Wat gebeurt er in Oom Digoberts pakhuis?

Onderwerp:
Wat gebeurt er in Oom Digoberts pakhuis? image
29 apr 2011
De financiële crisis leert ons dat systeemrisico’s niet ondenkbeeldig zijn en serieuze studie verdienen. Ron Berndsen heeft recentelijk in zijn oratie aan de Universiteit van Tilburg speciaal aandacht besteed aan de vraag hoe de moderne financiële infrastructuur het beste vormgegeven kan worden zodat systeemrisico’s beperkt kunnen worden. Een grootscheepse verbouwing van het Europese betalings- en effectenverkeer ligt in het verschiet.

Het belang van giraal geld

Iedere consument of bedrijf maakt elke dag wel gebruik van Oom Digobert's pakhuis. Oom Digobert is de digitale broer van Dagobert Duck en beheerder van een pakhuis dat gevuld is met geld, giraal geld. In tegenstelling tot bankbiljetten en munten kan je giraal geld niet aanraken, laat staan erin zwemmen zoals de beroemde steenrijke eend uit Duckstad. Het kenmerk van giraal geld is dat het alleen bestaat in de vorm van een tegoed op een bankrekening. Dat geldt tegenwoordig ook voor bijna alle financiële waardepapieren zoals aandelen en obligaties: deze bestaan alleen in digitale vorm als een tegoed op een effectenrekening. Als we de tegoeden van alle bankrekeningen en effectenrekeningen bij elkaar nemen voor alle 17 landen van het eurogebied dan hebben we Oom Digobert's pakhuis te pakken (zie figuur 1). De totale som geld en effecten telt op tot het inmense bedrag van ongeveer 36 biljoen euro.

Figuur 1: Samenstelling geldpakhuis in eurogebied

Figuur 1: Samenstelling geldpakhuis in eurogebied

Telkens als iemand in het eurogebied geld opneemt uit een geldautomaat, in een winkel de pinpas gebruikt of zijn beleggingsportefeuille aanpast, verandert er iets in het pakhuis: er "stroomt" geld van de betaler naar de ontvanger of effecten van de verkoper naar de koper. Ook hier gaat het om veel geld: iedere dag stroomt er 5,5 biljoen euro door het pakhuis. Het gaat hier om de functie van geld als ruilmiddel. Op de begane grond wordt het betalingsverkeer tussen consumenten en bedrijven afgewikkeld; op de eerste verdieping betalen banken elkaar grote bedragen in het zogenoemde hoogwaardige betalingsverkeer en op de tweede verdieping vindt onder andere de beurshandel in aandelen en obligaties plaats en de afwikkeling van die handelstransacties. Desondanks blijft dit pakhuis - formeel financiële infrastructuur geheten - in de economiebeoefening onderbelicht: dat is begrijpelijk maar niet goed.

Onderbelichte rol van geld als ruilmiddel

Het is begrijpelijk omdat de functie van geld als ruilmiddel zich grotendeels afspeelt achter de schermen en de mens de neiging heeft om geen aandacht te schenken aan zaken die 99% van de tijd goed gaan. Toch is het niet goed om weinig aandacht te hebben voor de overige 1% want een storing in de financiële infrastructuur kan grote gevolgen hebben voor de maatschappij. Als geld de functie van ruilmiddel tijdelijk niet kan vervullen is waardeoverdracht in de economie niet mogelijk en kunnen er geen financiële transacties worden afgewikkeld. Dit kan in het ergste geval leiden tot infrastructuurgerelateerd systeemrisico, dat is het risico van financiële instabiliteit veroorzaakt door problemen in de financiële infrastructuur zélf of een externe schok die door de infrastructuur doorwerkt naar elders in de financiële sector. Een voorbeeld van zo'n een externe schok is het faillissement van een grote bank. Een periode waarin sprake was van een verhoogde kans op dit systeemrisico is de periode september-oktober 2008 waarin grote spelers op de financiële markten failliet dreigden te gaan met de feitelijke ondergang van de bank Lehman Brothers. Al met al heeft de financiële infrastructuur zich goed gehouden maar het zou kortzichtig zijn indien daaruit de conclusie zou worden getrokken dat de financiële infrastructuur volledig crisisbestendig is.

De vraag die de komende jaren alleen maar aan belang zal winnen is hoe de financiële infrastructuur zo ingericht kan worden dat systeemrisico’s tot het uiterste beperkt kunnen worden.

En de concrete vraag die ik als bijzonder hoogleraar met als leeropdracht “Financiële infrastructuur en systeemrisico” de komende jaren ga trachten te beantwoorden is: op welke wijze dient Oom Digobert's pakhuis te worden ingericht? Het gaat hier om een holistische benadering van de financiële infrastructuur, waarbij bewust het pakhuis op eurogebiedniveau als uitgangspunt is genomen. Nederland of elk ander individueel Europees land is te klein om een geheel eigen financiële infrastructuur er op na te houden.

Verbouwing noodzakelijk

De inrichting van het pakhuis dient primair gericht te zijn op het voorkómen van het eerder genoemde systeemrisico. Daarvoor gelden internationaal geaccepteerde standaarden. Maar risicoreductie vormt niet het hele verhaal. Immers, er zou dan kunnen worden betoogd dat de schokbestendigheid van de financiële infrastructuur altijd moet worden verhoogd, ongeacht de kosten. Er is een tegenwicht nodig en dat is het efficiëntieargument. De kosten komen toch altijd om de hoek kijken. De infrastructuur dient tenslotte te worden gebruikt door banken, bedrijven en consumenten op kostenefficiënte wijze. Daarvoor is het nodig dat de meer dan 60 nog nationaal georganiseerde infrastructuren in de landen van het eurogebied, samengaan. Mijn verwachting is dat de Europese integratie veeleer zal verlopen via de band van de markt en niet van de overheid. Cruciaal daarvoor is dat er een echt gelijk speelveld ontstaat in Europa. Interoperabiliteit - het aan elkaar koppelen van twee infrastructuren - kan daarbij tijdelijk een nuttige rol vervullen als katalysator maar uiteindelijk zijn fusies en overnames nodig voor een structurele consolidatie van de financiële infrastructuur in het eurogebied. De voor bedrijf en consument meest concrete consolidatieslag is de Single Euro Payments Area (SEPA). Dit is een grootscheepse verbouwing van het retailbetalingsverkeer (de begane grond van het pakhuis), vergelijkbaar met de introductie van de chartale euro in 2002, waarbij gestandaardiseerde Europese betaalinstrumenten beschikbaar komen zodat bijvoorbeeld een consument overal in Europa met dezelfde betaalpas kan pinnen in winkels. Deze verbouwing komt naar verwachting in de komende jaren gereed.

Maar ook op de bovenste verdieping van het pakhuis wordt de komende jaren nog flink verbouwd. In de vorige eeuw hadden we in Nederland verschillende gemeentegiro's (in Arnhem, Amsterdam, Bussum en Zaandam) en effectenbeurzen (Rotterdam en Amsterdam) maar deze zijn opgegaan in grotere gehelen. Dit consolidatieproces heeft tijd nodig: het veiligere en efficiëntere Europese pakhuis komt eraan. Voor wie dit allemaal te langzaam gaat moet beseffen dat dit proces geduld vereist.

* Dit is een korte samenvatting van de inaugurele rede "Wat gebeurt er in Oom Digobert's pakhuis". De bijzondere leerstoel "Financiële infrastructuur en systeemrisico" is recentelijk aan de Universiteit van Tilburg opgericht en wordt, gesponsord door De Nederlandsche Bank. De leerstoel is bedoeld om het onderzoek en onderwijs in dit vakgebied te bevorderen. De volledige tekst is beschikbaar op de site van de Universiteit van Tilburg.

Te citeren als

Ron Berndsen, “Wat gebeurt er in Oom Digoberts pakhuis?”, Me Judice, 29 april 2011.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Ontvang updates via e-mail