Afvlakken piek
Volgens The Economist (2020) is het niet de vraag of er een corona-pandemie komt maar vooral wanneer. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is minder zeker, maar over één ding
is men het eens. Het is van het grootste belang om de verspreiding van het
virus zo veel als mogelijk te vertragen. Daardoor zal de piek van het aantal
besmette coronagevallen lager zijn en verder in de tijd komen liggen. Een
lagere piek betekent minder overbelasting van de gezondheidszorg. De
ervaring tot nu toe leert dat 15 à 20 procent van de coronabesmettingen zodanige
klachten van de luchtwegen krijgen dat ziekenhuiszorg noodzakelijk is. Het
uit de grond stampen van noodziekenhuizen met duizenden bedden in Wuhan
spreekt dan ook boekdelen. De WHO roept op tot vroege detectie en isolatie
van ziektegevallen, het opsporen van patiëntencontacten en het inperken van
de sociale contacten vervolgens. Ook is het cruciaal dat
(overheids-)informatie helder en eenduidig is en daar wordt volop op
ingezet. Verder dient de gezondheidszorg zich voor te bereiden op een
aanzienlijke piek, waarbij het plannen van noodvoorzieningen nu reeds
aandacht krijgt. Ook de bescherming van het gezondheidspersoneel tegen het
virus dient de hoogste prioriteit te hebben.
Economische gevolgen
De OESO (2020) gaat ervan dat de groei van de wereldeconomie dit jaar een
0,5%-punt lager uitvalt als gevolg van de coronacrisis, maar dit zou
weleens een onderschatting kunnen zijn.
[1]
Alleen al het inperken van sociale contacten zal aanzienlijke economische
schade hebben. Sinds vorig weekend blijven in Milaan de winkels, bars en
restaurants vrijwel leeg en worden voetbalwedstrijden en evenementen
geannuleerd. Volgens de voorzitter van de vereniging van hoteleigenaren
kost dit de hotelbranche in Milaan alleen al 3 miljoen euro per dag.
De aanbodzijde van de economie zal een aanzienlijke schok ondergaan. Het ziekteverzuim van werknemers gaat omhoog. Zij zullen niet op hun werk verschijnen vanwege quarantainemaatregelen
En
zelfs als het virus snel onder controle komt, verwacht de reisbranche nog
een aanzienlijk effect op de boekingen dat slechts langzaam weg zal ijlen. De
aanbodzijde van de economie zal een aanzienlijke schok ondergaan. Het
ziekteverzuim van werknemers gaat omhoog. Zij zullen niet op hun werk
verschijnen vanwege quarantainemaatregelen van hen of hun gezinsleden. De
kosten voor het (internationaal) zaken doen zullen toenemen en we zien
reeds dat de prijzen voor bedrijfskredieten ook in Amerika aan het stijgen
zijn. Bij goederen zoals voedsel en energie zien we daarentegen een
prijsdaling. Macro-economisch is het onhelder of vraag- of aanbodfactoren
de doorslag geven. Het is dan ook van belang om de weinige studies daarover
te beschouwen.
Van groei naar krimp
In 2006 bestudeerden de Australische economen de macro-economische effecten
van een hypothetische grieppandemie (McKibbin en Sidorenko, 2006). Hun
pandemiemodel telt drie scenario’s: mild, matig en ernstig. Het aantal
doden in het ernstige scenario wordt geschat op 70 miljoen, vooral in
ontwikkelingslanden. Alleen al in Indonesië zou het gaan om bijna zes miljoen
doden. In het matige scenario bedraagt het aantal doden 14 miljoen, in het
milde scenario ‘slechts’ 1,4 miljoen. De onderzoekers hebben het model
doorgerekend voor het coronavirus en gaan uit van een matig scenario. Zij
schatten dat de omvang van de wereldeconomie met 2%-punt zal dalen, bijna
geheel door aanbodfactoren.
[2]
[3]
Open economieën zoals het Verenigd Koninkrijk, Singapore en Nieuw-Zeeland
zien een daling van tussen de 2,5 en 4 procentpunten. Nederland wordt niet in
kaart gebracht, maar als je extrapoleert naar onze economie, dan zou de
economie in 2020 niet met 1,4% gaan groeien maar met 1% à 2% krimpen.
[4]
Het overschot op de begroting zal dan omslaan naar een tekort van 0,5% à
1%, waarbij nog geen rekening is gehouden met extra uitgaven.
Monetaire en fiscale autoriteiten denken na hoe hiermee straks om te gaan.
Terecht merkt Mathijs Bouman op dat fiscale en monetaire stimulering, een probaat
middel tijdens de crisis van 2008/2009, weinig behulpzaam zal zijn bij
aanbodschok (Bouman, 2020). Opvallend is het dat Hong Kong aan het
experimenteren is met ‘helikoptergeld’ maar de positieve effecten daarvan
moeten betwijfeld worden.
[5]
Verzachten van de economische klap
Naast het epidemiologisch deel is ook het economisch deel van het model aan
(grote) onzekerheid onderhevig. De verbanden zijn in gebaseerd op de
SARS-uitbraak in 2003 en op basis daarvan wordt verondersteld dat de krimp
in twee jaar weer gecompenseerd wordt. Zeker in Europa met een weinig flexibele arbeids- en kapitaalmarkt is een dergelijke veronderstelling kwestieus en
zouden overgangsmaatregelen overwogen kunnen worden. Omdat ook het midden- en
kleinbedrijf stevig getroffen lijkt te worden, is het zinvol om reeds na te
denken over zachte leningen aan ondernemingen in de detailhandel, hotelbranche
en horeca om daarmee het herstel te bespoedigen. Ook maatregelen om het
toerisme en reisverkeer weer op peil te krijgen passen daarin. Terecht
vraagt de OESO (2020) ook om dit te doen samen met economische hervormingen.
Nu is het vooral zaak om het indammen van de verspreiding van het coronavirus en de medische zorg alle
noodzakelijke aandacht te geven.
* Dit artikel is eerder in aanzienlijk verkorte vorm verschenen in Het
Financieele Dagblad van 4 maart 2020
Voetnoten:
[1]
Dit scenario veronderstelt dat het virus op korte termijn wordt
ingedamd. De OESO heeft ook een scenario in kaart gebracht, waarin
het virus hardnekkig is en dat geval zal de wereldwijde groei met
1,5 procentpunt in 2020 terugvallen.
[2]
Er wordt onderscheid gemaakt tussen vier schokken:
arbeidsaanbodschok (aa), additionele aanbodschok (d.i. de kosten
voor het zakendoen) (ad), vraagschok (vr) en risicopremieschok
(rp). Voor Europa geldt de volgende verdeling aa: 34% ad: 63%; vs:
3%, rp: 0% en voor het VK aa: 25%, ad: 60%, vs: 15%, rp: 0% (zie
tabel 4). Ook bij andere landen zien we dat de aanbodschokken bijna
het geheel verklaren.
[3]
Bij het milde scenario zou de wereldeconomie met 0,8%-punt dalen.
Verenigd Koninkrijk, Singapore en Nieuw-Zeeland zien een daling van
tussen de 0,7% en 1.4%-punt. Als je extrapoleert naar onze
economie, dan zou de economie in 2020 stil staan of met 0,5%
groeien.
[4]
In het basisscenario veronderstelt het CPB dat de reële groei in
2020 1,4% bedraagt (d.i. 0,1% hoger dan in decemberraming). Het CPB
(2020, blz. 5) heeft ook een scenario in kaart gebracht waarbij het
virus zich verspreidt over Azië en Europa en waarbij de epidemie
pas in het derde kwartaal van 2020 uitdooft. In dat geval zal de
reële groei in 2020 en 2021 terugvallen naar respectievelijk -0,5%
en –0,3%. Overigens wordt in dit scenario Nederland niet direct
zelf geraakt door de epidemie
Te citeren als
Raymond Gradus, “Macro-economische effecten coronacrisis omvangrijk”,
Me Judice,
4 maart 2020.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding:
Novel Coronavirus van NIAID (CC BY-NC-ND 2.0)