de Europese Centrale Bank. In de statuten is onder meer bepaald dat monetaire financiering aan eurolanden streng verboden is, dat de centrale bank volkomen onafhankelijk van de politiek moet opereren en dat prijsstabiliteit de enige doelstelling van het monetaire beleid mag zijn.

* Dit is een uitgebreide versie van het artikel dat op 5 oktober in NRC Handelsblad verscheen.

Te citeren als

Sylvester Eijffinger, Edin Mujagic, “Duitse Hof zal in toetsing ECB economische kijk moeten ontwikkelen”, Me Judice, 6 oktober 2012.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding ‘Verhandlung über das Bundestagswahlrecht vor dem Bundesverfassungsgericht’ van Mehr Demokratie (CC BY-SA 2.0)

Ontvang updates via e-mail