Beleidstoepassing werk van Tirole kan wel een impuls gebruiken

Jean Tirole
IMF, Flickr.
17 okt 2014
De Nobelprijs voor Jean Tirole getuigt van zijn fundamentele bijdragen voor de economische wetenschap. Deze bijdragen betreffen niet alleen regulering van marktmacht, waar nu de nadruk op wordt gelegd, maar ook werk op uiteenlopende terreinen als onderhandelen onder incomplete informative en intrinsieke motivatie. Hoewel zijn ideeën brede ingang hebben gevonden, is de daadwerkelijke toepassing ervan in het beleid nog bescheiden, stelt Paul de Bijl, die als promovendus een jaar doorbracht in Toulouse, onder begeleiding van Tirole.

Het zat in het vat

Dat Jean Tirole ooit de Nobelprijs voor de Economische Wetenschappen (de Sveriges Riksbank Prize in Economic Sciences in Memory of Alfred Nobel) zou krijgen, heeft weinig economen verrast. Ook is het niet verrassend dat hij deze op relatief jonge leeftijd heeft gekregen, omdat hij al vroeg zeer productief werd. Zijn oeuvre is — zonder ophouden — breed, diep en richtinggevend voor de economische wetenschap. Vrijwel alle (algemeen) economen in het wetenschappelijk onderwijs komen er direct of indirect mee in aanraking, en (algemeen) economen met wetenschappelijke ambities kunnen er niet omheen.

Omstreeks 1990 maakte ik voor het eerst kennis met zijn werk, tijdens de studie Econometrie in Rotterdam, waar Dan Kovenock het boek The Theory of Industrial Organization (Tirole, 1988) behandelde in een keuzevak 'wiskundige economie'. Een prachtig vakgebied: ik schreef aansluitend een theoretische scriptie, en werd daarna promovendus bij CentER aan de Katholieke Universiteit Brabant (tegenwoordig Tilburg University), beide op het gebied van Industriële Organisatie. Via een uitwisselingsprogramma verbleef ik een jaar in Toulouse, waar ik onder begeleiding van Jean Tirole aan een deel van mijn proefschrift mocht werken.

Fundamentele bijdragen

In Toulouse werd mij duidelijk dat Tirole voor meer stond dan Industriële Organisatie. Zijn boeken Game Theory (met Drew Fudenberg, 1991) en A Theory of Incentives in Procurement and Regulation (met Jean-Jacques Laffont, 1993) waren recent verschenen, en hij werkte aan een boek over regulering van banken. Hij heeft ondertussen negen boeken geschreven in uiteenlopende vakgebieden, waaronder regulering van telecommunicatiemarkten, corporate finance en de financiële crisis. Deze boeken gelden als standaardwerken, zowel qua didactische kwaliteit (vanwege de heldere analytische opzet) als qua onderzoeksbasis en -inspiratie. Daarnaast verschijnt er sinds het begin van de jaren '80 een stroom van veelal leidende artikelen van zijn hand. Artikelen over, bijvoorbeeld, R&D concurrentie, asset bubbles, onderhandelen onder incomplete informatie, incentive contracten, incomplete contracten, besluitvorming binnen de overheid, open source software, intrinsieke motivatie, 'pro-sociaal' gedrag, cognitie, identiteit, taboes en klimaatverandering. Veelal fundamenteel, waar andere onderzoekers op verder kunnen bouwen. Uit de uitgebreide duiding van zijn werk door de 'Nobelcommissie' (2014) blijkt, voor lezers die er minder bekend mee zijn, dat Tirole's wetenschappelijke impact ongekend groot is, kwalitatief en kwantitatief.

De juiste vragen stellen

De essentie in de onderbouwing van de prijs is gevat onder de noemer 'marktmacht en regulering'. Deze omvat (maar is ruimer dan) de toepassing van speltheorie, oligopolie-theorie, contract-theorie en politieke economie, gericht op problemen in mededingingsbeleid, regulering van monopolisten en sector-specifieke regulering. De aanpak van Tirole en zijn diverse co-auteurs — waarvan Jean-Jacques Laffont, mocht hij nog geleefd hebben, vermoedelijk gedeeld zou hebben in de Nobelprijs — kenmerkt zich door de aandacht voor de details ten aanzien van prikkels, informatie, strategische interactie en (de beperkingen van) contracten. Tirole sprak over de modellen die hij construeerde als toy models, niet bedoeld om de waarheid na te bootsen, maar om de essentie van een probleem op een fundamentele wijze bloot te leggen. Hij wilde de goede vragen stellen. De op speltheorie gebaseerde modellen geven mogelijk geen afdoende antwoorden, maar helpen wel om vragen verder aan te scherpen. Dat inspireert al decennia lang talloze onderzoekers, zodat hij zijn stempel heeft gedrukt op onderzoeksagenda's wereldwijd.

Mededinging, regulering en publieke belangen

De opkomst van mededingingsbeleid en regulering liep ongeveer parallel aan het verschijnen van (onder meer) Tirole's publicaties hierover. Gedurende de jaren '80, waarin de theorie van Industriële Organisatie sterk aan populariteit won, wortelde namelijk het besef in beleid en politiek dat concurrentie en ondernemerschap instrumenteel konden zijn voor het verminderen van verspilling in (semi-) publieke sectoren, en dat kartels schadelijk waren. Dat leidde onder meer tot een kartelverbod, de oprichting van de mededingingsautoriteit (NMa), sector-specifieke regulering van de post- en telecommunicatiesector en de oprichting van een toezichthouder daarvoor (OPTA). Desalniettemin, ik heb de indruk dat medewerkers in beleid en toezicht vaak wel bekend zijn met concepten uit de industriële organisatie, informatie-economie en theorie van regulering, maar dat directe, daadwerkelijke toepassing nog op bescheiden schaal plaatsvindt. Dat betreft niet alleen toepassing op het gebied van mededinging en regulering, maar ook andere beleidsproblemen, bijvoorbeeld gerelateerd aan niet-contracteerbare kwaliteit in publieke en semi-publieke sectoren, vraagstukken over publiek versus privaat, en bestuurskundige kwesties ten aanzien van de vormgeving van de overheid. Als econoom hoop ik dat de Nobelprijs voor Jean Tirole een impuls geeft aan de toepassing van economische inzichten ten behoeve van overheidsbeleid.

Referenties

Fudenberg, D. en J. Tirole (1991), Game Theory, MIT Press.

Laffont, J.-J. en J. Tirole (1993), A Theory of Incentives in Procurement and Regulation, MIT Press.

'Nobelcommissie' (Economic Sciences Prize Committee of the Royal Swedish Academy of Sciences) (2014), "Jean Tirole: Market Power and Regulation", Scientific Background on the Sveriges Riksbank Prize in Economic Sciences in Memory of Alfred Nobel 2014.

Tirole, J. (1988), The Theory of Industrial Organization, MIT Press.

Te citeren als

Paul de Bijl, “Beleidstoepassing werk van Tirole kan wel een impuls gebruiken”, Me Judice, 17 oktober 2014.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
IMF, Flickr.

Ontvang updates via e-mail