Fossiele energie levert óók veel belasting op

11 nov 2022

Eerder publiceerde MeJudice een artikel van Alman Metten waarin het belastingvoordeel voor de fossiele industrie werd berekend. De uitkomst, het bedrag van 17,5 miljard euro per jaar, wordt vaak aangehaald door de milieubeweging. Volgens Wouter Roorda moet de belastingheffing met betrekking tot fossiele energie in een breder perspectief worden geplaatst. Volgens hem is er niet sprake van 17,5 miljard aan subsidies, maar 35 miljard aan miljard aan belastingopbrengsten.

Brief aan de kamer

Naar aanleiding van een motie uit 2018 van de Tweede Kamer, waarin werd gevraagd om een stapsgewijze afbouw van financiële prikkels die de Nederlandse klimaatdoelen tegenwerken, stuurde de minister van EZK op 14 september 2020 een brief aan de Kamer met daarin een overzicht van financiële prikkels voor fossiele brandstoffen in Nederland. Het zou daarbij gaan om een totaal bedrag van 4,5 miljard euro, waarvoor in hoofdzaak twee posten verantwoordelijk zijn: de vrijstelling voor gebruik van kerosine in het internationale luchtverkeer (2,4 miljard euro) en de vrijstelling van gebruik van diesel en stookolie voor de scheepvaart binnen de EU (1,5 miljard euro). Een aantal andere posten werd wel genoemd, maar viel volgens de minister niet te kwantificeren, zoals blijkt uit de tabel in de brief (zie downloads, rechts).  

Belastingvoordeel van 17,5 miljard

Op basis van openbare gegevens is door zelfstandig onderzoeker Alman Metten op MeJudice geprobeerd om een cijfermatige invulling te geven aan de vier posten waarvoor de brief geen kwantificering geeft:

  1. Het degressief tarief in de energiebelasting belast kleinverbruikers sterk en grootverbruikers juist weinig. Metten vergelijkt de belastingtarieven met de ongesubsidieerde prijs die consumenten voor elektriciteit en gas betalen en berekent het subsidievoordeel voor grootverbruikers aan de hand van hun geschatte verbruik op ten minste 4,6 miljard euro.
  2. Het vrijstellen van belasting van het gebruik van aardgas, olie en kolen voor elektriciteitsopwekking vormt op basis van het energiegebruik van energiebedrijven een subsidie van 5,1 miljard euro.
  3. De vrijstelling van accijns en BTW op olie en gas bij raffinage betekent op basis van de gebruikte hoeveelheden een subsidie van 1,4 miljard euro.
  4. De hogere accijns op benzine ten opzichte van diesel is, gecorrigeerd voor de hogere wegenbelasting die dieselrijders betalen, een subsidie voor diesel ter waarde van €1,8 miljard euro.

Opgeteld bij de eerdergenoemde 4,5 miljard euro uit de brief van de minister van EZK komt Metten zo op een totaalbedrag van 17,5 miljard euro per jaar aan subsidies voor fossiele energie.

Bezwaren tegen de berekening

Mijn bezwaar tegen de berekening op basis van het degressief tarief in de energiebelasting is dat Metten kiest voor een harmonisatie naar het hoogste belastingniveau. Dit impliceert een forse belastingstijging, waar het voor neutraliteit van de analyse voor de hand ligt de totale belastingopbrengst gelijk te houden en die opnieuw te verdelen over de verschillende belastingplichtigen.

Mijns inziens is de analyse van Metten partieel van karakter. Er wordt gefocust op verschillen die er bestaan binnen de genoemde belastingregelingen, maar de opbrengsten van deze regelingen blijven buiten beschouwing.

Verder zit er wel degelijk logica in de raffinagevrijstelling en de vrijstelling voor elektriciteitsopwekking. De geleverde fossiele brandstoffen zijn al belast bij de aanbieder via de mijnbouwheffingen. Het belasten van dezelfde grondstof bij levering aan de afnemer zou betekenen dat sprake is van dubbele belastingheffing.

Tenslotte is het verschil in belastingheffing tussen benzine en diesel niet te kwalificeren als subsidie. Zowel benzine als diesel wordt fors belast door de overheid. Voordat de huidige tijdelijke verlaging inging was de accijns op één liter benzine 83,2 cent en op één liter diesel 53,6 cent. Daar komt nog het BTW-tarief van 21 procent bij. Van de totale benzineprijs bestond circa 55 procent uit belastingen en bij diesel is dit circa 45 procent. Het is vreemd bij deze hoge percentages het verschil hiertussen als subsidie te kwalificeren.

De andere kant van de medaille

Mijns inziens is de analyse van Metten partieel van karakter. Er wordt gefocust op verschillen die er bestaan binnen de genoemde belastingregelingen, maar de opbrengsten van deze regelingen blijven buiten beschouwing. In 2022 gaat het volgens de bijlage van de Miljoenennota om verwachte opbrengsten van 7 miljard euro voor brandstofaccijnzen en respectievelijk 0,7 miljard euro en 11,6 miljard euro aan indirecte en directe energiebelastingen (bedragen exclusief tijdelijke compensatiemaatregelen). Daarnaast kunnen ook de autobelastingen, zoals de BPM (1,5 miljard euro) en de motorrijtuigenbelasting (4,3 miljard euro), als belasting op fossiele energie worden gezien, gegeven de vrijstellingen voor andere energiedragers binnen deze regelingen. De belastinginkomsten op fossiele energie in 2022 bedragen in totaal circa 25 miljard euro (p. 307).

Daarnaast is de winning van fossiele brandstoffen in Nederland geenszins belastingvrij, zoals blijkt uit de recente brief van de minister van EZK over de mogelijkheid tot belastingheffing op excessieve winsten van energiebedrijven. De combinatie van vennootschapsbelasting en mijnbouwheffingen leidt er toe dat 70 procent van de winst is belast. De uit deze belastingheffing resulterende aardgasbaten bedragen dit jaar circa 11,5 miljard euro en behoren tot de collectieve lastendruk.

In totaal brengen heffingen op fossiele energie dus meer dan 35 miljard euro per jaar in het laadje voor de overheid.

Slot

De berekening die ten grondslag ligt aan de bewering dat in Nederland jaarlijks sprake is van 17,5 miljard euro aan fossiele subsidies is partieel. Kijkend vanuit een breder perspectief concludeer ik dat fossiele energiebronnen de belastingheffing zeker niet ontspringen en dergelijke belastingen een belangrijke inkomstenbron vormen voor de overheid, die deze ook nog eens intensief gebruikt om het gedrag van burgers en bedrijven te sturen.

Te citeren als

Wouter Roorda, “Fossiele energie levert óók veel belasting op”, Me Judice, 11 november 2022.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Door 'Hans Porochelt'

Downloads

Ontvang updates via e-mail