Veldexperiment: basisinkomen stimulans voor werk en ondernemerschap

Onderwerp:
metro
Afbeelding ‘Work’ van Chris Brown (CC BY-SA 2.0)
16 jun 2015
Het basisinkomen kan een stimulans vormen voor werk en ondernemerschap. Dit blijkt uit een veldexperiment in India. Gemeenten met basisinkomen waren uiteindelijk beter af in termen van werk, gezondheid en onderwijs dan gemeenten in de controlegroep zonder basisinkomen. Nu is India Nederland niet, maar het experiment is ook voor Nederland interessant, stelt Bart Nooteboom. Allereerst blijkt de grootste angst van tegenstanders van het basisinkomen, minder arbeidsdeelname, in ieder geval in deze context ongegrond. Daarnaast is het tijd voor een dergelijk veldexperiment in Europa.

Wat is het effect van basisinkomen op werken?

Er is in de media veel gespeculeerd over de mogelijkheid of onmogelijkheid van een basisinkomen, met veel meningen en weinig feiten. Berekeningen zijn zinloos als ze geen rekening houden met effecten op gedrag. Experimenten zijn nodig om inzicht daarin te geven. In India is zo’n experiment uitgevoerd, in 2011-2012, in de deelstaat Madya Pradesh (zie Davala et al. 2015). Dat is Nederland niet, maar het geeft toch inzicht in relevante gedragseffecten.

Een cruciale vraag is wat het effect is op deelname aan werk (in een baan of als zelfstandige). Gaan mensen niets doen of gebruiken ze het basisinkomen juist als basis voor meer activiteit? Dat is in hoge mate bepalend voor de financierbaarheid van een basisinkomen.

Met het basisinkomen kan het minimumloon worden afgeschaft. Dat zal leiden tot lagere lonen, wat de vraag naar arbeid zal doen stijgen. Dat aspect speelde in het Indiase experiment geen rol. Een ander te verwachten effect is dat mensen het basisinkomen gaan gebruiken als basis voor zelfstandig ondernemerschap. Het geeft een basis tijdens de onzekere periode van opbouw, en middelen voor investering. Dat werd wel meegenomen in het experiment.

Opzet experiment

Het Indiase experiment werd uitgevoerd in acht dorpen, met ter vergelijking twaalf dorpen zonder basisinkomen, van gelijke grootte, socio-economische structuur, afstand tot een grote stad, aanwezigheid van een school. Het basisinkomen bedroeg 300 Rupees per volwassene, ongeveer gelijk aan de in India gehanteerde armoedegrens (zoals in Nederland een basisinkomen van €1000 gelijk zou zijn aan wat hier geldt als de ‘lage inkomensgrens’, gehanteerd door SCP en CBS). Kinderen kregen de helft. Het werd voor een jaar ingevoerd. Vanaf juni 2011 kregen 3.670 mensen het basisinkomen.

Vooraf werd met enquêtes in alle dorpen de uitgangssituatie gemeten, gevolgd door een tussenmeting na acht maanden, een eindmeting en een nameting.

Resultaten

Het effect op werk was als volgt. Het aantal mensen met een hoofdactiviteit in werk (meestal landbouw/veeteelt) nam iets toe, vooral onder vrouwen, maar niet significant. Echter, het percentage mensen met naast een hoofdactiviteit ook een tweede activiteit nam toe, vooral bij vrouwen (in de dorpen met een basisinkomen). Het effect was statistisch significant (na correctie voor andere effecten).

Er was een verschuiving van loonarbeid naar eigen activiteit: landbouw en veeteelt, maar ook andere activiteiten, buiten de deur. De deelname van vrouwen aan zelfstandige arbeid nam toe. Het basisinkomen bood de mogelijkheid voor investering in middelen voor eigen activiteit (zaden, vee, irrigatie, ploegen, karren, tractoren, en naaimachines). Er was ook een toename van samenwerking en gemeenschappelijke actie, in het samenvoegen van basisinkomen voor gezamenlijke middelen (machines, waterputten, een coöperatie voor visserij).

Voorts nam in de dorpen met basinkomen vergeleken met dorpen zonder basisinkomen de kinderarbeid af en nam scholing toe, evenals gezondheidszorg. De kinderarbeid die bleef verschoof van loonarbeid naar arbeid thuis, in hulp met landbouw/veeteelt en huishouden. Scholen hielden met vakanties rekening met de tijden van oogst, zodat die arbeid scholing niet onderbrak.

De effecten op kinderarbeid en gezondheid zijn vooral voor een land als India van belang, maar er is een duidelijke wijdere conclusie dat het basisinkomen een stimulans vormde voor werk en ondernemerschap.

Dat geeft moed om verder te kijken. Verdere experimenten, in Nederland, zijn nodig.

Referenties

Sarath Davala, Renana Jhabvala, Soumya Kapoor Mehta & Guy Standing, 2015, Basic Income; A transformative policy for India, Bloomsbury, Londen. 

Te citeren als

Bart Nooteboom, “Veldexperiment: basisinkomen stimulans voor werk en ondernemerschap”, Me Judice, 16 juni 2015.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding ‘Work’ van Chris Brown (CC BY-SA 2.0)

Ontvang updates via e-mail