Laat de eurozone niet over aan financiële experts

Onderwerp:
Laat de eurozone niet over aan financiële experts image

Afbeelding ‘Euro’ van Marco Verch (CC BY 2.0).

31 jan 2018
Het opbouwen van de eurozone na de crisis is een serieuze zaak. Onlangs kwam een groep economen van het CEPR tot een voorstel om de financiële architectuur te hervormen. Volgens Piet Keizer kent deze analyse een sterke bias die volgens hem alleen kan worden verminderd door zo’n analyse te complementeren met een heterodoxe economische analyse. De vorming van een Europese ‘civil society’ verdient nu de hoogste prioriteit en niet een analyse zoals het CEPR dat biedt waarbij men de verbrokkelde Europese gemeenschap negeert.

Rapport financiële experts

Afgelopen week heeft een groep van 14 Duitse en Franse financiële economen een rapport doen verschijnen, waarin ze voorstellen verdedigen om tot een consistente financiële architectuur te komen voor de eurozone (CEPR, 2018). Het rapport tracht de Duitse hang naar marktdiscipline te verenigen met de Franse hang naar risicodeling. Het rapport behandelt een serie thema’s, waaronder de volgende de belangrijkste zijn:

  1.  De staatsschulden van een aantal eurolanden vormen nog steeds een probleem;
  2. Zo ook de positie van de banken: hun soliditeit is niet zodanig dat we zonder vrees een volgende schok tegemoet kunnen zien;
  3. De Duitsers hebben een punt als ze sterk hechten aan marktdiscipline en streng toezicht. De Fransen hebben een punt waar ze benadrukken dat de economieën in de eurozone dermate vervlochten zijn, dat elk land dat in problemen komt, een gevaar is voor de rest van de eurozone. Dit betekent dat er instrumenten moeten zijn, die de risico’s delen.

De financiële stabiliteit staat centraal; de politiek gaat over andere publieke goederen. Deze stabiliteit vereist het stellen van een aantal regels, die met elkaar een consistent geheel vormen, en de politici de mogelijkheid geven om op elke mogelijke situatie adequaat te reageren. De huidige begrotingsregels moeten worden vervangen en een euro-begroting invoeren louter uit overwegingen van stabilisatie is ongewenst. Een dergelijk institutioneel raamwerk bestaat uit de volgende elementen:

  1. Er moet een regel komen die de hoogte van de overheidsuitgaven verbindt aan de hoogte van de staatsschuld;
  2. Er moet een fonds komen, die ledenlanden-in-problemen kapitaal verleent. Er zullen stevige voorwaarden moeten worden verbonden aan dergelijke hulp. De huidige ESM kan hiertoe uitgerust worden;
  3. Dit fonds kan een vorm van eurobonds uitgeven – ‘synthetic euro area safe assets’ - waarvan de waarde wordt bepaald door een mandje van staatsobligaties.
  4. Een probleemland, dat serieus werkt aan de noodzakelijke hervormingen, komt in aanmerking voor een herstructurering van haar schulden.

De bankenunie wordt als een goede zaak beschouwd, de begrotingsregels werkten echter niet goed en de ‘no bail out’-regel kon niet worden waargemaakt. De groep committeert zich aan de doelstelling dat de euro moet blijven, en dat een synthese moet worden gezocht in de eisen van marktdiscipline en risicodeling.

De ontbrekende analyse

Het idee dat financiële experts door middel van financiële instrumenten de financiële markten kunnen stabiliseren, zonder dat andere maatschappelijke sectoren in de analyse worden betrokken, duidt erop dat de neoklassieke analyse ten grondslag ligt aan de beleidsvoorstellen. Geld is alleen neutraal als er vanuit wordt gegaan dat alle markten vrij en concurrerend zijn. Geen enkele markt, uitgezonderd de geldmarkt, kan dan andere markten uit evenwicht brengen. Elke markt heeft zijn eigen prijsmechanisme, dat de markt stabiel houdt. Monetaire politiek, gevoerd door een onafhankelijke centrale bank, dient het proces van geldschepping te beheersen.

Neoklassiek georiënteerde economen zien in de westerse economieën drie grote problemen. In de eerste plaats kan de monetaire politiek slecht worden uitgevoerd. Milton Friedman (1968) had als vuistregel dat de geldgroei gelijk moet zijn aan de trendmatige groei van het volume van de productie. Hierdoor draagt dit beleid bij aan de stabiliteit van de economie: in tijden van opgang groeit de geldvoorraad minder en in tijden van neergang groeit het sterker dan de trend in de volume-ontwikkeling. De regel van Taylor is strenger en schrijft voor dat de reële interestvoet een negatieve functie is van de relatieve productie-’gap’ (verschil tussen potentiële en feitelijke productie, zie Taylor, 1993). De Federal Reserve (Fed) heeft zich in de eerste jaren van deze eeuw niet aan deze regel gehouden, waardoor de interestvoet te laag bleef. In de tweede plaats moeten de instituties van andere markten - vooral de arbeidsmarkt is hier belangrijk – marktconform zijn. Dit is in vele westerse economieën niet het geval, hetgeen stagnatie oplevert als gevolg van een slechte concurrentiepositie op de wereldmarkt. In de derde plaats kan de overheid te groot worden, waardoor de collectieve lasten te zwaar worden voor bedrijven en gezinnen.

De instelling van een gemeenschappelijke munt kan bijdragen aan het bereiken van gemeenschappelijke doelstellingen; maar het kan ook de verhoudingen schaden.

De reactie van de eurozone was geheel in overeenstemming met de neoklassieke analyse. Er is stagnatie, en dús moeten we onze concurrentiepositie door middel van een vermindering van de overheidsinvloed verbeteren. Op één punt was er onenigheid: volgen we Friedman of de visie van Hayek (1931)? In dit boek presenteert hij een neoklassieke/Oostenrijkse theorie, waarin de vrije economie op geen enkele wijze gestabiliseerd moet worden door middel van monetaire politiek – dat doet de reële sector automatisch, zolang de lonen en interestvoet in alle vrijheid hun evenwichtswaarde kunnen zoeken. Vooral de Duitse en Nederlandse centrale bank waren van mening dat de analyse van Hayek actueel was (en nog steeds is): de interestvoet is te laag, waardoor veel speculatieve beleggingen uitgelokt worden. Inflatie ligt op de loer, en de volgende inzinking staat daarmee voor de deur. Indien we de overheidsinvloed sterk verminderen, zal de economie zich ‘automatisch’ weer herstellen. Tot op dit moment heeft Friedman de strijd gewonnen en Keynes doet helemaal niet mee.

Heterodoxe economie kan niet genegeerd worden

Heterodoxe economie is een rijke en diverse verzameling van analyses en theorieën, die handelen over de ‘real world’ [1]. Ze verwerpen de orthodoxe en neoklassieke strategie, die uitgaat van de idee dat mensen alleen economisch gemotiveerd zijn. Ook de psychologie en de sociologie hebben hun inbreng. Heterodoxie gaat over de vraag welke instituties het menselijk gedrag zodanig kanaliseren, dat welvaart en rechtvaardigheid worden bereikt. Zonder effectieve instituties is er chaos en onzekerheid, en is iedere vorm van planning en particulier initiatief onmogelijk.

De instelling van een gemeenschappelijke munt kan bijdragen aan het bereiken van gemeenschappelijke doelstellingen; maar het kan ook de verhoudingen schaden. Het belangrijkste kenmerk van een groep van landen, die een gemeenschappelijke munt overwegen, is een gedeelde visie op de wijze waarop een samenleving functioneert, en welke mogelijkheden tot verbetering er zijn. Ontbreekt gemeenschappelijke analyse en strategie, dan zullen de conflicten elkaar in hoog tempo opvolgen. Het is dan beter om een jaar of 20 te besteden aan een voortdurende dialoog tussen wetenschappers, politici en belanghebbenden. Het bouwen aan een Europese ‘civil society’ is essentieel, maar neemt tijd in beslag.

Het gaat erom een permanent gesprek te institutionaliseren, waarin mensen op elk denkbaar niveau communiceren over vragen van integratie en autonomie, over cultuur en identiteit, over vrijheid en gelijkheid. Aanhoudende confrontatie in een kader waarin iedereen de ander als gelijkwaardig beschouwt, maakt deelnemers rationeler en moreler. Overal is corruptie en fraude, die het onderlinge vertrouwen ondermijnen. Liegen is vaak normaal en het discrimineren van minderheden en mensen die kritisch zijn, is dagelijkse praktijk. In sommige landen zijn de verantwoordelijke mensen in gezinnen, bedrijven en overheidsinstellingen rationeler en moreler dan in andere landen. Dit leidt tot rivaliteit, welke zijn eigen dynamiek kent, en waar alle betrokken partijen vervolgens weer irrationeel en immoreel mee omgaan [2]. Deze vicieuze cirkels moeten worden doorbroken – inderdaad, anders zal de euro geen blijvend succes zijn.

In de kring van academische economen worden heterodoxe economen genegeerd. Ze doen niet mee in de grote en almachtige neoklassiek georiënteerde tekstboeken. Ieder jaar stromen massa’s economen van de universiteit naar de maatschappij – allemaal met neoklassiek gestructureerde geesten en breinen. Het rapport van CEPR is hier ook een voorbeeld van. Van de radicale economen weten we waarom vrije kapitaalmarkten niet tot optimale uitkomsten leiden. Van de post-keynesianen leren we dat regulering van de financiële markten gepaard moet gaan met discretionaire begrotingspolitiek – in tegenstelling tot vaste begrotingsnormen (Negishi, 1979). Zeker in tijden van depressie – zoals dat het laatste decennium het geval was – is het belangrijk om de effectieve vraag naar goederen te stimuleren. De kracht van een economie bestaat ook uit solide gefinancierde gezinnen en bedrijven. Het is eenzijdig om louter naar de staatsschuld te kijken. De overheid is bij uitstek de ‘spender of last resort’ – een relatief hoge staatsschuld is dan zeker niet een verschuiving van de lasten naar de volgende generatie.

De gekozen normen over staatsschuld en begrotingstekort zijn volstrekt willekeurig, waarbij de huidige praktijk gedicteerd wordt door een liberaal verlangen naar een kleine overheid. Daar het beheersen van de geldvoorraad heel moeilijk is en weinig effect sorteert, heeft een economie ook baat bij een stabiel macroloonpeil. Een vrije markteconomie is geen stabiel systeem omdat in tijden van een depressie de macroloonvoet de neiging heeft te dalen, waardoor de daling van productie en werkgelegenheid zich doorzet. In een overleg tussen overheid, werkgeversorganisaties en vakbonden moet deze loonstabiliteit gestalte krijgen. De oplossing die post-keynesianen verdedigen is de volgende. De overheid verhoogt de effectieve vraag naar goederen. Hierdoor kan er enige inflatie ontstaan. Indien dit niet wordt doorberekend in de macroloonvoet, kunnen werkgevers en vakbonden op micro-niveau deze ruimte besteden aan de vereiste flexibiliteit: schaarse arbeid wordt dan iets duurder, terwijl overvloedige arbeid een daling in het reële loon moet accepteren. Had de Trojka deze oplossing maar overwogen in het dossier Griekenland! Waarom kwamen ze niet op deze gedachten?

Ingeslepen gedachten

Van de econoom Veblen weten we dat ‘habits of thought’ tot de invloedrijkste instituties behoren. Toegepast op de economische experts, betekent dit dat het eenmaal ‘gekozen’ paradigma een sterke invloed heeft op de werkwijze. Het wordt dan belangrijk om deze onder geen enkele omstandigheid te wijzigen. De psycholoog Kahneman (Nobelprijswinnaar in de economie) beschrijft wat ik noem paradigma-starheid in termen van systeem 1 en systeem 2. Het eerste systeem betreft informatiestromen, die door een selectiemechanisme als passend bij de bestaande kennisstructuur wordt betiteld. De verwerking gaat snel en vereist weinig energie. Systeem 2 daarentegen krijgt informatie te verwerken, waar het systeem nog over moet nadenken. Bepaalde informatie komt er niet door; andere informatie wordt na uitgebreide en energierovende overdenking wel geaccepteerd. Dit proces is de kern van onze irrationaliteit en het is de belangrijkste taak van een wetenschapper zijn eigen irrationaliteit te ontdekken. De economen Adam Smith en Amartya Sen hebben zich ook hiermee bezig gehouden. Beide noemen zelfbeheersing als belangrijkste institutie - beheers de sterke drang om geld en carrière boven alles te stellen, en denk na over het goede antwoord, in plaats van wat jouw groep gewoon is te denken.

Europese Unie is een waarden-gemeenschap

De econoom Weber(1991) heeft ons gewaarschuwd voor een trend in de westerse samenleving van waarden- naar instrumentele rationaliteit. Economisch instrumentalisme richt zich op het maximaliseren van de consumptie. Wat we produceren is niet relevant, als het maar efficiënt gebeurt. De EU heeft zich echter als een waarden-gemeenschap gepresenteerd. Dat betekent dat welvaart voor iedereen, rechtvaardigheid en ecologisch balans kerndoelstellingen zijn. Democratie is meer dan besluitvorming op basis van meerderheden. Ieder mensenleven telt, en iedereen verdient een discretionaire ruimte waarin hij zijn besluiten kan nemen, waarbij een decente hoeveelheid middelen hem ten dienste staan. Het is natuurlijk de bedoeling dat op termijn alle EU-landen de euro als hun munt beschouwen. Maar de wijze waarop de financiële sector zich de laatste decennia heeft ontwikkeld, past geheel in het plaatje van Weber. Niet meer wortelend in de gemeenschap, en financierend al wat zich maar voordoet als financieel rendabel. Schokkend te zien dat de financiële top zich nog steeds aan het verrijken is, ten koste van de gemeenschap en het milieu.

Instrumentalisten versus gemeenschapsdenkers

Dit rapport van financiële experts toont dit inzicht niet – ze hebben misschien nog nooit van Max Weber gehoord. De schrijvers zijn zelf instrumentalisten en instrumenten in handen van degenen die de economieën uitbuiten. Duitsland en Frankrijk sluiten een compromis, de rest past zich aan en de productiegroei kan ongestoord verder gaan. Een land, dat in financiële problemen komt, dient haar markten, inclusief de arbeidsmarkt verder te dereguleren, en haar overheidsbedrijven en desnoods hele eilanden te verkopen aan de hoogste bieder. Het alternatief is de vorming van een Europese ‘civil society’. Als start kunnen we ons voorstellen dat mensen op persoonlijke titel groepen vormen met een diverse samenstelling: stafleden van werkgeversorganisaties en vakbonden; leden van politieke partijen, groepen van belanghebbenden, wetenschappers van allerlei soort. In het geval van de eurozone houdt dat onder meer in de vorming van een groep van wetenschappers, die een grondige kennis hebben van de belangrijkste perspectieven op de economie als maatschappelijke sector. Zo’n groep van wetenschappers brengt gevraagd en ongevraagd rapporten uit, waarin analyses wordt gepresenteerd, afgeleid uit expliciet geformuleerde paradigma’s. De Europese Unie is opgericht om een volgende oorlog te voorkomen. Dat gaat niet lukken als er een gemeenschappelijke munt komt op voorwaarden die door een paar landen worden gedicteerd. Het gaat wel lukken als de verschillende volkeren op vele niveau’s met elkaar in gesprek gaan. EU, zoek uw innerlijke kracht.

Voetnoten:


[1] Deze tekst is gebaseerd op een tweetal publicaties, te weten: Piet Keizer (2015, 2017)

[2] De Grieken hebben zich onredelijk gedragen voorafgaand aan de crisis. De Duitsers hebben onredelijke, slecht doordachte financieringsvoorwaarden aan Griekenland opgelegd. Als de Griekse minister van Financiën dan bij de Duitse minister van Financiën op bezoek komt om over die voorwaarden te praten, weigert de Duitser zijn Griekse ‘collega’ de hand te schudden. Dat staat natuurlijk in alle Griekse kranten!!

Referenties:

CEPR (2018), Reconciling risk sharing with market discipline: A constructive approach to euro area reform, Policy Insight no.91.

Friedman, M. (1968), The Role of Monetary Policy, American Economic Review, 68 (1) 1-17.

Hayek, F. A. von (1931), Prices and Production, Routledge and Kegan Paul.

Keizer, P. (2015), Multidisciplinary Economics, A Methodological Account, Oxford: Oxford University Press.

Keizer, P. (2017), Hoe de crisis het economische denken verandert; linkse en rechtse dogma’s ontrafeld , Amsterdam: Amsterdam University Press.

Negishi T. (1979), Microeconomic foundations of Keynesian Macroeconomics, Amsterdam: North-Holland.

Taylor, J. (1993), Discretion versus Policy Rules in Practice, Carnegie-conference Series on Public Policy, 195-227.

Weber, M. (1991), From Max Weber: Essays in Sociology, London: Routledge.

Te citeren als

Piet Keizer, “Laat de eurozone niet over aan financiële experts”, Me Judice, 31 januari 2018.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Afbeelding ‘Euro’ van Marco Verch (CC BY 2.0).

Links

Ontvang updates via e-mail