"Economen verschillen van mening over de aanpak van de eurocrisis, maar lijken het over één ding eens: als de overheid ingrijpt, moet dat met overtuiging gebeuren. Hiervan is momenteel echter geen sprake. Dit komt deels doordat politici niet goed weten hoe het op lange termijn met de euro zal gaan." Aldus Tsjalle van der Burg en daar ben ik het maar zeer ten dele mee eens.Er wordt niet overtuigend ingegrepen doordat Europa lamgelegd wordt door een ouderwetse machtsstrijd en niet zozeer doordat politici niet goed weten hoe het al aflopen met de euro. Europese instellingen vechten onderling om macht, de lidstaten vechten trekken op hun beurt meer macht van ‘Brussel’ naar zich toe, de kleine landen zien de grote landen daarbij het in feite voor het zeggen krijgen, binnen de eurolanden is het ook niet koek en ei, met scherpe discussie tussen voor- en tegenstanders van verdere hulp en ook binnen sommige Europese instellingen, bijvoorbeeld de Europese Centrale Bank, botert het ook niet.
Hoe zit het met die lange termijn, vraagt Van der Burg zich verder af. Velen denken dat er slechts twee mogelijkheden zijn. Is er geen derde weg, vervolgt hij. Ja, luidt het antwoord en wel zoals voorgesteld door Buiter en Rahbarie (2011a, 2011b).
Die derde weg, zoals voorgesteld door Buiter en Rahbarie is natuurlijk wel mogelijk, hoewel ook daar veel haken en ogen aan zitten. Maar een belangrijker punt is de vraag hoe bij het startpunt voor die derde weg te komen? Immers, er moet een wet komen over hoe, wanneer een land op enig moment in de toekomst insolvabel wordt, het mechanisme van schuldherstructurering er uit zal zien. Maar hoe zit het met een land dat nu al insolvabel is? Dan zijn we weer terug bij de eerste twee mogelijkheden, of soevereiniteitsoverdracht naar Brussel of uit de eurozone.
Ik deel de conclusie van Van der Burg als hij stelt dat “de derde weg niet alleen helpt tijdens een crisis, het verlaagt ook de kans erop. Als banken van te voren weten dat obligaties van zwakke eurolanden kunnen worden gekort, zullen ze er minder van aanhouden. En ze zullen meer rente vragen. Dit laatste is voor zwakke landen meteen een stimulans om de schuld te beperken. Bij de derde weg blijft overigens ook een (verbeterd) Stabiliteitspact nodig.” Het probleem is alleen dat die derde weg niet toe te passen is op de huidige crisis. Banken hebben veel staatsobligaties en de schulden zijn hoog.
Daarbij geldt in het algemeen dat voor elk toekomstig resolutiemechanisme geldt dat de bouwstenen ervan wel realistisch moeten zijn. De ECB die extra geld bijdrukt dat speciaal gebruikt wordt om de Griekse economie te stimuleren, is dat niet. Hoe moet dit gecontroleerd worden, er bestaat nog steeds zoiets als het vrije verkeer van kapitaal. Gaat de ECB dat speciale geld voorzien van een stempel om te weten dat het om speciaal geld gaat?
Dan hebben we in feite een parallel-euro te pakken. Maar zwakke punten zoeken in een oplossing is altijd relatief makkelijk. Maar ook nodig, want alleen zo kan er uiteindelijk wel iets ontstaan dat toekomstige crises niet voorkomt maar wel stukken minder waarschijnlijk en/of ingrijpend maakt.
Referenties
Buiter, W.H., en E. Rahbari (2011a) The future of the euro area: fiscal union, break-up or blundering towards a ‘You break it, you own it Europe’. Londen, Citi Economics.
Buiter, W.H. en E. Rahbari (2011b) “Wie faalt betaalt: een derde weg voor de Eurozone”. Me Judice, 22 september 2011.
Burg, T., van der, 2011, “Oplossing crisislanden dichterbij door nabootsing devaluatie ", Me Judice, 4e jaargang, 18 oktober 2011.: European Parliament
Dit artikel kan worden overgenomen met bronvermelding. Toezending van bewijsexemplaren wordt op prijs gesteld. © Me Judice
Te citeren als
Edin Mujagic, “Gevraagd: realistische resolutiemechanismen”,
Me Judice,
18 oktober 2011.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding