Nutsbank
De Tweede Kamer heeft zich recent weer eens geroerd in bankzaken, en daarbij een motie aangenomen om SNS, de in 2013 door de overheid genationaliseerde
bank, in staatshanden te houden. Het belangrijkste argument is de wenselijkheid van een divers bankenlandschap, waarbinnen SNS een maatschappelijke
behoefte vervult als een klassieke nutsbank met eenvoudige producten, lage risico’s en lage kosten. Daarnaast is in het verleden regelmatig beargumenteerd
dat het in staatshanden houden van SNS de concurrentie binnen de bankensector kan vergroten. Toch is het in staatshanden houden van SNS om een aantal
redenen een slecht idee.
Staatsbemoeienis
Het in staatshanden houden van SNS nodigt de politiek uit om zich met de bedrijfsvoering te bemoeien. Ongetwijfeld herinneren we ons nog allemaal de
commotie vorig jaar rond de beloning van de bestuurders van ABN-AMRO. Dat deze bestuurders een riant salaris genieten, is natuurlijk waar, maar of het te
hoog of te laag is in verhouding tot hun arbeidsinspanningen, hun verantwoordelijkheden en in vergelijking met concurrerende instellingen is een vraag die
de politiek moeilijk kan beantwoorden. Hoe dan ook, het ging hier in totaal om enkele tonnen extra salaris, terwijl het negatieve, maar moeilijk aan te
tonen, effect op de beurswaarde van ABN-AMRO van dit extra stukje politieke inmenging waarschijnlijk een veelvoud bedroeg. Met de belastingbetaler als
gedwee slachtoffer. Kopers van aandelen in een onderneming houden immers niet van een overheid die zich met de bedrijfsvoering bemoeit, omdat het de
onderneming verhindert goede commerciële keuzes te maken.
Verplichtingen
Het gedoe rond ABN-AMRO is een interessante voorbode van wat we kunnen verwachten wanneer SNS in staatshanden blijft. De politiek zal zich gaan bemoeien
met de beloning van de bestuurders en, erger, met het productenpalet van de SNS en de prijzen die ze voor hun diensten rekenen. Dit leidt tot verkeerde
strategische keuzes en dus een bank die onder haar potentie presteert. Daar staat dan weer tegenover dat het in bezit hebben van SNS verplichtingen schept
voor de staat om de bank opnieuw te redden als het fout gaat. Andere, niet staatsbanken, wordt hiermee oneerlijke concurrentie aangedaan: SNS kan haar
producten scherper prijzen dan dat andere banken dat kunnen, want de belastingbetaler treedt op als achtervanger. Weliswaar zijn sommige andere banken ook
“too big to fail”. Echter, wanneer een private bank in de problemen komen, zal de onzekerheid over een eventuele redding groter zijn, omdat eerst de
bestaande vermogensverschaffers moeten bloeden. Als het probleem een gebrek aan diversiteit in het bankenlandschap is of een gebrek aan concurrentie in de
bankensector, dan is de geëigende weg om de oplossing te zoeken in een verlaging van de toetreding barrières voor nieuwe partijen in de bankensector (wat
onverlet laat dat scherp toezicht op nieuwe toetreders vereist is).
Wijze van privatiseren
Een relevante vraag is hoe SNS geprivatiseerd zou kunnen worden. Een mogelijkheid is het naar de beurs brengen van SNS, waarbij ook de kleine belegger zijn
aandeeltje kan meepikken. Het probleem van een sterk verspreid aandelenkapitaal over een groot aantal kleine beleggers, is dat de disciplinerende invloed
van de aandeelhouders op de bestuurders van de bank zwak is. Het financiële belang voor een individuele aandeelhouder is te gering om hier veel tijd in te
steken, terwijl zijn individuele stem op de aandeelhoudersvergadering weinig gewicht heeft. Er zijn echter ook andere mogelijkheden, zoals de plaatsing van
grote pakketten aandelen bij institutionele beleggers, waaronder pensioenfondsen. Pensioenfondsen beleggen voor de lange termijn en kopen aandelen om ze
lang te kunnen vasthouden. Dat betekent dat ze als aandeelhouder handelen in het lange termijn belang van de SNS en, omdat ze grote aandelenpakketten
bezitten, ook daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen op het beleid van de bank. Nederlandse pensioenfondsen zijn dus voor de hand liggende partijen om te
participeren in de privatisering van SNS.
Een nadeel is echter dat het de blootstelling van deze fondsen aan de Nederlandse economie versterkt, en dus vanuit het oogpunt van diversificatie van de
beleggingsrisico’s minder aantrekkelijk is. Aan dit bezwaar kan echter in hoge mate tegemoet gekomen worden wanneer SNS bij een aantal grote Nederlandse,
en misschien ook buitenlandse, pensioenfondsen geplaatst kan worden. De horizon en belangen van deze partijen lopen in hoge mate parallel, waardoor ze hun
rol als aandeelhouders goed zouden kunnen coördineren.
Te citeren als
Roel Beetsma, “Zet aandelen SNS weg bij institutionele beleggers”,
Me Judice,
31 maart 2016.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
Tweede Kamer’ van SP (
CC BY-NC-ND 2.0)