Sociale vlaktaks aan top beleidsagenda nieuw kabinet

Onderwerp:
Sociale vlaktaks aan top beleidsagenda nieuw kabinet image

Afbeelding ‘Rutte maakt pas op de plaats’ van Roel Wijnants (CC BY-NC 2.0).

Het huidige belastingstelsel heeft veel tekortkomingen. Een nieuw kabinet moet dan ook het belastingstelsel grondig herzien en een sociale vlaktaks invoeren. Dat is de mening van hoogleraren Gradus en Beetsma.  De verstorende werking van het huidige progressieve belastingstelsel wordt verkleind en de armoedeval die het huidige systeem veroorzaakt wordt de kop in gedrukt. Kortom, het stelsel wordt met een sociale vlaktaks eenvoudiger en efficiënter.

Belastingherziening in de maak?

Er wordt hard gewerkt aan een nieuw kabinet. Grote vraag is of er een belastingherziening komt (FD, 27 juni)? Naar onze stellige overtuiging moet deze topprioriteit krijgen. Het huidige belastingstelsel vertoont allerlei tekortkomingen. Daar zijn vriend en vijand het over eens. Zo is er een zeer ingewikkeld systeem van kortingen en toeslagen opgetuigd. Het gaat hierbij om 118 aftrekposten, kortingen en andere belasting beperkende regelingen met een omvang van circa 100 miljard euro. Daardoor is het alleen met veel omhalen mogelijk om te communiceren wat een werknemer netto overhoudt van een extra uur werk, en voor sommigen is dit zelfs negatief. Dit komt vooral door de marginale tariefstructuur, die voor inkomensgroepen rondom modaal oploopt tot 56 procent.[1] Als we daar de huurtoeslag bij optellen met een marginale druk van 30-40 procent en een andere regeling, zoals de zorgtoeslag met 15 procent, dan wordt snel duidelijk dat een grote groep die een extra inspanning levert of van een uitkering overstapt naar een baan er in besteedbaar inkomen op achteruit zal gaan.[2] Wat zou het mooi zijn als een toekomstig kabinet deze anomalie van de armoedeval kan opheffen.

Sociale vlaktaks

Daarom moet een sociale vlaktaks in de inkomstenbelasting de basis vormen van een nieuw belastingstelsel. [3] Met de huidige meevallers zou het mogelijk moeten zijn om een vlaktakstarief van 35 procent te bewerkstelligen. Lager dan het huidige tarief in de eerste schijf van 37 procent. Daarbij is het redelijk dat er een extra heffing van zeg 10%-punt komt op het inkomen in box I, die geldt vanaf een inkomen van bijvoorbeeld 75.000 duizend euro. Voor deze groep geldt dan geen vlaktaks in de letterlijke zin van het woord, maar daar staat tegenover dat het om minder dan 5 procent van het totaal aantal belastingplichtigen gaat. Belangrijk is ook dat de hypotheekrenteaftrek tegen het vlaktakstarief wordt verrekend om arbitrage te voorkomen.[4] Fiscale overbelening voor het eigen huis wordt daarmee in belangrijke mate gemitigeerd. Dit zal de werking van de woningmarkt verbeteren. Bij de effecten moeten we ons niet blind staren op de koopkrachtplaatjes van het CPB. Deze nemen immers niet mee dat vooral hogere inkomens meer belasting kunnen aftrekken voor hun woning. Ook de andere aftrekposten worden tegen het vlaktakstarief verrekend. Ook moet de noodzaak van sommige aftrekposten worden bezien, maar daar staat een lagere belasting tegenover. [5]

Met de huidige meevallers zou het mogelijk moeten zijn om een vlaktakstarief van 35 procent te bewerkstelligen.

Een sociale vlaktaks heeft voordelen voor alle politieke partijen die nu onderhandelen over een nieuwe regeringscoalitie. Eerder hebben CU en CDA aandacht gevraagd voor de onevenwichtige belasting van een- en tweeverdieners. In het huidige belastingstelsel stuurt de overheid achter de voordeur en zet een ‘boete’ op de gezinsvorming. Het voorstel van een sociale vlaktaks leidt tot aanzienlijke vereenvoudiging en zorgt ervoor dat de keuze binnen een gezin over bijvoorbeeld het aantal uren dat men werkt niet langer wordt beïnvloed door het belastingstelsel. Eén marginaal tarief voor (bijna) iedereen betekent immers dat de prikkel om binnen een gezin inkomen of aftrekposten te verschuiven gaat vervallen. Constructies om inkomen te splitsen tussen man, vrouw of bedrijf zijn niet langer profijtelijk.[6]

Voor liberale partijen gloort een aanzienlijke vereenvoudiging van het huidige stelsel en een verlaging van de loon- en inkomstenbelasting voor lagere- en middeninkomens. Zo krijgen aftrekposten het karakter van een heffingskorting en kunnen werkgevers voortaan over hun loonsom afdragen, hetgeen leidt tot een megavereenvoudiging. Anders dan vaak beweerd wordt zullen vooral lagere – en middeninkomens profiteren van deze lastenverlichting, aangezien zij nu in de tweede en derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting geconfronteerd worden met het huidige belastingtarief van 41 procent.

Conclusie

Doordat men meer overhoudt, de verstorende werking van het huidige sterk progressieve stelsel voor het arbeidsaanbod wordt verkleind en de bureaucratie voor werkgevers vermindert, schept deze belastingherziening ook extra economische groei en dus extra banen, zoals uit alle doorrekeningen blijkt. Belangrijk is ook dat de schandvlek van de armoedeval wordt weggenomen en dat een gebalanceerd en profijtelijk belastingstelsel zal opdoemen. Het wordt bijna leuk om belasting te betalen.

* Dit artikel is in verkorte vorm verschenen in Het Financieele Dagblad van 12 juli 2017.

Voetnoten:


[1] Dit geldt sinds het belastingplan 2016 en de daarin opgenomen afbouw van heffingskortingen. Tijdens de behandeling van dit plan heeft ook de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) gewezen op een onevenwichtig en uiterst grillig verloop van de marginale tariefstructuur, die “voor bepaalde inkomensgroepen oploopt tot 56 procent”.

[2] Zie hiervoor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2017).

[3] Ook anderen hebben onlangs hiertoe opgeroepen. Zo geven Caminada en Stevens (2017) in het Weekblad Fiscaal Recht een blauwdruk voor belastinghervorming met de sociale vlaktaks als kernpunt.

[4] Voor het eigen huis hangt dit in belangrijke mate samen met het hogere marginale tarief waartegen de hypotheekrente in 2017 mag worden afgetrokken in box I van maximaal 50 procent, ten opzichte van het tarief van 30 procent op het forfaitaire rendement van het vermogen in box III. Een vlak tarief in box I van de inkomstenbelasting van 35 procent zal dit voordeel dus in belangrijke mitigeren. In het huidige systeem is een verdere verlaging van het tarief van de hypotheekrenteaftrek voorzien, maar het zal evenwel vanaf nu nog 30 jaar duren voordat men op het 35%-tariefsniveau is.

[5] Zo is het denkbaar om de 30%-reductie van belastingen voor expats te versoberen. Ook het onderzoeksbureau Dialogic (2017) heeft onlangs aangegeven dat deze reductie aanzienlijk hoger is dan de (extra) verblijfkosten van expats. Ook wat betreft toeslagen zijn een aantal vereenvoudigingen en versoberingen denkbaar. Hierbij verdient vooral de zorgtoeslag nadere beschouwing, waarvan maar liefst 4,5 miljoen huishoudens gebruik maken. Met de opbrengst van de beperking daarvan kan de inkomensafhankelijkheid van heffingskorting verminderd worden. Grosso modo gaat het om dezelfde groep.

[6] Naast het inkomen uit arbeid en vermogen kent het huidige systeem ook de zogenaamde box II. In box II vallen de voordelen die aandeelhouders met een aanmerkelijk belang in een vennootschap genieten bij het uitkeren van de winst. Deze belasting voorkomt dat een directeur-grootaandeelhouder de winst in zijn BV of NV kan oppotten en bij verkoop als belastingvrije vermogenswinst kan verzilveren. Voor box II geldt een vlaktakstarief van 25%. Bij de hoogte van dit tarief dient men zich te realiseren dat de vennootschap in beginsel al vennootschapsbelasting heeft voldaan. Sinds 2011 bedraagt het tarief in de vennootschapsbelasting 20-25%. Bij de huidige tarieven kan een directeur (als aanmerkelijk belang houder) het toptarief in IB redelijk eenvoudig ontlopen door 'slechts' het gebruikelijk loon uit te keren en het restant via een aanmerkelijk belang (25-procent belast) uit te keren. Het marginale tarief bedraagt dan voor de meeste ondernemers circa 40-procent. Introductie van een vlaktaks in box I heeft dus ook als voordeel dat het tariefsverschil tussen box I en II aanzienlijk wordt gemitigeerd (zie Bovenberg en Gradus, 2011).

Referenties:

Bovenberg, A.L. en R.H.J.M. Gradus (2011), “Sociale vlaktaks als sluitstuk Boxensystematiek", ESB 96:4608 230-233

Caminada, K. en L. Stevens (2017). Blauwdruk voor Belastingherziening. Weekblad Fiscaal Recht 7191 -11 mei 2017, p. 632-645.

Dialogic (2017). Evaluatie 30%-regeling, rapport in opdracht van het Ministerie van Financiën, Utrecht

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2017), Onderzoek Marginaledruk in het inkomensbeleid, Den Haag.

Te citeren als

Raymond Gradus, Roel Beetsma, “Sociale vlaktaks aan top beleidsagenda nieuw kabinet”, Me Judice, 12 juli 2017.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Afbeelding ‘Rutte maakt pas op de plaats’ van Roel Wijnants (CC BY-NC 2.0).

Ontvang updates via e-mail