Over de top
Onlangs stelde het CPB dat verlaging van het toptarief van de inkomstenbelasting van 52% naar 49% de belastinginkomsten zal vergroten. Een hoger toptarief,
aldus het CPB, werkt averechts omdat het ‘een succesvolle carrière of ondernemerschap’ ontmoedigt en ‘prikkels voor belastingontduiking’ versterkt. Dit
verhaal hebben wij al eerder gehoord. Begin jaren tachtig wilde Ronald Reagan het toptarief van de inkomstenbelasting verlagen. Reagan beloofde dat de
belastingverlaging de belastingopbrengsten zouden doen toenemen. Hij ontleende dit idee aan de toen populaire Laffercurve die liet zien dat voorbij een
bepaald tarief de belastingopbrengst voor de overheid daalt als het tarief verder wordt verhoogd. Reagan geloofde dat het tarief dat punt inderdaad voorbij
was en verlaagde de toptarieven. De belastingopbrengst was tegen het eind van zijn presidentsperiode (1989) evenwel niet hoger maar lager dan aan het
begin. De tarieven in de VS waren misschien toch niet “over de top”.
Vreemde aannames CPB
Naar ons idee geldt dit ook voor de Nederlandse toptarieven. De analyse van het CPB brengt ons niet op andere gedachten. De analyse stoelt op een aantal
bevreemdende aannamen waaruit de conclusie — verlaag het toptarief — niet volgt.
Ten eerste is het een vreemde redenering om belastingen te verlagen opdat ze minder ontdoken worden. Ontduiking –waar hoge inkomens inderdaad goed in zijn-
moet vooral tegengegaan worden door vermindering van aftrekposten en versterking van controle.
Dat laat onverlet dat (hoge) inkomens kunnen reageren op belastingtarieven door vermindering van arbeidsaanbod. Het zijn evenwel vooral mensen die tegen
hun pensioen aanzitten of ouders die een tweede inkomen in een huishouden inbrengen die op belastingtarieven reageren. Het zal echt meevallen met het
aantal bankiers dat deeltijd gaat werken of het aantal notarissen en advocaten dat het voor gezien houdt als het toptarief stijgt. Zo gold in Nederland
decennialang een toptarief van 72%, zonder dat Nederland al zijn ‘toptalent’ kwijt raakte, en de economische groei was hoger dan nu. In de VS was in de
Tweede Wereldoorlog het toptarief zelfs 90% en inderdaad staakte de latere president Reagan enige tijd zijn lucratieve filmcarrière, maar dat was omdat hij
werd opgeroepen voor militaire dienst.
De zekere kennis van het CPB
Hoe weet het CPB dan zo precies dat het optimale tarief 49% is? Het CPB heeft de inkomensveranderingen ten tijde van de belastinghervorming van 2001
bezien. Het belastingstelsel werd toen ingrijpend herzien: alle tarieven werden verlaagd, tariefgrenzen werden verschoven, de inkomensvrije voet werd
vervangen door belastingkortingen, en dat alles ging vergezeld van een aanzienlijke belastingverlichting. De hervorming werd ingevoerd aan het einde van
een periode van hoge economische groei die in 2001 met de dotcomcrisis tijdelijk werd onderbroken. Vanaf 2003 begon de economie weer fors te groeien om in
2005 weer in de buurt van 4% te komen. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat het CPB voornamelijk een substantieel effect van de (eenmalige)
belastingherziening vindt als de inkomensveranderingen in het jaar 2005 worden meegenomen. Voor de jaren daarvoor blijkt het effect veel geringer te zijn.
Het CPB-rapport geeft aan dat dit komt omdat gedragsveranderingen tijd kosten, maar wij denken dat de conjuncturele veranderingen eerder een grote rol
gespeeld hebben. De waargenomen stijging van de inkomens in 2005 ten opzichte van de periode voor de belastingherziening is dan eerder het gevolg van
macro-economische ontwikkelingen dan van micro-economisch gedrag en heeft dan ook weinig met de belastinghervorming van 2001 te maken.
Verhoging tarief niet schadelijk
Daar komt nog iets bij. Een effect dat gevonden is bij de veelomvattende belastingherziening van 2001 kan niet van toepassing zijn op een tariefverandering
anno 2013. De huidige economische situatie –een recessie als gevolg van vraaguitval, met arbeidsoverschotten als gevolg- verschilt nogal van die in 2001.
Het is onaannemelijk dat mensen in tijden van oplopende werkloosheid en crisis zullen reageren op een tariefstijging van enkele procenten door hun
arbeidsaanbod te verminderen of door op te houden met studeren, zoals het CPB in feite aanneemt. In de huidige crisis neemt het aantal studenten juist toe.
Zelfs als dat mocht afnemen bij een stijging van het toptarief, is er nog steeds meer dan voldoende arbeidsaanbod. Dat betekent dat er ook voldoende ruimte
is om het toptarief te verhogen. Een tariefstijging van 52 naar 55% zal dan ook de belastingopbrengst niet doen dalen, maar tot een extra
belastingopbrengst leiden van een kleine miljard euro. Mocht het kabinet Rutte II besluiten alsnog extra te bezuinigingen met het oog op de wensen van
eurocommissaris Rehn, dan is een verhoging van het toptarief een van de mogelijkheden om het financieringstekort te verlagen.
* In iets gewijzigde vorm eerder verschenen in Het Financieele Dagblad van 18 juni 2013.
Te citeren als
Harrie Verbon, David Hollanders, “Verhoog gewoon het toptarief in de inkomstenbelasting”,
Me Judice,
18 juni 2013.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Amsterdam’ van PjotrP (CC BY-SA 2.0)