Wereldhandel blijft achter bij economische ontwikkeling
Volgens de wereldhandelsmonitor van het Centraal Planbureau kromp het volume van de grensoverschrijdende handel in goederen in 2015 in zeven van de
acht maanden waarvoor data beschikbaar zijn. In augustus 2015 lag het wereldhandelsvolume 1,6% lager dan eind 2014.
Dergelijke periodes van handelskrimp komen niet zo vaak voor (Figuur 1, oranje lijn toont handelsvolume). Hoewel de handelsdip van 2015 in de verste verte niet in de buurt
komt van de handelsimplosie van eind 2008 – begin 2009, tekent zich inmiddels wel een zorgelijke trend af. Want de wereldhandel groeit al sinds 2010 niet
meer proportioneel mee met het wereldwijde BBP (Figuur 1, blauwe lijn toont handelsvolume ten opzichte van mondiale BBP). Dat is in elk geval voor de afgelopen halve eeuw een noviteit. De recente
Europese tendens om met het oog op de beheersing van vluchtelingenstromen en binnenlandse veiligheid de landsgrenzen strenger te gaan bewaken (einde
Schengen) zal overigens nog maar nauwelijks in deze gegevens zichtbaar zijn.
Figuur 1. Wereldhandel breekt met het verleden
Bron: CPB, NiGEM, Rabobank
Dit is een zorgelijke trend. Op zichzelf is er geen ‘normaal’ niveau van mondiale handel in verhouding tot het BBP, de handelsintensiteit. Maar vrije en
bloeiende handel op een gelijke basis faciliteert wel (eerlijke) concurrentie en herverdeling van werk en kapitaal naar de meest productieve sectoren.
Dit kan de efficiëntie, de productiviteit en het economische groeipotentieel op macroniveau voor alle betrokken landen bevorderen. Ook het belang van
internationale handel in de macro-economische groei van de Nederlandse economie en die van de eurozone maakt een nadere inspectie van de oorzaken van de
getoonde terugval noodzakelijk. Mochten handelsbelemmeringen en een stagnatie van mondiale initiatieven voor handelsverdieping een rol spelen, dan ligt
er een taak voor beleidsmatig ingrijpen om het onnodige en onwenselijke achterblijven van de handelsgroei tegen te gaan.
Maar er spelen ook andere factoren die van invloed zijn op de handelsintensiteit, waarbij de motivatie voor beleidsingrijpen veel minder voor de hand
ligt. De belangrijkste hiervan bespreek ik eerst en daarna kom ik terug op handelsbelemmeringen en mondiale initiatieven voor handelsverdieping.
Goedaardige verklaringen
De ontwikkeling van het wereldhandelsvolume is aan verschillende krachten onderhevig die voortvloeien uit cyclische en structurele economische
veranderingen. Aangezien het hier economische veranderingen betreft, waarvan een aanpassing in de handelsactiviteit het gevolg is, is er geen duidelijke
beleidstaak om een lagere handelsintensiteit vanuit deze hoofde tegen te gaan, anders dan dat men vervangende handelsverdieping kan nastreven (zie
verderop in dit artikel).
Chinese transitie
De Chinese economie ondergaat een transitie die op vele manieren mondiaal uitstraalt, waaronder via de wereldhandelscijfers. De Chinese economie wordt
omgevormd van een met name industriële-productie-economie naar een diensten- en consumptie-economie. Dat kan gepaard gaan met een geringere groei van de
goederenstromen. In de industriële-productie-economie worden grondstoffen- en halffabricaten het land ingevoerd, om als verder bewerkte halffabricaten of
eindproducten het land weer te worden uitgevoerd. In de transitie die China doormaakt, zal het belang toenemen van stromen van grondstoffen en
halffabricaten het land in, die verwerkt tot eindproduct een binnenlandse eindbestemming zullen vinden. Tegelijkertijd zal het relatieve belang van de
invoer van eindproducten voor consumptie (met doorgaans een hogere toegevoegde waarde) toenemen.
Het aantal handelsstromen neemt in deze transitie waarschijnlijk af, hoewel het niet eenduidig is dat hiermee tevens de handelsintensiteit van het
economische productieproces afneemt.
Einde grondstoffencyclus
De Chinese economische transitie heeft tevens effecten op de mondiale handel in grondstoffen. De relatieve vraag naar grondstoffen neemt af als de
economieën het aandeel van de dienstenproductie zien toenemen. Vanuit de grondstoffenproducerende landen neemt bijgevolg ook de relatieve vraag af naar
kapitaalgoederen om de extractiecapaciteit uit te breiden. Het gaat hier om een deels structurele (de Chinese transitie) en een deels cyclische
(verschuiving van de investeringsvraag van de extractie-sectoren naar andere economische sectoren) verandering in de economie.
Grenzen aan de handelsintensiteit
Lagere vervoerskosten en verbeterde logistieke processen hebben een enorme drive gegeven aan de handelsgroei in de afgelopen decennia ( Bruinshoofd, 2009). Als deze impulsen zijn
uitgewerkt (en kostenreductie kent een harde ondergrens van nul), kan de handelsgroei tegen haar natuurlijke grenzen aanlopen. Daarnaast lijken veel
bedrijven, met name in de VS, terug te komen van de hype van het outsourcen van delen van het productieproces. En waar outsourcing en
andere mondiale versnippering van steeds langere productieketens leiden tot een toename van de hoeveelheid productie die grenzen overschrijdt, leidt het
terugdraaien van een deel van dit proces (re-shoring) tot een afname van de gemeten handelsactiviteit.
Nieuwe technologieën
Het is niet op voorhand duidelijk in welke mate en op welke tijdshorizon nieuwe technologieën uitwerken op de handelsintensiteit. Innovaties in verdere
verfijning van logistieke processen, de efficiënte afhandeling van steeds grotere goederenvolumes (van bijvoorbeeld megacarriers in het maritieme
containervervoer), kunnen de handelsvolumes een enorme impuls geven. Technologieën als 3D-printing kunnen de handelsbehoefte op termijn juist verminderen,
als deze er toe leiden dat producten in toenemende mate daar kunnen worden gemaakt waar de grondstoffen aanwezig zijn. Er is dan immers minder noodzaak om
grondstoffen naar productiecentra te transporteren en de resulterende (half-)fabricaten naar de volgende productieschakel.
Onwenselijke verklaringen
Naast de goedaardige factoren spelen er evenwel ook twee factoren die wel degelijk om beleidsingrijpen vragen: de opbouw van nieuwe handelsbelemmeringen
die de afgelopen jaren is waargenomen en het uitblijven van nieuwe impulsen om door mondiale handelsverdieping de eerlijke internationale concurrentie
en economische vooruitgang te stimuleren.
Zichtbare en onzichtbare handelsbeperkingen
In de aanloop naar de G20-top in Antalya, Turkije brengen Evenett en Fritz (2015) de jongste versie van de Global Trade Alert (GTA)
onder de aandacht. De GTA is een periodieke monitor die zichtbare (bijvoorbeeld importtarieven) en onzichtbare (bijvoorbeeld subsidies aan exporterende
bedrijven) handelsbeperkingen in kaart brengt. De jongste GTA laat zien dat de handelskrimp die we in 2015 tot dusver optekenen in belangrijke mate is
geconcentreerd in die productgroepen waarop de meeste handelsbeperkingen zijn toegepast. Wij noemden in 2009, op het dieptepunt van de Grote Recessie, het
risico op protectionistische maatregelen een van de grootste risico’s voor het economische herstel ( Bruinshoofd, 2009). Maar waar de
G20-leiders destijds nog zeer prominent voor de vrijhandel pleitten, blijken er sindsdien volgens de achttiende GTA door diezelfde G20-landen al 3.581
maatregelen te zijn genomen die buitenlandse handelsbelangen hebben geschaad, waarvan ruim 80% nog altijd van toepassing is. Het is noodzakelijk om dat
proces in elk geval te stoppen en liefst zo snel mogelijk terug te draaien.
Weinig impulsen voor mondiale handelsverdieping
De nieuwe handelsbeperkingen komen bij de stapels van nog altijd bestaande belemmeringen die het afgelopen decennium geen noemenswaardige aandacht kregen
voor verdere afbouw. Zo is de Doha-ronde voor handelsliberalisering (gestart in 2001!) nog altijd niet afgerond. In afwezigheid van nieuwe initiatieven
voor handelsverdieping loopt de groei-impuls op enig moment ook uit de wereldhandel.
Uiteraard zien we momenteel wel twee grote regionale handelsverdragen in onderhandeling: het Trans-Pacifische Partnerschap (TPP) en het Trans-Atlantische
Handels- en Investerings Partnerschap (TTIP). TPP, waaraan twaalf landen aan beide zijden van de Stille Oceaan deelnemen, zal de handelsstromen tussen
deze landen naar verwachting versterken. TTIP bevat veel meer vernieuwingen dan TPP; behalve het opheffen van handelsbelemmeringen en tariefsverlagingen
gaat TTIP in op wederzijdse erkenning van productnormen in de sectoren waar deze normen in betrokken landen hoog liggen (bijvoorbeeld auto's en
farmaceutica). Bovendien komt er door TTIP een dialoog op gang over samenwerking bij de ontwikkeling van wet- en regelgeving voor nieuwe producten (
Kalf en Marey, 2015
).
Over het algemeen verwachten we een positief effect van beide overeenkomsten op de handel en de economische activiteit van de betrokken landen. De
handel en economische activiteit van landen die niet meedoen in de handelsverdragen kunnen door verlegging van handelsstromen (naar stromen tussen
deelnemende landen) juist negatief worden beïnvloed. In het geval van TTIP is Nederland via Europa een van de onderhandelende partijen en geniet het per
saldo de voordelen van het af te sluiten verdrag. Nederland en Europa zitten echter niet aan tafel bij de onderhandelingen voor TPP. Of de totale
wereldhandel uiteindelijk toeneemt, hangt af van de vraag of de handelscreatie de handelsverlegging overtreft, al zijn daarmee de verliezers van
eventuele handelsverdringing geenszins gecompenseerd.
Hier ligt een rol voor beleidsingrijpen vanuit de G20 om deze initiatieven op te schalen naar mondiaal niveau.
Referenties
Bruinshoofd, A. (2009), “
Globalisering op een kruispunt: bloeiende wereldhandel een zekerheid?
” Rabobank Special, november.
Evenett, S. J. en J. Fitz (2015), “ The tide turns? Falling world trade and the G20,” VoxEU.org, 12 november.
Kalf, J. en P. Marey (2015), “
Mare liberum: handelsbevordering over de Atlantische en Stille Oceaan met TTP en TTIP
,” Rabobank Themabericht, 8 september.
Te citeren als
Allard Bruinshoofd, “Rem op wereldhandel bedreigt welvaart Nederland”,
Me Judice,
26 november 2015.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
Golden Freighter’ van Chris Isherwood (
CC BY-SA 2.0)