De doel-middelenethiek van Shell op de snijtafel

De doel-middelenethiek van Shell op de snijtafel image

Afbeelding ‘Shell’ van Thomas Hawk (CC BY-NC 2.0)

6 sep 2016

Een recent visiedocument van Shell stelt dat het ‘verstandig’ is om de Groningse gasvoorraad ‘maximaal’ te benutten. Op die manier kan juist de duurzaamheidstransitie worden bekostigd. De bedrijfsethicus Berend van der Kolk belicht de gebruikte redenatie waarmee Shell politici en publieke opinie probeert te beïnvloeden. Shell kenmerkt zich vooral door een ethiek die het beste laat samenvatten als het doel heiligt alle middelen.

Gronings gas

Over gaswinning in het noorden is de laatste jaren veel te doen geweest. De beelden van boze Groningers in kleine dorpshuizen, scheuren in muren en kelders van boerderijen en lokale en nationale bestuurders die hun positie trachten te verdedigen staan ons allemaal helder voor de geest.

En de visie van Shell

Maar er is hoop: diverse betrokken partijen proberen tot een oplossing te komen. Zo staat er bijvoorbeeld een rondetafelgesprek/hoorzitting gepland in de vaste commissie voor Economische Zaken in de Tweede Kamer op donderdag 8 september 2016. Als input voor het rondetafelgesprek schreef Marjan van Loon, President-Directeur van Shell Nederland, onlangs haar visie op de rol van aardgas in de energietransitie. Interessant om die visie te kennen, want Shell en Esso hebben samen 100% van de aandelen van de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij).

Van Loon betoogt in Shells position paper (Shell, 2016) dat het ‘verstandig’ zou zijn om het gas in Groningen ‘maximaal’ te benutten. Letterlijk stelt zij: “De balans opmakend, lijkt het ons verstandig om de energietransitie te funderen in het samenspel van energiebesparing, opschaling en versnelling van met name wind op zee en vervanging van kolen door gas. Daarbij heeft de maximale benutting van de eigen Nederlandse gasvoorraden de voorkeur […]” De vraag is uiteraard waarom stelt Van Loon dit? Eigenlijk is het heel eenvoudig: de opbrengsten kunnen dan worden gebruikt om een overgang naar duurzame energie te bevorderen.

Haar redenering komt in grote lijnen hierop neer op de volgende drie stappen:

1. Gaswinning is niet duurzaam en schadelijk voor de omgeving, maar het levert wel veel geld op. Of zoals het in de paper wordt gesteld: “Negatieve gevolgen van gaswinning moeten zo goed mogelijk worden beperkt en bevingsgerelateerde schade zo snel en efficiënt mogelijk hersteld […] Het Groningenveld is de kurk waar de Nederlandse Gassector op drijft. Die sector zorgt landelijk voor ongeveer 16.000 directe en indirecte arbeidsplaatsen. Bij dalende gasproductie en afnemende activiteit in de gassector zal net als in Groningen ook in de rest van Nederland de werkgelegenheid in deze waardeketen afnemen.” (Shell, 2016)

2. De gewenste transitie naar duurzame energie kost veel geld. Lees het citaat: “De Europese Commissie stelt dat de EU-lidstaten voor de energie-transitie gedurende vier decennia jaarlijks ongeveer 1,5% van het BNP zullen moeten investeren. Voor Nederland hebben we het dan over 10 tot 15 miljard euro per jaar.” (Shell, 2016)

3. Dus we moeten zoveel mogelijk aan (niet-duurzame) gaswinning doen om duurzame energiewinning te bekostigen en te bevorderen. Of om toch nog even de woorden van Van Loon aan te halen: “Die gasbaten kunnen een rol spelen bij de financiering van investeringen in zowel de economie van Groningen als de energietransitie […] maximale benutting van de eigen Nederlandse gasvoorraden [heeft] de voorkeur, vanzelfsprekend binnen de geldende veiligheidsnormen […]” (Shell, 2016) 

Dus eigenlijk zijn we heel duurzaam bezig als we ‘maximaal’ de natuurlijke en uitputbare grondstoffen gebruiken? Ik denk dat dit argument net zo vreemd klinkt als het is. Vergelijk het met zeggen dat je tegen het eten van plofkippen bent, maar dat je zelf wel veel plofkippen eet en het geld dat je zo ‘bespaart’ (door geen ander, duurder eten te kopen), het vervolgens aan
Wakker Dier doneert die het besteedt aan campagnes tegen het eten van plofkippen.

Doel-middel ethiek

Van Loons visiedocument ademt zogenaamde consequentialistische ethiek. Heel kort door de bocht komt deze ethiek erop neer dat een goede uitkomst alle eerdere stappen in een proces ‘vergoedt’. Twee onderliggende aannames van deze ethiek zijn dat je overal een kosten-batenanalyse van kan maken en dat het doel de middelen heiligt.

Het is echter maar zeer de vraag of je wel een goede kosten-batenanalyse van gaswinning kan maken. Natuurlijk kunnen de baten relatief eenvoudig uitgedrukt worden in euro’s die vloeien naar de verschillende belanghebbenden (Shell, Esso, de Nederlandse Staat). Maar de kosten? Hoe druk je de emotionele schade van bewoners die zich onveilig voelen in euro’s uit? En kan je schade aan milieu eigenlijk wel uitdrukken in euro’s? Bovendien is het maar zeer de vraag of er wel experts bestaan die kosten en baten écht onafhankelijk kunnen beoordelen.

Door de geplande opbrengsten van gaswinning te ‘framen’ als een rechtstreekse investering die nodig is voor de energietransitie lijkt het alsof het maximaal benutten van de gasvoorraad in de Groningse bodem inderdaad een ‘verstandige’ en noodzakelijke zet is. Het doel - de bekostiging van de energietransitie - is goed, dus dat ‘heiligt’ het middel: de ‘maximale’ winning van aardgas uit Groningen. Maar is het eigenlijk wel zo dat ‘iets goeds doen’ met het verdiende geld (zoals ook in het plofkippenvoorbeeld) rechtvaardigt dat natuurlijke grondstoffen worden ‘geplunderd’, iets wat juist indruist tegen alle ideeën van duurzame energiewinning?

Er gaat niets boven… gaswinning?

Een betere oplossing is dat Shell, samen met andere betrokken partijen, zo snel mogelijk op zoek gaat naar andere middelen die een duurzame samenleving snel dichterbij laten komen. Er zijn scenario’s denkbaar waarin we sneller onafhankelijker van gas worden. Erasmus Hoogleraar Duurzaamheid en Transities Jan Rotmans wees bijvoorbeeld onlangs nog op het energieneutraal maken van woningen “door ze los te koppelen van de gasinfrastructuur en te voorzien van een isolatieschil, warmtepompen en zonnepanelen” (FD, 31 augustus 2016). Een forse uitdaging, maar, zo stelt hij, dat snelle energietransities mogelijk zijn hebben we zelf al in de jaren ’60 laten zien door binnen tien jaar het overgrote deel van de Nederlandse woningen aan te sluiten op aardgas – als snelste van Europa.

Door vol in te zetten op het maximaal winnen van gas, kon Shell er wel eens voor zorgen dat het genoemde doel van een duurzame energievoorziening juist nog verder wordt uitgesteld. Het rondetafelgesprek is wellicht een goede kans om over andere scenario’s na te denken waarin níet ‘maximaal’ – maar eerder ‘beperkt’ – gas gewonnen hoeft te worden. Hopelijk blijkt dat er wél andere zaken of waarden bóven gaswinning gaan, of die nu in geld uitgedrukt kunnen worden of niet.

Referenties

Rotmans, J., 2016, Te laat om nog vol in te zetten op gebruik van gas”. het Financieele Dagblad, 31 augustus, 2016.

Shell, 2016, Position paper, input voor rondetafelgesprek Tweede Kamer donderdag 8 september 2016, Den Haag.

Te citeren als

Berend van der Kolk, “De doel-middelenethiek van Shell op de snijtafel”, Me Judice, 6 september 2016.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Afbeelding ‘Shell’ van Thomas Hawk (CC BY-NC 2.0)

Links

Ontvang updates via e-mail