Hoe de besturing van een land kan ontaarden - een persoonlijke geschiedenis

Onderwerp:
13 okt 2012
Het bestuur van een land kent zijn eigen dynamiek en ook zijn mythevorming. Dit ondervond Eduard Bomhoff in de berichtgeving over de val van Balkenende I. Het ene kamp stelt dat een onbenullige ruzie tussen ministers Heinsbroek en Bomhoff de bron van de val was. Het andere kamp stelt dat het uiteindelijk Zalm was die de stekker uit het kabinet trok. Bomhoff ontkent niet dat er verschillen van levensstijl waren maar de veel genoemde ruzie heeft hij niet gehad. De val van Balkenende I had te maken met een explosieve cocktail: Heinsbroek die droomde over een nieuwe partij, muitende LPF-bewindslieden en Zalm die beloftes afgaf richting LPF om deze vervolgens niet na te komen.

Tien jaar na de val van Balkenende I

Volgende week (16 oktober om precies te zijn) is het 10 jaar geleden dat het kabinet Balkenende I waarvan ik deel uitmaakte bezweek. Zelfs in Maleisië waar ik hoogleraar ben bij Monash University uit Melbourne bemerk ik een nieuwe interesse. De oude mythe over een dodelijke ruzie tussen Herman Heinsbroek en mijzelf komt weer energiek naar voren. Op Wikipedia is mijn lemma een paar weken geleden anoniem terug veranderd naar het verhaal dat die ruzie het kabinet verwoestte en de AVRO belde op voor de documentaire “87 Dagen Ruzie”. Laat ik daarom uitleggen waarom dat ruzieverhaal geen hout snijdt en een paar treffende nieuwe feiten toevoegen aan wat ik tien jaar geleden al schreef in mijn boek “Blinde Ambitie”.

De aanloop

De eerste centrale gebeurtenis was dat VVD-leider Gerrit Zalm op zondag 13 oktober 2002 voor de televisie beweerde dat ruzie tussen Herman en mij tot een onwerkbare situatie leidde en dat wij elkaars bloed wel konden drinken. Hij was zelf nooit getuige geweest van zulk een ruzie of van Transsylvanische orgieën, maar had daarover gehoord. De tweede cruciale ontwikkeling kwam twee dagen later. LPF-minister Roelf de Boer deelde mee dat hij, collega Nawijn en de staatssecretarissen zouden aftreden wanneer Herman en ik geen ontslag namen. Dat besluit hadden hij en de anderen genomen in twee vergaderingen van de LPF-bewindslieden waarvoor hij zichzelf als voorzitter had opgeworpen en Herman en mij niet had uitgenodigd.

Woensdagochtend 16 oktober 2002 hoorde ik van de LPF-fractievoorzitter dat hij dacht meer kans te hebben om de fractie bij elkaar te houden wanneer Herman en ik zouden worden vervangen. Ik heb toen – zoals dat hoort in een parlementaire democratie – direct premier Balkenende gebeld en mijn ontslagbrief ingediend. Twee uur later deed Herman hetzelfde en meteen verklaarde Zalm dat een nieuwe verkiezing nu onvermijdelijk was. Daar had ik de dagen daarvoor steeds voor gewaarschuwd, maar Roelf de Boer zag zichzelf al als vice-premier en geloofde toen nog de toezegging van Zalm dat het kabinet door kon gaan.

Tot zover is er geen verschil van mening over de feiten. Het ruzieverhaal is daarmee niet in strijd, maar blijft uiterst onwaarschijnlijk. We hebben toch allemaal wel collega’s op het werk met wie we liever niet samen op vakantie zouden gaan? Maar dat is nog geen reden tot acties waardoor het complete bedrijf bezwijkt en iedereen werkloos wordt. In dit geval is het geen geheim dat Herman en ik weinig gemeen hadden maar het moet ook niet worden overdreven. Toen De Boer ons in het laatste weekend van het kabinet liet antichambreren en wachten totdat hij en zijn medesamenzweerders tijd hadden om ons aan te klagen, dronken Herman en ik samen een glas op onze onzekere toekomst en zonder bloedvergieten spraken wij over familie, vakantie en hobbies.

Geen ruzie

In het kabinet was Herman minister van Economische Zaken en ik van Volksgezondheid en die twee ministeries hebben nauwelijks een overlap. Ik kan me dan ook niet een gelegenheid herinneren dat een onderwerp op de agenda stond waar nu juist die twee departementen in de clinch lagen. Met Hermans algemene pleidooi om in de begroting voor 2003 niet verder te bezuinigen was ik het steeds eens. Buiten het kabinet hadden wij al in juli afgesproken dat Herman zou proberen om ook buiten zijn beleidsterrein als minister de ideeën van Pim Fortuyn levend te houden en dat ik stil zou blijven, tenminste totdat de wachtlijsten in de zorg waren geslonken. Daar hebben we ons allebei aan gehouden. Ik vond het alleen jammer dat Herman openbaar ging speculeren over een nieuwe partij in plaats van de LPF en heb toen een keer vertrouwelijk overlegd met de fractievoorzitter wat ons te doen stond in het hypothetische scenario dat Herman zou aftreden om die nieuwe partij te starten. Maar voor de claim van Zalm is geen schijn van een bewijs. Balkenende en vice-premier Remkes spraken bijna iedere week met mij in het Torentje over “gedoe” - een favoriete term van de premier - in de fractie, maar hebben nooit last gehad van ruzie tussen Herman en mij in het kabinet om de simpele reden dat zo’n ruzie er nooit is geweest.

Toch willen De Boer, Nawijn en hun medestanders nog steeds laten geloven dat een kabinet viel nadat ik een keer in mijn handen klapte om anderhalf dozijn roerige kamerleden en andere LPF-ers tot stilte te krijgen, of een keer een tafelbel gebruikte, toen mijn secretaresse die had neergezet omdat de voorzittershamer zoek was (zie onder mijn naam op Wikipedia waar op 28 augustus een anonieme schrijver het eerdere – redelijke – lemma verving door deze onwaarschijnlijke onzin).

Wat er naar mijn mening heeft plaatsgevonden

De reden dat het kabinet viel ligt in de combinatie van de twee feiten die ik hierboven al noemde met een derde feit: de belofte van Zalm aan de Boer dat hij rustig twee ministers kon vervangen en dan zelf vice-pemier worden. Roelf de Boer was altijd lid gebleven van de VVD – ook als LPF-minister – en liet zich daar in onze vergaderingen zelfs op voorstaan. De VVD heeft hem niet vergeten . In Rotterdam werd hij wethouder voor de haven; later voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. Zijn actiefste medestander en degene die in de laatste twee weken van het kabinet het meeste gif spuide over mijzelf was staatssecretaris Steven van Eijck – ook al een uitzondering door zijn weigering om lid te worden van de LPF toen hij voor die partij in de regering stapte. Van Eijck kwam na het einde van het kabinet terug als Commissaris voor het Jeugdbeleid en daarna als voorzitter van de Landelijke Huisartsen Vereniging. Er waren geen kruiwagens, pluche zetels of erebanen voor de zeven overige bewindslieden van de LPF en ik vind dat volkomen zuiver en terecht – Nederland lijdt al genoeg onder incompetente regenten die elkaar banen toespelen. Maar het is wel opvallend dat precies de twee hoofdrolspelers in de verwoesting van Balkenende I weer direct comfortabel werden geholpen in banen waarvoor je in Nederland niet kunt solliciteren.

Wat is het waarschijnlijkste verhaal?

Bomhoff klapt in zijn handen en rinkelt een tafelbel die de secretaresse hem aanreikt, en Heinsbroek vertelt aan vijf journalisten dat hij misschien een nieuwe partij gaat starten. De fijnbesnaarde medebewindslieden van de LPF vinden dit alles zo genant en onwerkzaam dat ze hun hoge benoeming terstond inleveren en maar liever excellentie áf zijn.

Of VVD-leider Zalm spreekt in vertrouwen met de ambitieuze Roelf de Boer, vertelt een gotspe over een ruzie waar hij zelf nooit bij is geweest , en belooft De Boer en Van Eijck een grote toekomst wanneer zij twee ministers uit hun midden verstoten. Drie dagen later heeft Zalm een ander verhaal en eist hij een snelle verkiezing, maar de regenten maken later alles goed voor de twee bedrogen samenzweerders. In januari 2003 volgt een nieuwe verkiezing, want – zoals een topvrouw in de VVD me later vertelde : “wij moesten de stemmen terug die we in mei 2002 hadden verloren aan de LPF”.

De AVRO had voor de documentaire “87 Dagen Ruzie” nog een vraag: “Wij hebben verschillende van uw vroegere collega’s in het kabinet gesproken die zeggen dat U een autist bent. Wat zegt U daarvan?” Ik zei: “dat is een medische term” en liet het daar maar bij. Uiteraard vinden De Boer en Van Eijck het moelijk om toe te geven dat ze bezweken voor de verleiding van Zalm – hoewel de nieuwe fractievoorzitter Mat Herben destijds wel gewoon toegaf dat Zalm de LPF had “gepiepeld” . Hun alternatief is een verhaal dat druipt van naiviteit, maar waar zij zelf met minder schade uit komen. Zo gaat dat soms in de politiek. Experto credite.

Te citeren als

Eduard Bomhoff, “Hoe de besturing van een land kan ontaarden - een persoonlijke geschiedenis”, Me Judice, 13 oktober 2012.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
© Rijksoverheid

Ontvang updates via e-mail