Hogere lonen als recept voor Nederlandse onbalans

Hogere lonen als recept voor Nederlandse onbalans image
Afbeelding ‘Euro’ van mammal (CC BY-NC-SA 2.0)
28 jun 2012
De Nederlandse economie vertoont een ongebalanceerde ontwikkeling die volgens adjunct-directeur van het Holland Financial Centre, Robin Fransman, een correctie behoeft. Sociale partners – FNV en VNO/NCW - in de loononderhandelingen gedragen zich nog steeds alsof Nederland een gesloten economie is. Zij zien niet dat er binnen de internationale concurrentieverhoudingen ruimte is voor loonsverhogingen. Laat Nederland daarom het Duitse voorbeeld volgen zodat de economie weer een impuls krijgt is zijn stelling.

Nederlandse economie in onbalans

Deze herfst komt de Europese Commissie (EC) met nieuwe aanbevelingen voor de lidstaten in het kader van de ‘Excessive Imbalance Procedure’. Dit beleidsrapport wordt de basis voor een formele aanwijzing die Nederland hoogstwaarschijnlijk begin 2013 kan verwachten. Want ook in Nederland is sprake van een excessieve onbalans in de economie. Het overschot op de betalingsbalans kwam in het eerste kwartaal uit op 13% van het nationaal inkomen. Het overschot op de betalingsbalans is nu 56 miljard euro per jaar.Volgens de Europese regels is er sprake van een excessief overschot als die hoger is dan 6%. We sparen te veel, consumeren en investeren te weinig, en door jarenlange loonmatiging zijn de loonkosten per eenheid product zeer concurrerend. Het huidige grote overschot hoeft dan ook geen verbazing te wekken.

Overschot terugdringen

De Europese Commissie zal aanbevelingen doen om dit overschot terug te dringen. En die zijn niet vrijblijvend: er kunnen boetes worden opgelegd. Onder de Macroeconomic Imbalance Procedure kunnen door de Commissie boetes tot 0,1% van het BNP worden opgelegd als de lidstaat geen correctief plan inlevert of deze niet uitvoert. De Commissie zal niet aanbevelen om meer overheidsuitgaven te doen. De structurele begrotingsbalans is immers het uitgangspunt en de staatsschuld moet terug naar 60% van het BNP. Er zijn daarom eigenlijk maar twee wegen naar een lager overschot: meer consumeren of meer investeren. De investeringen zijn in Nederland inderdaad relatief laag, maar dat is voor een belangrijk deel te wijten aan de krimp in de bouwsector, en die is weer gekoppeld aan de woningmarkt en langs die weg weer aan de consument. De bedrijfsinvesteringen verhogen is dan ook moeilijk, maar niet onhaalbaar. Investeringen in “energie-efficiency in de bestaande bouw”, zoals in het lenteakkoord aangekondigd, en in duurzame energie kan door de overheid gestimuleerd worden zonder de rijksbegroting daarvoor in te zetten. En zo kan circa 15 miljard euro aan extra investeringen tot 2020 worden losgemaakt. Een goed begin, maar lang niet genoeg.

Hogere lonen

De alternatieve optie die de Europese Commissie nog heeft is om de consumptie te stimuleren middels loonsverhogingen, en daar is ook ruimte voor. Die ruimte ontstaat als men de volgende elementen in ogenschouw neemt:

  • De arbeidsinkomensquote komt de komende jaren volgens het CPB uit op 78,5% terwijl deze quote gemiddeld sinds eind jaren tachtig rond de 82% schommelt.
  • De cao-lonen stijgen in Duitsland - onze grootste handelspartner - in 2012 en 2013 met circa 4% tot 6,5%.
  • De lonen in Azië zijn ten opzichte van Europa verviervoudigd sinds 2000 en stijgen momenteel 13% per jaar.
  • De Nederlandse export en handelsoverschot staan op een recordniveau.
  • De bedrijfswinsten zijn sinds de crisis in de meeste sectoren geheel hersteld en de schuldposities zijn gereduceerd.

Kortom, de relatieve concurrentiepositie van Nederland en de draagkracht van het bedrijfsleven laten een loonstijging dan ook toe. Uiteraard verschilt dat van sector tot sector en moet dan ook genuanceerd worden toegepast.

Weg met oude loonformules

We gaan daarmee toe naar een nieuw paradigma voor de loonontwikkeling in Nederland. Sinds 1994 stelt de FNV de cao-onderhandelingsruimte vast volgens een vaste formule. Die formule is gebaseerd op de ontwikkeling van drie indicatoren: de arbeidsproductiviteitsstijging in de marktsector, de productieprijsstijging in de marktsector en de ontwikkeling van consumptieprijzen. Dit is een methode die zich vooral richt op de binnenlandse prijsontwikkeling en daarmee een methode die niet meer voldoet. Sinds 1994 is de economie steeds verder geïnternationaliseerd en het is nu vooral de relatieve internationale concurrentiepositie die de loonontwikkeling zou moeten bepalen. Er is op basis daarvan een ruimte voor loonstijgingen van tussen de 2,5% tot 3,5%. De oproep van VNO-NCW tot een algehele loonstop is dan ook een uitdrukking van het oude, en verkeerde paradigma.

Een loonstijging zal de kwakkelende economie in Nederland, die vooral beïnvloed wordt door de krimpende consumentenbestedingen, een broodnodige impuls geven. Sinds 2001 zijn de reële lonen in Nederland niet meer gestegen, ze zijn zelfs iets gedaald. De laatste jaren gaat het harder, sinds 2009 zijn de reële lonen met 2,1% gedaald. De loonstop bij de overheid dreigt het koopkrachtverlies nog verder te verdiepen. Dit is niet de weg uit de crisis, de koopkrachtuitholling zorgt ervoor dat mensen minder geld hebben om aan hun huur- en hypotheekverplichtingen te voldoen en zorgt zo voor schulddeflatie; in reële termen worden de schulden van huishoudens steeds hoger. De uitstralingseffecten die dat heeft op de winkel- en woningverkopen, bedrijfsinvesteringen en woningmarkt kunnen jaren achtereen de groei van de economie drukken. En dat terwijl het niet nodig is. De winstniveaus en balansverhoudingen bij bedrijven en het hoge overschot op de handelsbalans laten zien dat er loonruimte is.

Volg het Duitse voorbeeld

De Duitse regering heeft heel goed begrepen hoe het wel moet. De eerste cao die in 2012 is afgesloten was betrof het overheidspersoneel met een stijging van 6,3% van maart 2012 tot augustus 2013. Dat heeft zijn uitstralingseffecten naar de private sector waar cao’s worden afgesloten van 4% tot 7% tot eind 2013. Een dergelijke loonstijging heeft ook een positieve invloed op de schatkist. Er wordt immers geld verplaatst van de invloedsfeer van de vennootschapsbelasting naar de inkomstenbelasting en meer consumptie betekent ook meer BTW-inkomsten.

Het stimuleren van de lonen draagt ook bij aan het herstellen van de balans binnen de Eurozone, meer consumptie en consumentenvertrouwen hier, betekent ook minder grote handelstekorten elders.

De Europese Commissie draagt een verantwoordelijkheid voor een gebalanceerd ontwikkelende Europese economie. Laten we hopen dat de Europese Commissie Nederland een corrigerende aanwijzing geeft, want de bestaande partijen in de Nederlandse polder lijken niet in staat om deze koerswijziging te maken.

Te citeren als

Robin Fransman, “Hogere lonen als recept voor Nederlandse onbalans”, Me Judice, 28 juni 2012.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding ‘Euro’ van mammal (CC BY-NC-SA 2.0)

Ontvang updates via e-mail