Maak van politieke vluchteling economische migrant

Maak van politieke vluchteling economische migrant image

Afbeelding 'Aanmeldcentrum Ter Apel', Bron; IND, Flickr.

7 okt 2015

Europa heeft te maken met een groeiende groep vluchtelingen. De opvang gaat met horten en stoten van gang, maar krijgt ook steeds meer te maken met tegenstand. Hoe gaat Nederland om met dit probleem? Volgens Joop de Beer van het NIDI kun je het beste van vluchtelingen economische migranten maken omdat een snelle integratie in het belang van de vluchtelingen is en dat van Nederland.

Vluchtelingenstroom

In het nieuws van de afgelopen maanden over grote aantallen migranten worden de termen asielzoekers en immigranten vaak door elkaar gebruikt. Geregeld wordt er op gewezen dat je onderscheid moet maken tussen politieke vluchtelingen en economische migranten. Die laatste categorie wordt ook wel aangeduid als ‘gelukszoekers’. Nu is het onderscheid tussen asielzoekers en economische migranten zeker zinvol, omdat ze een andere reden hebben om naar Europa te komen. Maar wanneer ze eenmaal hier zijn heeft de tweedeling ook bezwaren. 

Integratie via werk

Arbeidsmigranten, het woord zegt het al, komen hier om te werken. We zien dan ook dat een hoog percentage van de arbeidsmigranten vrij snel werk vindt en houdt. Ze maken relatief weinig gebruik van sociale voorzieningen. Uit onlangs door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gepubliceerde cijfers blijkt bijvoorbeeld dat maar 5 procent van de Polen en maar 6 procent van de Indiërs vijf jaar na binnenkomst een uitkering ontvangt. Daarentegen hebben veel asielzoekers, wanneer ze eenmaal een verblijfsvergunning hebben gekregen, veel moeite om aan de slag te komen. En daardoor maken ze ook relatief veel gebruik van sociale voorzieningen. Zo ontvangt 52 procent van de Iraakse immigranten en 63 procent van de Somaliërs vijf jaar na binnenkomst een uitkering. En zelfs van erkende vluchtelingen die het relatief goed doen, zoals Iraniërs, heeft minder dan de helft werk. Dit wil niet zeggen dat vluchtelingen niet willen werken. Zolang ze in de procedure zitten mogen ze niet werken. En procedures duren vaak te lang. Gedwongen nietsdoen draagt niet bij aan een soepele integratie.

Het is begrijpelijk dat op dit moment alle aandacht uitgaat naar de problemen rond de opvang van asielzoekers. De COA levert veel inspanningen om opvangplekken te regelen, de IND neemt maatregelen om de asielverzoeken zo vlot mogelijk af te handelen en gemeenten zoeken huisvesting. Maar daar moet het niet bij blijven. Een soepele integratie in de Nederlandse samenleving gaat niet vanzelf.

Het concentreren en isoleren van asielzoekers in opvangcentra op afgelegen plekken in het land is vragen om problemen. Er is vaak weinig draagvlak bij de plaatselijke bevolking. Het ligt veel meer voor de hand om asielzoekers na de eerste opvang zo snel mogelijk te huisvesten op plekken met een etnisch gemêleerde bevolking. Het is niet voor niets dat veel asielzoekers wanneer ze eenmaal een verblijfsvergunning hebben zo snel mogelijk naar grote steden verhuizen.

Taak voor minister Asscher

Asielzoekers moeten niet alleen de zorg zijn van COA en IND. Er ligt ook een belangrijke taak voor het ministerie van Sociale Zaken. Twintig jaar geleden werden Melkertbanen bedacht om mensen die op grote afstand stonden van de arbeidsmarkt via gesubsidieerde arbeid werkervaring op te laten doen. Weliswaar hebben de Melkertbanen niet zo’n goede naam en zijn ze inmiddels afgeschaft, maar zou het niet verstandig zijn om nu Asscherbanen in te voeren om asielzoekers een betere start in Nederland te geven? Als we nu niets doen, is het risico groot dat veel asielzoekers straks langdurig afhankelijk zijn van een uitkering. Op 29 september wees minister Asscher op het belang van werkervaringsplaatsen voor niet-westerse werkloze jongeren om ze een ‘kick start’ te geven. Asscher had het over allochtone jongeren die in Nederland zijn geboren. Het zal duidelijk zijn dat het voor nieuwe vluchtelingen nog veel moeilijker is om aan de slag te komen. De waarde van buitenlandse diploma’s op de Nederlandse arbeidsmarkt is vaak betrekkelijk. Inburgeringscursussen zijn zeker nodig, maar absoluut niet voldoende. En het is de vraag hoe effectief bemiddeling door het UWV zal zijn om nieuwe vluchtelingen aan een baan te helpen. De hoge arbeidsparticipatie van verschillende groepen niet-westerse migranten laat zien dat succes op de Nederlandse arbeidsmarkt zeker niet onmogelijk is. Maar het gaat niet vanzelf. Pas als over een paar jaar net zoveel vluchtelingen een baan hebben als economische migranten kunnen we zeggen dat hun integratie geslaagd is.

Te citeren als

Joop de Beer, “Maak van politieke vluchteling economische migrant”, Me Judice, 7 oktober 2015.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Afbeelding 'Aanmeldcentrum Ter Apel', Bron; IND, Flickr.

Ontvang updates via e-mail