Waarom wel ketchup, maar geen anticonceptiepil?

Onderwerp:
Waarom wel ketchup, maar geen anticonceptiepil? image
6 jul 2011
Heinz investeert in een groot onderzoekscentrum in het Gelderse Nijmegen, terwijl Organon in het Brabantse Oss dreigt te worden gesloten. Bas ter Weel legt uit hoe deze twee ontwikkelingen zijn te rijmen. Beleidsmakers moeten zich niet blindstaren op deze individuele beslissingen van multinationals, maar vooral zorgen voor een aantrekkelijke vestigingsplaats.

De afweging tussen productie en communicatie

De Nederlandse vestigingen van Heinz en Organon zijn onderdeel van grote Amerikaanse multinationals die wereldwijd opereren. Organon is onderdeel van Merck Sharp & Dohme (MSD) en Heinz van de H.J. Heinz Company. Deze bedrijven maken afwegingen over waar op de wereld het best kan worden geproduceerd. De afweging bestaat uit het tegenover elkaar zetten van productiekosten en coördinatiekosten, zoals economen al weten sinds de pin factory van Adam Smith.

Productiekosten worden geminimaliseerd door daar te produceren waar dat het efficiëntst is, terwijl de coördinatie van activiteiten het eenvoudigst is als alle bedrijfsonderdelen dicht bij elkaar staan. Hierdoor ontstaan specialisatiepatronen binnen en tussen mensen, bedrijven en landen. In de afgelopen decennia zijn daarom als gevolg van de verdere toename van de wereldhandel eenvoudig te controleren taken door bedrijven uitbesteed aan lagelonenlanden, omdat de productiewinst groter is dan de coördinatiekosten. Ook steeds meer administratieve taken worden uitbesteed als gevolg van slimme communicatie via het Internet en bedrijfsnetwerken. En nu blijken onderzoekstaken te kunnen worden verplaatst van Oss naar de Verenigde Staten.

Verleden geen garantie voor toekomst

De verbinding van Organon en Heinz met Nederland is historisch gegroeid, maar door globalisering geen gegeven meer. Verbinding is sterker naarmate taken meer gebonden zijn aan specifieke expertise, andere bedrijven in de omgeving en Nederland als locatie om te produceren. De specifieke expertise is bij beide bedrijven hoog als gevolg van de opgebouwde kennis. Hierdoor is het bundelen van onderzoekscapaciteit een logische keuze. Verbindingen met andere bedrijven in de waardeketen zijn er ook voldoende. De crux zit in het verschil in de aantrekkelijkheid van de locatie (zie ook de bijdrage van Akçomak, Borghans en Ter Weel eerder op dit forum voor een uitleg over het mechanisme).

Belang van nabijheid ...

Ten eerste bevindt Heinz’ onderzoekscapaciteit zich dicht bij de universiteiten van Nijmegen en Wageningen die veel kennis hebben op het terrein van de voedingsmiddelenindustrie. Ook is er veel vergelijkbare economische activiteit die het aantrekkelijk maakt daar een kenniscentrum te bouwen. De onderzoekers van Heinz en die van universiteiten en bedrijven profiteren immers van elkaars kennis.

Organon’s onderzoekscapaciteit bevindt zich grotendeels in Oss. Deze locatie staat relatief los van de omgeving, want er zijn geen andere kenniscentra in de buurt die onderzoek op hetzelfde terrein uitvoeren. Geïsoleerde bedrijven met weinig economische verbindingen en afzetmogelijkheden in de directe omgeving zijn makkelijker te verplaatsen. De coördinatiekosten met afnemers, andere onderzoeksinstellingen en het MSD-hoofdkantoor wegen blijkbaar niet op tegen de productievoordelen van Organon in Oss.

... en kennis

Ten tweede worden op de Gelderse universiteiten mensen opgeleid die makkelijker inzetbaar zijn bij bedrijven als Heinz. Specifieke kennis die wordt opgedaan op de universiteit in Wageningen, goede kansen op een baan in de directe omgeving en een aantrekkelijke woonomgeving in Arnhem of Nijmegen zijn ingrediënten die productie en coördinatie efficiënter maken en economische activiteit aantrekken. De drukte rondom het behoud van de onderzoeksafdeling van Organon lijkt dan ook vechten tegen de bierkaai. Een gevecht dat door de overheid op langere termijn niet vol te houden is. Ook is het ineffectief, omdat andere researchafdelingen, zoals nu Heinz, zich als vanzelf vestigen als de voorwaarden goed zijn. Probeer daarom niets te forceren, help hooguit een handje.

Beleid

Ten slotte moeten we ons niet al te rijk rekenen. Globalisering leidt tot snelle en onvoorspelbare veranderingen in economische activiteit. Kleine verschillen in productiviteit en concentratietrends in bepaalde industrieën kunnen grote gevolgen hebben voor de economische structuur van landen (zie Ter Weel, Van der Horst en Gelauff, 2010). Beleidsmakers kunnen daarom blij zijn met het initiatief van Heinz, maar moeten vooral zorgen voor een aantrekkelijke vestigingsplaats. Een hoog opgeleide beroepsbevolking met een kennisbasis die bedrijven bindt aan de Nederlandse economie zijn hiervoor de belangrijkste ingrediënten. Een zekere padafhankelijkheid speelt hier ook een rol. Activiteiten die sterk zijn verbonden met een locatie (bijvoorbeeld de filmindustrie in Hollywood) zijn eenvoudiger te behouden dan activiteiten die minder sterk verbonden zijn met de lokale economie. Specifiek beleid gericht op bepaalde sectoren en bedrijven of het angstvallig proberen te behouden van banen vallen daar niet onder.

Dit is een langere versie van een artikel verschenen in NRC Handelsblad van 30 juni 2011.

Bron foto: Flickr.

Referenties

Semih Akçomak, Lex Borghans, Bas ter Weel, “Het draait om de verdeling van taken: een andere kijk op werkgelegenheid”, Me Judice, jaargang 3, 26 november 2010.

Bas ter Weel, Albert van der Horst, George Gelauff, The Netherlands of 2040, Koninklijke De Swart, Den Haag.

Te citeren als

Bas ter Weel, “Waarom wel ketchup, maar geen anticonceptiepil?”, Me Judice, 6 juli 2011.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Ontvang updates via e-mail