Gaan de alarmbellen bij de ECB voortaan sneller af?

Gaan de alarmbellen bij de ECB voortaan sneller af? image
FNV bij Europese demonstratie in Brussel. Afbeelding door Sebastiaan ter Burg, 4 april 2014.
3 jan 2023

Het economische nieuws in Europa werd in 2022 gedomineerd door de inflatieschok. Door deze schok moet de ECB er rekening mee houden dat vakbonden inflatie voortaan op een andere manier gaan meewegen bij hun looneisen.

Geruststellende gedachte centrale bankiers

Bij centrale bankiers in de eurozone leeft de gedachte dat vakbonden, in reactie op inflatiestijgingen, de looneisen alleen opschroeven als hun verwachting is dat de hogere inflatie blijvend is. Met andere woorden, niet elke inflatiestijging leidt via tweede ronde effecten in de loonvorming tot een bestendiging van de inflatiestijging. Dit betekent dat ook de rente niet altijd verhoogd hoeft te worden als de inflatie boven de 2% uitkomt.

Werknemers hebben in 2022 gemerkt dat het baseren van de looneisen op inflatievoorspellingen tot grote koopkrachtverliezen kunnen leiden.

Onderzoek van de ECB voor de periode 2009-2021 lijkt die geruststellende gedachte te ondersteunen, aangezien de studie laat zien dat de lonen sinds de kredietcrisis in toenemende mate beïnvloed worden door verwachtingen over de toekomstige inflatie. Dit betekent dat als de inflatie hoger uitpakt dan verwacht, dat niet tot hogere lonen leidt. Werknemers hebben dan dus pech. Als de inflatie lager uitpakt dan voorspeld, hebben werknemers mazzel.

Blijft dit wel zo?

Het is de vraag of dit zo blijft na de inflatieschok van 2022. Werknemers hebben afgelopen jaar gemerkt dat het baseren van de looneisen op inflatievoorspellingen tot grote koopkrachtverliezen kunnen leiden. Toen veel bonden hun looneisen voor 2022 bepaalden bedroeg de ECB-inflatieverwachting slechts 3,2%. Inmiddels is deze 8,4%.

Waarom zouden vakbonden inflatiestijgingen die naar verwachting tijdelijk zijn eigenlijk niet vertalen in hogere looneisen? Behoud van koopkracht van het loon staat bij alle Europese vakbonden hoog op de prioriteitenlijst, zoals andere studies van diezelfde ECB laten zien. Hogere inflatie, ook al is die tijdelijk, levert blijvende koopkrachtschade op.

Systematiek cao-onderhandelingen verschilt per land

Hoe wordt er in de loonvormingsprocessen in de eurozone precies omgegaan met inflatie? Dat verschilt van land tot land, maar er kunnen wel een paar algemene conclusies getrokken worden. Om te beginnen laat de praktijk zien we dat het negeren van tijdelijke inflatiestijgingen in ieder geval niet gebeurt voor werknemers die onder een cao vallen waarin de lonen automatisch aangepast worden aan de prijsontwikkeling (APC). Maar APC komt vandaag de dag alleen nog op grote schaal voor in enkele kleinere eurolanden, te weten België, Luxemburg, Cyprus en Slovenië. Slechts 3% van alle werknemers in de eurozone valt onder een cao met APC.

Groter is, volgens ECB-onderzoek, de groep landen (18% van de werknemers in de eurozone) waar afgesproken is dat er in de cao-onderhandelingen altijd overlegd moet worden over inflatiecompensatie. Dit is bijvoorbeeld in Italië gebruikelijk, waar op nationaal niveau separaat over vergoeding voor de inflatie wordt gesproken. Daarbij wordt weliswaar uitgegaan van verwachtingen over de toekomstige inflatie, maar als de inflatie vervolgens hoger uitpakt, dan komt het verschil het jaar erop in de onderhandelingen alsnog aan bod. Zo speelt reeds opgetreden inflatie, tijdelijk of niet, ook op deze manier een rol in de loonvorming.

Ook in landen waar er geen formele verplichting bestaat om over inflatiecompensatie te spreken, speelt geldontwaarding een belangrijke rol, omdat het mede de hoogte van de looneis bepaalt. In lijn met de conclusies van het ECB-onderzoek kijken sommige bonden, zoals de Ierse, Finse, Estse, Sloveense en tot voor kort ook de Nederlandse FNV, daarbij inderdaad vooral naar de inflatieverwachtingen voor de nabije toekomst. Maar andere bonden, zoals die in Frankrijk en Spanje, kijken overwegend naar reeds gerealiseerde inflatie. Dit is sinds kort ook het geval bij de FNV.

Hogere inflatie, ook al is die tijdelijk, levert blijvende koopkrachtschade op.

Een andere route waarlangs reeds opgereden inflatie tot hogere looneisen leidt is via het wettelijk minimumloon, dat in de meeste landen achteraf wordt aangepast aan de gerealiseerde inflatie. De cao-schalen worden in reactie daarop vaak evenveel verhoogd om het loongebouw niet aan te tasten.

De lonen worden dus nog steeds beïnvloed door de gerealiseerde inflatie. Ik vermoed dat dit zal toenemen, nu het baseren van de looneis op voorspellingen over de inflatie zo’n groot koopkrachtverlies heeft opgeleverd in 2022. De Nederlandse bond FNV stoorde zich al langer aan het verloren gaan van koopkracht door inflatievoeten die vaak hoger uitpakten dan eerder voorspeld werd. Daarom kijkt de FNV tegenwoordig bij het opstellen van de looneis naar de gerealiseerde inflatie en eist op basis hiervan voor 2023 een loonstijging van 14,3%. Als het even kan wil de vakbond dit formaliseren door de APC opnieuw in te voeren. In Spanje is in een derde van de in 2022 afgesloten cao’s, een dergelijke bepaling reeds opgenomen. Mijn verwachting is dat in meer landen vakbonden een poging zullen doen de daling van het reële loon in 2022, alsnog gecompenseerd te krijgen in 2023.

Grotere rol voor gerealiseerde inflatiecijfers

Het is aannemelijk dat de ECB er ook rekening mee houdt dat de gerealiseerde inflatiecijfers - in plaats van inflatievoorspellingen - weer een grotere rol gaan spelen. De centrale bank heeft deze maand de raming voor de stijging van de loonkosten voor 2023 immers verhoogd van 4,8% naar 5,2%, zonder dat de krapte op de arbeidsmarkt daar aanleiding toe geeft. Die blijft in de ogen van de ECB namelijk ongewijzigd.

Deze loonkostenverhoging zet op haar beurt opwaartse druk op de inflatie. Alhoewel de inflatie vanwege het inzakken van de economie volgens de ECB in 2023 omlaag komt, gebeurt dat wel minder dan de ECB eerder verwachtte. Een echte loon-prijsspiraal zal er in de eurozone niet komen, maar ik heb wel de indruk dat reeds opgetreden inflatie bezig is aan een ‘comeback’ wat betreft haar rol in de loonvorming. Dat zou betekenen dat het risico van tweede ronde effecten in de inflatie- ontwikkeling groter wordt en daarmee de alarmbellen op de burelen van centrale bankiers in Frankfurt voortaan wat sneller gaan rinkelen.

Te citeren als

Raoul Leering, “Gaan de alarmbellen bij de ECB voortaan sneller af?”, Me Judice, 3 januari 2023.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
FNV bij Europese demonstratie in Brussel. Afbeelding door Sebastiaan ter Burg, 4 april 2014.

Ontvang updates via e-mail