Beter beleid voor beter leven
Hoe kan Nederland in de vaart der volkeren opstoten? Het is een vraag van
alle tijden. Binnen Nederland wordt daar naarstig over nagedacht, maar het
is ook altijd nuttig om te zien hoe een buitenstaander naar Nederland kijkt
en welke antwoorden deze zal geven. De OESO is sinds jaar en dag een
gezaghebbende buitenstaander en wie door een bril met OESO-glazen naar
Nederland kijkt, komt na enig grasduinen op een interessant lijstje
aandachtspunten. De OESO heeft als missie “better policies for better
lives” en heeft door haar internationale kijk een goed inzicht wat een
goede standaard voor beleid (‘benchmark’) is en welke landen daarin
uitblinken. Dat inzicht is van groot nut in het geven van concrete en
onderbouwde beleidsadviezen. In de afgelopen jaren zijn op bijna alle
relevante beleidsterreinen
rapporten van de OESO over Nederland
verschenen. De beleidsaanbevelingen die uit Parijs komen verdienen een heel serieuze overweging zoals Minister-President Rutte dat vorig jaar
nog aangaf. Om zijn eigen woorden te gebruiken: “De regering ziet de OESO
als een instrument van internationale ordening en een mechanisme om kennis
te delen over best practices op alle relevante beleidsterreinen.”. Wie op
dit punt inspiratie zoekt, heeft wellicht wat aan de sterkte-zwakte analyse
van de Permanente Vertegenwoordiging bij de OESO. Deze analyse kan enig houvast
bieden in het denken over economie en samenleving en de keuzes die de
komende tijd gemaakt moeten worden.
Startpositie Nederland
De Nederlandse uitgangspositie als middelgrote open economie is
volgens de OESO absoluut goed. Dat is vooral te danken aan een solide
financieel-economisch beleid gekoppeld aan structurele hervormingen.
Nederland is qua BNP nr. 17 in de wereld, nr. 12 in de OESO en nr. 5 in de
EU post-Brexit. Op alle relevante ranglijstjes scoort Nederland in de
top-10, ook op belangrijke zaken als innovatie, welzijn, gezondheid en goed
bestuur. Daarnaast valt het internationaal op dat Nederland juist relatief
laag scoort op armoede en inkomensongelijkheid.Figuur 1 brengt in beeld hoe Nederland scoort op alle indicatoren van welzijn zoals de OESO die bijhoudt.
Figuur 1: De kwaliteit van leven in Nederland
Bron: OECD, How's Life in the Netherlands?, noot: de lengte van de lijnen geeft aan hoe Nederland scoort op individuele indicatoren. Dicht bij de rand is bovengemiddeld, korte lijnen geven relatieve tekortkomingen aan. Voor een integrale sterkte-zwakte analyse van Nederland: klik hier
Maar zo’n mooie positie
vasthouden of zelfs verbeteren vergt voor de toekomst een permanente drang
en daadkracht om sterktes beter te benutten, zwaktes weg te werken en
tijdig op kansen en risico’s te anticiperen. Immers, andere landen zitten
bepaald niet stil, zeker niet in Azië. Het motto van het recente
OESO-rapport over het Nederlandse onderwijssysteem was: “ going from good to great”. En eigenlijk is dit motto op alle
beleidsterreinen van toepassing.
Menselijk kapitaal
Een betere benutting van het Nederlandse potentieel aan menselijk kapitaal
vergt volgens de OESO-adviezen verbetering van voorschoolse en vroegtijdige
educatie, sterkere bevordering van excellentie en professionaliteit van
leraren op scholen, een betere integratie van immigranten,
krachtiger aanpak van langdurige werkloosheid, verdere verkleining van de
kloof tussen vaste en flexibele contracten en hogere
urenparticipatie van vrouwen en oudere werknemers. Voor wat
betreft de vergroting van de arbeids(uren)participatie beveelt de OESO aan
dat gestreefd moet worden naar o.a. lagere effectieve marginale
belastingtarieven en een toegespitst activerend arbeidsmarktbeleid. Op vele
van deze punten is al beleidsintensivering in gang gezet, maar dit zijn
taaie onderwerpen om significante voortgang te kunnen boeken. En de OESO
werkt op dit moment ook nog aan een strategie om de vaardigheden van
Nederlandse werknemers en ondernemers aan te scherpen. Deze zogenaamde
“Skills Strategy” voor Nederland zal dit voorjaar verschijnen en bruikbare
aanknopingspunten kunnen bieden voor een versterking van het beleid.
(Im)materieel kapitaal
Een betere benutting van het Nederlandse potentieel aan (im)materieel
kapitaal vraagt in de visie van de OESO:
-
een nieuwe belastinghervorming (versnelde afbouw
hypotheekrenteaftrek, afbouw lagere BTW-tarief, verhoging consistentie
milieubelastingen);
- stimulering van meer directe investeringen in R&D;
-
duurzame energie & energiebesparing;
- betere toegang MKB en vooral jonge bedrijven tot financiering en
topsectorenbeleid;
- handhaving publiek onderzoek van wereldklasse op universiteiten;
-
betere valorisatie van (vak)kennis; en
-
verruiming van huurregulering op private huurmarkt.
Nederland lijdt net als andere OESO-landen onder de mondiale vertraging in
de productiviteitsgroei. Een innovatiebeleid dat technologische vernieuwing
onder bredere groepen bedrijven weet te spreiden, draagt volgens de OESO
bij aan een stimulering van de productiviteitgroei. Verder kan de
oprichting van een Nederlandse financierings- en ontwikkelingsinstelling
(Invest-NL) helpen op enkele punten, bijvoorbeeld bij het ondersteunen van
start- en scale- ups. Jonge bedrijven zijn volgens recente OESO-analyses
cruciaal voor radicale innovatie en banengroei.
Het merk Holland
Op marketing wordt wel eens neergekeken als zijnde geldverspilling, maar
het vermarkten van kennis, goederen en diensten is onlosmakelijk verbonden
aan de economie van alledag. Het merk Nederland kan en moet beter op het
netvlies van de buitenwereld komen om in post-Brexit Europa internationale
bedrijven en toptalent als kennismigranten aan te trekken
respectievelijk te behouden. Dit vergt ook het wegwerken van Nederlandse
zwaktes, zoals verkeerscongestie en de relatief slechte luchtkwaliteit, met
een direct negatief effect op de gemiddelde levensverwachting die in
Nederland ondanks onze uitstekende gezondheidszorg niet opvallend hoog is.
Het merk Nederland kan en moet beter op het
netvlies van de buitenwereld komen om in post-Brexit Europa internationale bedrijven en toptalent aan te trekken of te behouden.
Het valt te overwegen om elektrisch vervoer grootschalig uit te
bouwen als een niche waarin Nederland zowel internationaal ver voorop loopt
als ook nationaal veel baat bij heeft om de luchtkwaliteit te verbeteren.
Daarnaast bieden de Nederlandse prestaties op het terrein van
afvalverwerking en recycling een goede uitgangspositie om in de transitie
naar een circulaire economie een voorsprongpositie op te bouwen.
Conclusie
Het beantwoorden van de vraag ‘Hoe kan Nederland in de vaart der volkeren
worden opgestoten?’ is moeilijk en de OESO zit vanzelfsprekend niet op de
stoel van Nederlandse politici en bestuurders. Maar wat de OESO wel biedt
is een weloverwogen mening op basis van internationaal vergelijkend
onderzoek. De OESO herkent de sterke punten en kansen maar ook de zwakke
punten en bedreigingen van Nederland, zaken die in het publieke beleidsdebat soms
onderbelicht blijven.
Referentie:
Rutte, R., 2015,
Nederland en de OESO
, OECD360 Nederland 2015, p 7.
Te citeren als
Noë van Hulst, “Hoe kan Nederland opstoten in de vaart der volkeren?”,
Me Judice,
20 februari 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘De Terp’ van pieter musterd (CC BY-NC-ND 2.0).