Nederlandse rijken
Dat onze topondernemers en nieuwe rijken zich met succes kunnen meten met hun Amerikaanse voorbeelden is toe te juichen. We hoeven maar te denken aan John
de Mol, Wim van der Leegte en andere toppers in de Quote 500. En natuurlijk mag een dergelijke kwaliteit wat kosten. Grote verantwoordelijkheid en hard
werken worden goed beloond. Daar is niets mis mee. Ook mogen ze zich meten met de succesvolsten op een markt van toptalent waar Amerikaanse prijzen en
honoreringen bepalend zijn.
Sociale verantwoordelijkheid
Maar als men zich spiegelt aan Amerikaanse normen en gebruiken, dan zou het ook logisch zijn dat Nederlandse rijken zich ook spiegelen aan de Amerikaanse
traditie van sociale verantwoordelijkheid. In het Angelsaksische beloningsmodel vindt iedereen het prima dat je veel verdient. Daar staat echter tegenover
dat je ook iets terugdoet. In de Verenigde Staten is het heel gewoon dat succesvolle ondernemers dingen terugdoen voor de maatschappij door zich in de
politiek te mengen of grote sommen geld aan maatschappelijke doelen te schenken. Warren Buffett, Bill Gates en nu onlangs Mark Zuckerberg zijn zulke gulle
gevers.
De vreugde van het geven is bij het Nederlandse oud geld al bekend. Zo richtte de zakenfamilie De Pont het kunstmuseum de Pont in Tilburg op. Nu moet het
nieuwe geld in Nederland zich nog legitimeren. Mediatycoon Joop van den Ende is zo’n gulle gever, maar in Nederland is het nieuwe geld niet bijzonder gul.
Ruimhartig
In Amerika dragen vele prachtige musea de naam van een rijk iemand die zich geroepen voelde om iets terug te doen aan de samenleving aan wie hij zijn
rijkdom te danken had. Ook voelen velen zich na afloop van de studie met hun alma mater verbonden. Zij geven er op latere leeftijd ruimhartig aan
hun universiteit, al dan niet gekoppeld aan een vernoemde leerstoel. Twee topmannen van het internetbedrijf Cisco doneerden een aantal jaren geleden zelf
155 miljoen dollar aan hun voormalige universiteit, Stanford University.
De meeste Nederlandse ondernemers zien academisch onderwijs en onderzoek als een taak van de overheid, ook al is diezelfde overheid al lang aan het
terugtreden. Dergelijke initiatieven ontspruiten uit een gevoel van verplichting tegenover je samenleving. Nederlandse rijken voelen die
verantwoordelijkheid minder en doen er minder aan. Waar het om gaat is het geven van het goede voorbeeld en een zuiverende werking van binnenuit. Maar dat
kan ook op kleinere schaal. Met een betrokken houding verwerven ondernemers veel respect. En dan gaat het er om echt iets substantieels te geven. Niet de
bijdrage aan de lokale sport- of muziekvereniging. Nederlandse ondernemers willen veel verdienen, maar iets teruggeven aan de samenleving gebeurt maar
mondjesmaat. Dat is jammer, want hierdoor verwerven ze niet het respect dat ertoe zou kunnen bijdragen dat er meer naar hen wordt geluisterd. Bovendien
verliezen ze hun morele recht om met het vingertje naar de politiek te wijzen. Zie het onlangs opgestarte initiatief NL2025 van topbestuurders (FD, zaterdag 7 november 2015).
Moraliteit
Bedrijven hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid en nemen deze te weinig. Wanneer bedrijven, maar ook banken, hun maatschappelijke functie
veronachtzamen kweken ze mensen die zelf ook geen loyaliteit meer hebben. Als de top het verkeerde voorbeeld geeft stimuleer je dit gedrag. Dan hebben de
medewerkers geen respect meer voor hun bestuurders. Er dient dus met slechts één maat gemeten te worden. De moraliteit is zoek als de balans er niet is.
Niemand wil een losse moraal in zijn bedrijf of in de samenleving. Kortom, wat Nederland nodig heeft zijn ondernemers en bankiers die bezield zijn door
doelen die groter zijn dan enkel de winst. Ze moeten beseffen dat ze onderdeel van de samenleving zijn en een bijdrage aan het algemeen goed moeten
leveren.
De beste stuurlui staan aan wal? Zo lijkt het. Maar wanneer de nieuwe rijken serieus naar een andere cultuur toe willen kunnen ze geen eisen stellen aan
anderen wanneer ze deze niet ook aan zichzelf stellen. Hoe gedragen wij ons als burger, of als consument? Opeens komt het dan heel dichtbij. Laten we bij
onszelf te raden gaan hoe serieus we ons werk, inkomen en vermogen beleven, hoe serieus we onze sociale verantwoordelijkheid nemen. Wat is mijn bijdrage
aan het gemeenschappelijk belang? De founding father van mijn universiteit, Professor Martinus Cobbenhagen, vond het vanzelfsprekend dat het soort
samenleving waarnaar we streven altijd de belichaming is van een bepaalde visie op ‘goed leven’. Wat is voor ons nu ‘goed leven’? Dat is de kunst van het
teruggeven aan de samenleving.
* Een eerdere versie van dit artikel verscheen in Jalta van 15 december 2015.
Te citeren als
Sylvester Eijffinger, “Geef eens wat terug aan de samenleving”,
Me Judice,
16 december 2015.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Zuckerberg’ van nrkbeta (CC BY-SA 2.0)