Participatie van allochtone vrouwen
De arbeidsmarktparticipatie van allochtone vrouwen trekt zowel maatschappelijke als wetenschappelijke aandacht. In de maatschappelijke discussie staan de integratie en emancipatie van de vrouwen centraal. De wetenschap ziet het gedrag van vrouwen die migreren als een mogelijkheid om de overdraagbaarheid van cultuur te onderzoeken. De vraag is hoe vrouwen uit verschillende herkomstlanden, met verschillende gewoontes ten aanzien van participatie, zich gedragen als zij in hetzelfde land gaan wonen.
De participatie van allochtone vrouwen in Nederland verschilt aanzienlijk per herkomstland. Vrouwen uit Suriname, de Antillen en Indonesië participeren relatief vaak op de arbeidsmarkt, terwijl vrouwen uit Turkije en Marokko juist minder vaak participeren dan autochtone vrouwen. Deze verschillen representeren deels verschillen in participatie tussen de herkomstlanden. In landen als Turkije en Marokko is de participatie van vrouwen laag. Een simpele vergelijking tussen landen geeft echter geen volledige verklaring, de participatie van vrouwen in bijvoorbeeld Suriname is namelijk niet bijzonder hoog (zie figuur 1).
Figuur 1: participatie vrouwen leeftijd 15-64 in Nederland en in herkomstland, 2006
Participatie in het herkomstland
De participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt wordt beïnvloed door vele factoren. Zo spelen gezinssamenstelling en opleiding een belangrijke rol. De relatie tussen participatie in Nederland en het herkomstland kan dus worden beïnvloed door dergelijke factoren. Het is te verwachten dat de opleidingsniveaus verschillen tussen groepen allochtone vrouwen, en dat heeft een effect op hun participatie in Nederland. Het effect van participatiegedrag in het land van herkomst wordt gemeten aan de hand van de participatiegraden van vrouwen in deze landen. Dit is de epidemiologische benadering (Fernandez, 2010), waarbij de participatie in het land van herkomst als een maat voor cultuur wordt beschouwd. Uiteraard wordt de invloed van de participatie in het herkomstland gemeten nadat er gecorrigeerd is voor individuele karakteristieken zoals gezinssamenstelling en opleiding.
Onderzoek voor Nederland laat zien dat de participatie van allochtone vrouwen in Nederland samenhangt met de gemiddelde participatie van vrouwen in het land van herkomst (Kok et al., 2011). Een 10%-punt hogere participatiegraad van vrouwen in het herkomstland komt overeen met een 3%-punt hogere participatie in Nederland van de eerste generatie allochtonen. Voor de tweede generatie vinden we geen statisch significant positief effect. De uitkomsten zijn gecorrigeerd voor individuele kenmerken zoals gezinssamenstelling en opleiding.
Voortrekkersrol Nederlandse vrouw
De maatschappelijke en wetenschappelijke discussie richt zich vooral op de invloed vanuit participatiegedrag in het herkomstland. Maar hoe verhoudt zich de invloed van de participatie in het herkomstland tot die van het gastland, in dit geval Nederland? Nederlandse vrouwen tonen een opmerkelijke ontwikkeling in de participatie over opeenvolgende geboortecohorten. De participatie stijgt sterk tot de geboortecohort van begin jaren vijftig, en daarna vlakt de toename volledig af (Euwals et al., 2011). Dit patroon is internationaal gezien uniek: in de meeste omringende landen is de participatie veel eerder gestegen, terwijl in minder ontwikkelde landen de participatie (nog) nauwelijks is gestegen. We gebruiken het patroon over de geboortecohorten van autochtone vrouwen om het effect van de participatietrend van het gastland te meten.
De resultaten suggereren dat de ontwikkeling in de participatie van autochtone vrouwen samenhangt met de trend in participatie van allochtone vrouwen in Nederland (Kok et al., 2011). De trend over de opeenvolgende geboortecohorten voor autochtone vrouwen blijkt ook te gelden voor allochtone vrouwen. Volgens de resultaten betekent een 10%-punt hogere participatie van autochtone vrouwen een 9%-punt hogere participatie van allochtonen vrouwen. Vergelijking van de statistische verklaringskracht wijst uit dat de participatie van autochtone Nederlandse vrouwen minstens zo belangrijk is als de participatie van vrouwen in het herkomstland.
Beleid gericht op allochtone vrouwen
Allochtone vrouwen volgen de trend over opeenvolgende geboortecohorten van autochtone vrouwen. Voor sommige groepen allochtone vrouwen van de eerste generatie blijft de participatie echter achter bij die van autochtone vrouwen. De resultaten suggereren dat dit samenhangt met verschillen in cultuur. Participatiebeleid dient dus aandacht te blijven houden voor de participatie van deze vrouwen.
Referenties
Kok, S., N. Bosch, A. Deelen en R. Euwals, 2011, Migrant Women on the Labour Market: On the Role of Home- and Host-Country Participation, CPB DP 180, Den Haag.
Fernandez . R., 2010, Does culture matter? NBER WP 16277, Cambridge MA.
Euwals, R, M. Knoef en D. van Vuuren, 2011, The trend in female labour force participation: What can be expected for the future? Empirical Economics, Vol. 40(3), pp. 729-753, ministry of foreign affairs, Poland.
Te citeren als
Nicole Bosch, Anja Deelen, Rob Euwals, Suzanne Kok, “Arbeidsparticipatie allochtone vrouwen: goed voorbeeld doet goed volgen”,
Me Judice,
14 juli 2011.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
Vocational training for women in Khwaja Omari district, Afghanistan’ van Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Poland (
CC BY-ND 2.0)