Opmars bitcoin
De prijs van de bitcoin is, zij het met stevige horten en stoten, aan een
indrukwekkende opmars bezig. Medio mei werd de grens van tweeduizend dollar
per bitcoin doorbroken en onlangs noteerde de digitale munt meer dan 2.600
dollar (zie figuur 1). Inmiddels schommelt de koers rond de 2300 dollar.
Dat betekent een prijsstijging van circa 300% procent ten opzichte van een
jaar geleden. Over de wat langere termijn is de koersstijging nog
indrukwekkender. In de afgelopen vier jaar is de bitcoin circa dan 2000
procent in waarde gestegen. De bitcoin staat daarbij niet op zichzelf.
Naast de bitcoin zijn ook digitale valuta’s als de Ether en de XRP aan een
opmars bezig. De totale marktkapitalisatie van alle zogeheten
cryptocurrencies tezamen bedraagt inmiddels meer dan 100 miljard dollar.
Figuur 1: de koers van de bitcoin ten opzichte van de Amerikaanse
dollar, augustus 2010-juli 2017
Bron: blockchain.info
Vooralsnog is de bitcoin de meest zichtbare exponent van het nieuwe
digitale geld. Daarom gaat het vervolg van dit artikel een slag dieper in
op de bitcoin. Als het goed gaat met de bitcoin komt men al snel
superlatieven tekort om de munt te beschrijven. De bitcoin wordt door
sommigen als een alternatief gezien voor de bestaande geldstelsels. De term
‘virtueel goud’ is in dit kader ook al gebezigd. Toch is het maar de vraag
of de bitcoin wel een dergelijk potentieel heeft. De munt kent in
vergelijking met reguliere valuta’s namelijk enkele zeer grote handicaps.
Gemankeerd geld
Om te beginnen heeft de bitcoin nog minder dekking dan regulier giraal
geld. Giraal geld wordt zoals bekend in omloop gebracht door commerciële
banken en is gedekt door de activa aan de actiefzijde van de balans. Het
geldscheppingsproces door banken komt in de kern neer in het omzetten van
illiquide activa in een liquide bezit, te weten geld. De bitcoin wordt op
een geheel andere wijze in omloop gebracht, via een digitale vorm van
‘mining’. Er is echter geen bitcoin-uitgevende instelling met activa op de
balans. De dekking is honderd procent virtueel, waarbij er dus geen sprake
is van tegenwaarde.
Deflatoir
De tweede handicap is dat een limiet is gesteld aan het maximaal in omloop
te brengen bitcoins. Hiermee zijn alle nadelen van de Gouden Standaard al
op voorhand ingebakken in het ontwerp van de bitcoin. De hoeveelheid
bitcoin is niet elastisch en kan dus niet meegroeien met welke vorm van
economische activiteit dan ook. Dit maakt de bitcoin structureel deflatoir,
de munt zal bij aanhoudende populariteit voortdurend in waarde willen
stijgen, wat betekent dat alle prijzen uitgedrukt in bitcoin bij
voortduring in waarde dalen en de koopkracht van de bitcoin ten opzichte
van de ‘bitcoin-wereld’ structureel in waarde oploopt. Het gegeven dat
bitcoins in steeds kleinere eenheden kunnen worden verdeeld is daarbij
monetair gesproken volstrekt irrelevant.
De munt is eenvoudigweg niet geschikt voor de meest basale vorm van
financiële transactie: kredietverlening. Technisch gesproken kun je
uiteraard een lening in bitcoins afsluiten. Maar een lening in bitcoins
wordt in een ‘bitcoin context’ per definitie een molensteen. Ten opzichte
van de wereld van de reguliere valuta’s is als gevolg van de enorme
volatiliteit in de prijs van de bitcoin de waarde van een schuld volstrekt
onvoorspelbaar, net als overigens de waarde van een bezit aan bitcoins.
Geen bitcoin-economie
Dit komt ook, en dat is het derde minpunt, doordat er in de praktijk helemaal
geen reguliere bitcoin-economie is. Daarmee doel ik op een economie waarin
alle transacties (arbeid, goederen, diensten, financiële transacties) in
bitcoins worden uitgedrukt. Zo’n economie bestaat nog niet, wat betekent
dat het transactiecircuit van de bitcoin als een soort losse sluier over de
reële economie hangt. Dat maakt dat het voor het overgrote deel van de
economische participanten onaantrekkelijk is om zelf in bitcoins te gaan
opereren. Dat gebeurt dus ook niet echt, het is nog steeds een rariteit
naast het vele malen grotere reguliere circuit. Door dit alles voldoet de
bitcoin niet aan de randvoorwaarden om als munt uiteindelijk succesvol te
kunnen zijn.
De levensvatbaarheid van de bitcoin in zijn huidige vorm moet op termijn niet hoog worden ingeschat.
Maar stel bij wijze van gedachtenexperiment nu eens dat een land dat zijn
eigen munteenheid verlaat, bijvoorbeeld na een hyperinflatie, en de bitcoin
invoert als nationaal betaalmiddel. In theorie zou het kunnen, al lijkt het
niet waarschijnlijk. Want zo’n land wordt dan al direct geconfronteerd met
het structureel deflatoire karakter van de bitcoin. De bitcoin maakt dat de
geldhoeveelheid niet kan meegroeien met de economische activiteit, wat de
economische ontwikkeling blokkeert. In dat geval zul je dan ook zien dat
het bitcoinstelsel zich in korte tijd ontwikkelt tot een zogeheten
“bitcoin-kernstandaard”. Dan gaan banken eigen girale bitcoins en/of
bitcoinbankbiljetten in omloop brengen zonder dat die volledig zijn gedekt
door ‘echte’ bitcoins. Dit analoog aan de wijze waarop men met de uitgifte
van onvolwaardig geld en later bankbiljetten en giraal geld de
tekortkomingen van Gouden Standaard, die in de praktijk een
‘goudkernstandaard’ was, trachtte te ondervangen. Of aan de virtuele wereld
rond de Yap-stenen in Polynesië.
Conclusie
De blockchaintechnologie achter de bitcoin is revolutionair. Dat is een
blijvertje die zijn sporen door de financiële wereld zal trekken. De
bitcoin als munt is echter een ander verhaal. Je kunt je nog voorstellen
dat de bitcoin als bridge currency gaat functioneren om
internationale betalingen in regulier geld via de blockchain van de ene
naar de andere valuta te transporteren. Maar het is het structureel
deflatoire karakter dat de bitcoin diskwalificeert als serieus geld. Dit
betekent wel, dat een crypto-currency zonder dit deflatoire karakter een
groter potentieel kan hebben. Waarbij dan nog wel de andere bij de bitcoin
genoemde nadelen recht overeind blijven
De levensvatbaarheid van de bitcoin in zijn huidige vorm moet op termijn
dan ook niet hoog worden ingeschat. Hypes komen en hypes gaan, waarbij de
bitcoinhype in vergelijking met de tulpenmanie trouwens nog bleekjes
afsteekt. Tijdens die manie kon je met sommige tulpenbollen een heel
Amsterdams grachtenpand kopen. Daarmee vergeleken zal de prijs van de
bitcoin eerst nog vele malen over de kop moeten gaan. De bitcoinhausse is
al met al nog lang geen tulpenmanie. En mensen kopen nog steeds tulpen,
waarschijnlijk meer dan ooit. Maar niet meer tegen zeventiende-eeuwse
prijzen. Zo zal het de bitcoin waarschijnlijk ook vergaan.
Te citeren als
Wim Boonstra, “De bitcoin is gemankeerd geld”,
Me Judice,
20 juli 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘reclame: bitcoin’ van Vitalij Fleganov (CC BY 2.0).