Oceanen meer gebaat bij plastic verbranding dan recycling

Onderwerp:
Oceanen meer gebaat bij plastic verbranding dan recycling image
Afbeelding: Marine litter by Bo Eide
Het exporteren van plastic afval naar ontwikkelingslanden met lage milieueisen is geen houdbare zaak. Europa en Nederland in het bijzonder zetten in op recycling van plastic afval en vermijden van verbranden van plastic. Raymond Gradus zet hier vraagtekens bij. Het zou beter zijn om (laagwaardig) plastic te verbranden. Het recyclen brengt zulke hoge kosten met zich mee dat men hetzelfde geld effectiever kan besteden aan bijvoorbeeld het afvangen van CO2.

Plastic afval

Onlangs werd bekend dat Maleisië 60 containers met Europees, Australisch en Amerikaans plastic afval heeft teruggestuurd (zie AD, 29 mei). Na China is dit het volgende Aziatische land dat westers plastic afval weigert. Volgens de Maleisische milieuminister Yeo Bee Yin denken mensen in ontwikkelde landen dat hun afval gerecycled wordt, maar in werkelijkheid wordt het gedumpt. Europa zal met haar plastic afval een deur verder moeten. Naar landen als Bangladesh, Indonesië en de Filipijnen, waar de milieueisen nog lager zijn en de kans dus nog groter is dat plastic in het milieu terechtkomt en uiteindelijk als plastic soep onze oceanen vernietigt. Zo komt volgens de International Solid Waste Association een significant deel van het plastic afval dat naar Azië en ook Afrika wordt verscheept in de oceaan terecht. Enerzijds via (illegale) dump met weglek naar rivieren en (wereld)zeeën en anderzijds via dump door schepen ook om storttarieven te vermijden. En uit een recente wetenschappelijke studie is in kaart gebracht dat 8 Mton (laagwaardig) Westers plastic jaarlijks wordt geëxporteerd naar Azië in het bijzonder China (Brooks et al, 2018). [1]

Beleid gericht op scheiden afval

Het Europese afvalbeleid concentreert zich op het scheiden van afval door huishoudens. Volgens Europa zou in 2030 60 procent van het (stedelijk) afval gescheiden moeten worden. Nederland doet hier een aanzienlijke schep bovenop door te eisen dat in 2020 75 procent gescheiden wordt en iedereen dan nog maar 100 kilogram restafval per jaar mag hebben. Wat betreft plastic afval is in Europa de afspraak gemaakt dat in 2025 50 procent en in 2030 55 procent hiervan gescheiden moeten worden. Ook is onlangs door de Europese Unie voorgesteld om €0,80 te heffen op elke kilo verpakkingsplastic die niet gerecycled wordt (zie Gradus en Prast, 2018). [2] Door die heffing is de verwachting dat er veel minder plastic in een verbrandingsoven zal verdwijnen. Ook in Nederland heeft het kabinet het verbranden van afval zwaarder belast. Het verbranden van plastic lijkt haast een doodzonde. Toch moeten hierbij grote vraagtekens worden geplaatst.

Veel beter, ook voor het milieu, is het verbranden van deze laagwaardige soorten plastic in efficiënte verbrandingsovens in Nederland of de Scandinavische landen. 

Want de inzet op steeds hogere targets en belastingen leidt tot plastic afval van steeds slechtere kwaliteit. Daarbij moeten we ons realiseren dat het meeste plastic - PET-flessen daargelaten - niet eenvoudig te recyclen is. Denk daarbij bijvoorbeeld aan plastic folies. Deze zijn vaak vervuild en moeilijk herbruikbaar. [3] Daarom wordt dit soort plastic afval vaak in grote schepen de hele wereld rondgesjouwd. Europese landen en ook sommige Amerikaanse staten hebben dan aan een recyclingdoelstelling voldaan, maar realiseren zich niet dat ze daarmee het paard achter de wagen spannen. Het probleem wordt dan eigenlijk alleen maar verplaatst.

Verbranden is beter

Veel beter, ook voor het milieu, is het verbranden van deze laagwaardige soorten plastic in efficiënte verbrandingsovens in Nederland of de Scandinavische landen. Het lijkt paradoxaal, maar dat is het niet. In termen van CO2-uitstoot is de winst van plasticrecycling ten opzichte van het verbranden van plastic zeer bescheiden, namelijk 0,1 tot 0,15 procent van de totale CO2-uitstoot (CPB, 2017). Andere zaken zoals luchtvaart en vlees eten zijn veel meer vervuilend. Om het even in perspectief te plaatsen: een gemiddeld Nederlands gezin moet 60 jaar lang plastic scheiden om de CO2-uitstoot van een enkele vliegreis in 'economy class' van hier naar Los Angeles goed te maken.

Plastic recycling door gemeenten gaat ook gepaard met hoge kosten. Gemeenten gebruiken dit geld om een infrastructuur op te zetten voor plasticinzameling bij de bewoners van de gemeenten. Kostbare afvalstraten verrijzen en tweederde van de gemeenten gaat tenminste één keer per maand langs de deuren om plastic afval op te halen. Berekend kan worden dat de kosteneffectiviteit van kunststofrecycling – in termen van kosten per ton (1000 kilogram) CO2-reductie– extreem laag is. Een besparing van een ton CO2 middels kunststofrecycling kost €178 (Gradus et al, 2017). Fors hoger dan andere alternatieven om CO2 te besparen zoals windenergie (€30) of het afvangen van CO2 in de oude aardgasvelden in de Noordzee (€80). Met andere woorden: als we hetzelfde geld aan bijvoorbeeld het afvangen van CO2 zouden besteden, dan kunnen we meer CO2 besparen.

...of nascheiding

Ook is nascheiding van plastic afval het overwegen waard. Machines halen met infraroodtechnieken plastic uit het restafval. Zoals blijkt uit verschillende pilots, kan door nascheiding de vergoeding per ton gescheiden plastic fors naar beneden (Dijkgraaf en Gradus, 2016). Dit heeft twee oorzaken. Doordat machines de ‘goede’ soorten plastic eruit halen, gaat de kwaliteit van het te recyclen plastic omhoog. En juist van deze soorten plastic is de opbrengst navenant hoger. Bovendien hoeven niet eerst de ‘slechte’ soorten plastic gescheiden te worden om vervolgens verscheept te worden. Dus we besparen ook aanzienlijk op de ophaalkosten en de transportkosten. En doordat we de CO2-uitstoot die samenhangt met het vervoer van plastic afval overal ter wereld voortaan besparen, is de milieuopbrengst hoger en lopen we ook niet het risico dat onze oceaan verder vervuild wordt.

* Dit artikel is eerder in verkorte vorm verschenen in Het Financieele Dagblad van 31 mei 2019

Voetnoten:


[1] Overigens zou Nederland cumulatief de afgelopen jaren ook 8 Mton aan plastic afval hebben geëxporteerd naar Azië.

[2] In het kader van de start van begrotingsbesprekingen is dit voorstel in 2018 gedaan door de Europese Commissie. Dit voorstel zal ongetwijfeld in het kader van besprekingen van de begroting opnieuw op tafel worden gelegd.

[3] Volgens wereldwijde berekeningen van Geyer et al. (2017) is van de tot 2015 gemaakte hoeveelheid plastic afval 9% gerecycled, 12% verbrand en 79% terechtgekomen op stortplaatsen of gedumpt.

Referenties

Brooks, A.L, S. Wang, J.R. Jambeck (2018). The Chinese import ban and its impact on global plastic waste tradeScience Advance 2018:4.

CPB (2017). De circulaire economie van kunststof: van grondstoffen tot afval. CPB Achtergronddocument, 13 september.

Dijkgraaf, E. en R. Gradus (2016). “Post Separation of Plastic Waste: Better for the Environment and Lower Collection Costs”, Tinbergen Discussion Paper Series 2016-103/VI.

Geyer, R, J.R. Jambeck en K.L. Law (2017). Production, use, and fate of all plastics ever made. Science Advance 2017:3.

Gradus, R., P. Nilessen, R. van Koppen en E. Dijkgraaf (2017). “A Cost-Effectiveness Analysis For Incineration Or Recycling Of Dutch Household Plastic waste”, Ecological Economics 135, 22-28.

Gradus, R., H. Prast, “Europese belasting op niet-recyclebaar plastic is contraproductief”Me Judice, 30 mei 2018.

 

Te citeren als

Raymond Gradus, “Oceanen meer gebaat bij plastic verbranding dan recycling”, Me Judice, 16 juli 2019.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding: Marine litter by Bo Eide

Ontvang updates via e-mail