Wijsheid in pacht
Wij beleven het zoveelste gevecht tussen financiële technocraten, recentelijk aangevoerd door Jolanda Peeters en Klaas Knot en degenen die opteren voor
meer democratische structuren, onder wie de schrijver van dit stukje. In zijn zeer lezenswaardige boek ‘Tegen verkiezingen’ stelt David van Reybrouck
terecht dat populisme gevaarlijk is voor de minderheid, maar dat technocratie gevaarlijk is voor de meerderheid (p.38).
Technocraten denken dat deskundigen de wijsheid in pacht hebben, hebben meestal een beperkte visie op de maatschappij in haar geheel en stellen de door hen
gekozen doelstellingen centraal en exclusief. Die doelstellingen betreffen dan vaak niet betrekkelijk concrete sociale en economische waarden zoals
verantwoorde groei of volledige werkgelegenheid, maar meer abstracte doelstellingen als onafhankelijkheid en deskundigheid.
Een fraai voorbeeld leveren Peeters en Knot in het artikel “Onafhankelijke centrale banken in een post-crisis raamwerk” in het tijdschrift TPE-digitaal,
eerder deze maand door Peeters samengevat op dit webforum. Onafhankelijkheid van de centrale bank, dat moet volgens de schrijvers. Vóór de recente grote
financiële crisis hebben de centrale banken zich ontwikkeld tot instituten die – operationeel onafhankelijk van de politiek – zich konden richten op een
stabiele ontwikkeling van de prijzen.
Doelen verabsoluteren
Weinigen zullen ontkennen dat stabiele prijzen in beginsel positief zijn te waarderen, maar het streven naar een stabiel prijspeil is niet het enige
mogelijke doel van algemeen-economische politiek en soms kan het zelfs in strijd zijn met dit doel. Wie een deelverzameling van mogelijke doelstellingen
verabsoluteert, kan het bereiken van algemeen economische doelstellingen frustreren. Daarbij geldt toch ook dat door de stormachtige ontwikkeling van de
financiële sector de invloed van die sector op wat ik maar even de ‘reële economie’ noem, enorm is toegenomen.
Peeters en Knot stellen dat vanaf de jaren zeventig onder economen en beleidsmakers consensus bestond over het onafhankelijk zijn van de centrale banken.
Verwezen wordt naar Ricardo die “uitlegde” dat overheden zeker misbruik zouden maken van hun macht over de centrale bank om oorlog te voeren, ook al zou
dat ten koste gaan van het prijspeil. Meer recent verwijzen Peeters en Knot naar “relatief eenvoudige modellen”, waarin wordt “aangetoond” dat
onafhankelijkheid goed werkt. Volgens recent onderzoek leidt onafhankelijkheid tot lagere inflatie; als wij nu één probleem niet hebben, dan is dat
inflatie. Ik ben niet zo’n liefhebber van eenvoudige economische modellen, daar kun je veel dingen mee ‘bewijzen’. Hetgeen natuurlijk ook weer niet wil
zeggen dat financiële bazooka’s, zoals nu ingezet, zonder gevaar zijn. Trouwens, niets is zonder gevaar. Ook de politiek kan gruwelijk in de fout gaan,
daarvan is de oude Griekse politieke maffia-overheid een goed voorbeeld. Garanties bestaan niet.
Peeters en Knot betogen vervolgens dat door de crisis de rol van de centrale bank ook steeds centraler is geworden in het algemeen economisch politieke
landschap. Daar hebben zij gelijk in, en tussendoor merk ik op dat zij terecht de combinatie toezichthouder-lender of last resort minder gelukkig
vinden. Deze opvatting zou je de ‘genade van het (te?) late inzicht kunnen noemen; DNB is daar nog steeds niet achter, een aparte toezicht-directeur
volstaat niet. Men zal wel schermen met ‘ringfencen’, maar hekken zijn er om overheen te klimmen of onderdoor te kruipen.
Democratische controle
Centrale banken staan nu in het centrum van de gehele economie en niet alleen in het centrum van de financiële wereld. Ook daarom dienen zij niet op een
onafhankelijk eilandje te staan, maar dient hun materieel algemeen politieke taak te worden onderworpen aan volledige democratische controle. Peeters en
Knot hebben het in artikel over een “mogelijk democratisch tekort”, dat is onjuist, het gaat om een bestaand democratisch tekort. Zij willen voorts een
pr-offensief om uit te leggen wat centrale banken wel en niet kunnen. Gebeurt het niet dan loopt de onafhankelijkheid gevaar en dreigt het (m.i. niet
bestaande) inflatiespook.
Tenslotte wordt gepleit voor institutionele veranderingen om de onafhankelijkheid van centrale banken te waarborgen. Zeker niet doen, zou ik zeggen, zeker
institutionele hervormingen, maar de andere kant uit. Integreer centrale banken in bestaande democratische structuren. Ter voorkoming van misverstand:
uiteraard betekent dit niet dat deze instituten niet de noodzakelijke beleidsruimte krijgen. Een democratisch evenwichtskunstje; niet eenvoudig, wel te
doen.
Referenties
Peeters, Jolanda en Klaas Knot, 2014, Onafhankelijke centrale banken in een post-crisis raamwerk, TPE-digitaal, 8(4), 4-14.
Te citeren als
Dik Degenkamp, “Centrale banken te veel speeltje van technocraten”,
Me Judice,
12 februari 2015.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
seeing the light I’ van Robert S. Donovan (
CC BY-NC 2.0)