Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid
Hoe ziet het debat over Brexit eruit vanaf onze kant van het Kanaal? Om een antwoord te vinden op die vraag gaan we te rade bij de toespraak van Koning Willem-Alexander voor het Europese Parlement op 25 mei, bij gelegenheid van het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie.
In het eerste deel van zijn toespraak verwees de Koning naar het feit dat hij was geboren in 1967. Voor zijn generatie was 1989 een beslissend moment, toen
de ogenschijnlijk onaantastbare scheidsmuren tussen Oost- en West-Europa op hun fundamenten wankelden en omvielen. Het einde van de Koude Oorlog betekende
het begin van een nieuw tijdperk, met vele mogelijkheden voor nieuwe verbindingen. In de woorden van de Koning: “Duidelijk werd dat de Europese landen een
gemeenschappelijke verantwoordelijkheid hebben.”
Het idee van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid kan inderdaad beschouwd worden als een hoeksteen van de constructie die we sinds 1992
kennen onder de naam van “Europese Unie”. De EU gaat over allerlei zaken (een gemeenschappelijke markt, vrij verkeer van personen en goederen, een
gemeenschappelijk landbouwbeleid, een niet helemaal gemeenschappelijke monetaire unie, et cetera), maar al deze andere bouwstenen van de EU
vooronderstellen deze hoeksteen: de geest van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid gedeeld door Europese landen.
Maar juist deze notie van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is opvallend afwezig in de argumentatie van de voorstanders van Brexit. Zij willen
dat het Verenigd Koninkrijk de EU verlaat, om een veelheid van redenen, maar zij toetsen die redenen niet aan het criterium van de verantwoordelijkheid die
nu wordt gedeeld door 28 Europese landen, het Verenigd Koninkrijk daarbij inbegrepen. Integendeel, het pleidooi vóór Brexit komt meestal neer op een vorm
van onverantwoordelijkheid, zoals met betrekking tot de crisis van migranten en vluchtelingen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika en de
potentiële repercussies voor een Europa dat op moet boksen tegen de krachten van desintegratie.
Samenwerking versus eigen belang
De Koning had ook andere lessen voor wie is geïnteresseerd in of in verwarring gebracht door het Brexit-debat. In het tweede deel van zijn toespraak wees
hij erop dat sinds 1989 de positie van Europa in de wereld drastisch was veranderd. Europa is niet langer het centrum van de wereld, noch economisch, noch
geopolitiek, noch cultureel. De waarden die Europeanen als universeel beschouwen zijn niet langer overal vanzelfsprekend, en zijn zelfs op veel plaatsen
hoogst omstreden.
Maar deze nieuwe omstandigheden maken het alleen maar urgenter voor de Europese landen om de krachten te bundelen en samen op te trekken. Steeds wanneer de
EU voor een uitdaging staat, weerklinkt de roep om betere samenwerking. Beheersing van vluchtelingenstromen. Bestrijding van mensenhandel, terrorisme en
criminaliteit. Verbetering van onze energievoorziening. Beheersing van de klimaatverandering. Het mogelijk maken van economische groei en nieuwe banen voor
de ruim 22 miljoen Europeanen die zonder werk zitten. Zoals de Koning zei: “Bij al deze opgaven hebben wij elkaar nodig.”
De positie van de aanhangers van Brexit is echter het tegenovergestelde. Zij geloven niet in gezamenlijk optrekken, maar geven de voorkeur aan
exclusieve aandacht voor hun eigen belangen en hun eigen positie. Zij lijken te geloven dat de antwoorden op de uitdagingen die hierboven zijn genoemd
gevonden kunnen worden in “splendid isolation”. Uiteraard is de kritiek op deze positie niet voorbehouden aan commentatoren van het Continent.
Het referendum
Op 27 mei schreef Martin Wolf, de vooraanstaande columnist van de Financial Times, een vlijmscherp stuk over Brexit. Wolf was vooral kritisch over
het besluit in 2013 van premier David Cameron om een referendum aan te kondigen, gegeven de talloze officiële rapporten die duidelijk maken dat een stem om
de EU te verlaten op de lange termijn schade berokkent aan de Britse economie en op de korte termijn een schok veroorzaakt. “Het referendum,” zo luidde
Wolfs conclusie, “is waarschijnlijk de meest onverantwoordelijke daad van een Britse regering die ik in mijn leven heb meegemaakt.”
De meeste beleidsmakers op het Europese Continent zullen het waarschijnlijk eens zijn met Martin Wolf. Brexit aanhangers vertonen een mengsel van
onverantwoordelijkheid en zelf-betrokkenheid die volledig aan zijn doel voorbij schiet, en een opmerkelijke weigerachtigheid om te accepteren dat het
Verenigd Koninkrijk een groot belang heeft in het spelen van een vooraanstaande rol bij het vinden van oplossingen voor de talloze uitdagingen van Europa
in de 21ste eeuw. Maar er is nog hoop dat de rede zal zegevieren.
Te citeren als
Harald Benink, Paul van Seters, “Brexit: een perspectief vanaf het Europese Continent”,
Me Judice,
22 juni 2016.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
BREXIT or BREMAIN’ van Rareclass (
CC BY-NC-ND 2.0)