Waarom Europa een nieuwe Pieter Lieftinck nodig heeft

Waarom Europa een nieuwe Pieter Lieftinck nodig heeft image
21 okt 2011
Om het bankenstelsel te stabiliseren, zouden de Europese leiders terug moeten grijpen naar na-oorlogse instrumenten waarbij het geldverkeer tijdelijk strak gereguleerd moet worden. De Europese leiders dienen zich los te maken van de conventionele denkschema's. Dat stelt de Amsterdamse hoogleraar Bernard van Praag.

De zogenoemde Occupy-beweging begint mondiale allures te krijgen. Het lijkt verstandig deze beweging, die weleens revolutionaire dimensies zou kunnen aannemen als de europroblematiek niet snel wordt opgelost, uiterst serieus te nemen.

Geldadel

De geschiedenis herhaalt zich nooit precies, en toch is er een zekere analogie met de beweging van de sansculotten, de 'kleine luyden' die de ruggengraat vormden van de Franse Revolutie. Enerzijds voelt men zich bedreigd door onzekerheid over zijn baan, zijn inkomen en carrière, inflatie, en een onbestemd gevoel van een op handen zijnde sociale crisis. Anderzijds is er de nieuwe geldadel van bankiers en financiële goochelaars, die bonussen en andere voordelen en privileges incasseren zonder dat de meerderheid van de bevolking hiervoor enige rechtvaardiging ziet. Het is het nieuwe Ancien Régime.

Het lijkt het de hoogste tijd om te komen tot een structurele hervorming van de financiële wereld, voordat we inderdaad terechtkomen in een toestand van revolutie waarbij onvermijdelijk veel kapot zou worden gemaakt. Het is de vraag of de Europese politici de urgentie van deze situatie voldoende onderkennen. Het is niet langer een tijd voor pappen en nathouden. We komen er niet door steeds grotere garanties te geven en reservefondsen op te tuigen zonder dat we de wortels van het kwaad zelf aanpakken.

Vertrouwen

Het bancaire systeem drijft op het vertrouwen dat toevertrouwd geld te allen tijde weer kan worden opgenomen. Juist doordat dat vertrouwen er is, neemt niet iedereen tegelijk zijn geld op. Daarom kunnen de banken veel meer uitlenen dan ze echt in kas hebben. Ze scheppen zelf geld in de vorm van hun girale tegoeden.

Uiteraard is het uitlenen van geld waarvoor je zelf geen rente hoeft te betalen een uitermate winstgevende aangelegenheid. Omdat dat altijd goed ging, zijn de banken hier steeds meer gebruik van gaan maken. De solvabiliteitsratio is aanmerkelijk gedaald van ongeveer 30 procent vijftig jaar geleden naar zo'n 5 procent nu. Voor sommige banken is dat percentage nog lager. Maar nu lijkt toch het moment te zijn aangebroken dat het ijs te dun wordt en dat bankklanten die geld gedeponeerd hebben het willen terugtrekken.

Een bank die een 'run op de bank' te verduren krijgt, is in het algemeen ten dode opgeschreven. Ze kan de haar toevertrouwde gelden niet terugbetalen en een faillissement volgt (denk aan Icesave en de DSB Bank). Het lijkt niet lang meer te zullen duren voordat vele serieuze banken in de eurozone in deze situatie terechtkomen en een domino-effect zal optreden, met alle nationale rampen van dien. Hierbij spelen psychologische sentimenten natuurlijk een overheersende rol. Het probleem is dat de grote banken tegenwoordig voor een belangrijk deel het geldsysteem in stand houden en daarmee een publieke rol vervullen. Dat is de geldscheppende rol. Het gaat hier ook om de normale kredieten voor oppassende mensen.

Gijzeling

Daarnaast zijn zij ook betrokken bij allerlei riskante transacties, waar natuurlijk de grote winsten te maken zijn maar waar ook de zeperds gehaald worden. Dit is het domein van de 'zakenbanken' waar dagelijks vele honderden miljarden over de aardbol stromen. De ene dag kan een bank zeer solvabel zijn, terwijl de volgende dag de solvabiliteit tot nul kan zijn teruggelopen. Het systeem lijkt op een schip, waarbij de ballast vrij door het schip kan stromen. Omdat de meeste banken echter ook 'retailbanken' zijn, die de normale girale geldomloop verzorgen, houden zij de belastingbetaler in gijzeling om bij te springen.

In de Verenigde Staten is het volgens de Glass-Steagall Act lange tijd verboden geweest beide activiteiten - retail en investment banking - tegelijkertijd uit te oefenen. Het lijkt me van groot belang dat in de hele financiële wereld weer een soort van Glass-Steagall Act wordt ingevoerd met aan de ene kant gegarandeerde retail banken en aan de andere kant de riskante zakenbanken, waarvoor geen overheidsparapu wordt uitgestoken. Uiteraard kan die situatie nu niet meer op nationale schaal worden hersteld, maar vergt dit internationale coördinatie. Daarmee zijn we er echter nog niet.

Instabiel

Het hele systeem is op het moment zo instabiel dat het verstandig lijkt het bankverkeer tijdelijk aan banden te leggen. Ik doel hiermee op instelling van een vergunningenstelsel voor transacties waarbij grote sommen over de aardbol heen en weer worden gesleept zonder dat er reële transacties in de goederen- en dienstensfeer tegenover staan. Een financiële transactie-tax, zoals onlangs voorgesteld, zal niet genoeg zijn om al het (veelal speculatieve) kapitaalverkeer afremmen.

Velen zullen voorstellen voor een tijdelijk vergunningenstelstel als absurd ervaren. Zo'n stelsel is tenslotte volstrekt in strijd met het kapitalistische systeem. Toch zijn na de Tweede Wereldoorlog, toen het bankwezen ook volledig uit het lood geslagen was, tijdelijke beperkingen ingesteld en ze hebben gewerkt. Uiteraard herhaalt de geschiedenis zich nooit precies, en de situatie nu lijkt in niets op de situatie in de jaren 1945-'55. Toch zou het verstandig zijn dit vergeten instrumentarium eens van de rommelzolder te halen en te kijken wat ons nu van dienst zou kunnen zijn.

Wat wij nodig hebben, is een nieuwe Pieter Lieftinck (Nederlands minister van Financiën van 1945 tot '52). Iemand die de situatie analyseert en bereid is om onorthodoxe middelen toe te passen. De Europese leiders dienen zich los te maken van de conventionele denkschema's. Ze moeten het geldverkeer tijdelijk reguleren en tevens op langere termijn op Europees niveau een Glass-Steagall-achtige structuur bindend opleggen aan de Europese banken.

  • Dit artikel verscheen eerder in de Volkskrant van 21 oktober 2011.

Te citeren als

Bernard van Praag, “Waarom Europa een nieuwe Pieter Lieftinck nodig heeft”, Me Judice, 21 oktober 2011.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Ontvang updates via e-mail