Economische groei en consumentenvertrouwen
Nederland verkeert voor de tweede maal in amper twee jaar in een recessie. Figuur 1 geeft een overzicht van de economische groei (linkeras) en het
consumentenvertrouwen (rechteras) sinds 2009 (CBS gegevens). De economische groei noteerde in het derde kwartaal een minimale groei van +0,1% ten opzichte van het tweede kwartaal, maar een krimp van −0,6% ten opzichte van 12 maanden geleden. Zowel de economische groei als het consumentenvertrouwen lijken aan een opwaartse trend
begonnen te zijn, al is de opwaartse trend bij het consumentenvertrouwen later ingezet en minder overtuigend. Het consumentenvertrouwen was op een
dieptepunt in het vierde kwartaal van 2012 (−40) en steeg sindsdien, tot −33 in het derde kwartaal van 2013, maar staat nog steeds, zoals veel hypotheken,
“diep onder water”.
Figuur 1: Economische groei en Consumentenvertrouwen (CBS)
Bron: CBS
Consumentenvertrouwen ontleed
Maar wat is dat magische consumentenvertrouwen eigenlijk en hoe meet je het? Consumentenvertrouwen is een containerbegrip dat bestaat uit een drietal
deelaspecten: Vertrouwen in de Nederlandse economie (2 items), vertrouwen in de persoonlijke financiële situatie van het eigen huishouden (2 items) en
beoordeling van het koopklimaat (1 item) (zie Appendix). Meestal wordt een enkele “index” geconstrueerd uit deze vijf items (“vragen”) en die index wordt
wereldwijd gemeten als de “maat van consumentenvertrouwen.” Het is, juist nu er macro-economische signalen zijn dat het wellicht beter zal gaan met de
Nederlandse economie, belangrijk om vast te stellen hoe het met het vertrouwen van consumenten in de Nederlandse economie en met het vertrouwen in de
persoonlijk financiële situatie precies gesteld is.
Figuur 2 laat de ontwikkeling zien van het vertrouwen in de Nederlandse economie en in de eigen financiële situatie van het huishouden. En daaruit blijkt dat
het herstel van het consumentenvertrouwen -- in totaliteit -- gebaseerd is op een toenemend vertrouwen in de nationale economie, maar niet op vertrouwen in
de persoonlijke financiën. Zo steeg het vertrouwen in de Nederlandse economie sinds het vierde kwartaal van 2012 van −59 naar −45 nu (hoewel het nog steeds
“negatief” is), maar daalde het vertrouwen in de persoonlijke financiën licht van −26 naar −27.
Figuur 2: Vertrouwen van consumenten in nationale economie en in eigen financiële situatie
Bron: CBS
Wat onmiddellijk opvalt is, dat Nederlandse consumenten de afgelopen jaren meer vertrouwen hadden in de eigen persoonlijke financiële situatie dan in de economische situatie van Nederland, hoewel alle cijfers natuurlijk sinds de crisis wel onder nul staan. Opvallender voor de huidige discussie is dat het vertrouwen van consumenten in de Nederlandse economie na het dieptepunt eind 2011 en begin 2012, langzamerhand opkrabbelt. Dit gevoel van de consument komt overeen met het gevoel van Klaas Knot en het Telegraaf panel. Maar belangrijker is dat het vertrouwen van consumenten in de persoonlijke financiële situatie sinds het begin van de crisis in 2009 alleen maar gedaald is en geen tekenen van herstel toont.
Positieve en negatieve emoties van consumenten
Metingen van consumentenvertrouwen geven veel inzicht, maar ze zijn nogal beredeneerd en koel. Bij deze metingen wordt aan consumenten gevraagd naar hun
oordelen over het economische verleden en hun verwachting van de economische toekomst. De antwoorden op deze vragen hebben natuurlijk met het gevoel van de
consument te maken, maar dat economische gevoel meten ze alleen indirect. Het onderzoek TILCOM (Tilburg Consumer Outlook Monitor) stelt het economische
gevoel van de consument wel direct vast. Sinds 2009 meet Tilcom een groot aantal economische emoties in het LISS huishoudpanel. Daarbij wordt ieder
kwartaal en representatieve groep van ruim 2500 consumenten bevraagd.
Hoe optimistisch, blij, zeker en ontspannen voelt de Nederlander zich als hij/zij aan de financiële situatie van het huishouden denkt voor de komende 12
maanden. En hoe onzeker, bedroefd, pessimistisch en bezorgd voelt hij/zij zich dan? Naar deze emoties van de consument wordt in Tilcom direct gevraagd. De
schaalwaarden lopen van 1 (consument voelt deze emotie helemaal niet) tot 7 (consument voelt deze emotie in uiterste mate). De antwoorden op deze vragen
meten het economische gevoel van de consument. Daarbij is niet zo zeer de meting in absolute zin interessant (“is het een 5 of 5.2”), maar wel de
veranderingen in de tijd, zeker voor de bevolking als geheel. Het is onwaarschijnlijk dat de gemiddelde waarden voor de bevolking aan de uiteinden van de
schaal zitten. Het is immers zelden voor iedereen een geheel donkere hel of totaal heldere financiële hemel, hoewel dit voor individuele consumenten wel
voorkomt. De veranderingen in emoties zullen doorgaans voor de totale steekproef klein zijn en zich in het middengebied van de schaal bevinden. Maar deze
veranderingen kunnen, ook als ze subtiel zijn, duiden op substantiële veranderingen in het economisch klimaat zoals consumenten dit ervaren. Het gemiddelde
van de positieve emoties en het gemiddelde van de negatieve emoties van consumenten worden apart berekend en uitgezet in Figuur 3.
Figuur 3: Positieve en negatieve economische emoties van Nederlandse consumenten
Bron: Tilcom
Figuur 3 laat zien dat de negatieve emoties van consumenten sinds begin 2012 behoorlijk constant zijn (+0,03, van 2,33 naar 2,36), de gemiddelde sterkte van de emotie ligt tussen 2 (klein beetje) en 3 (beetje). Daarnaast blijken vooral de positieve emoties in de loop van de tijd afgezwakt (−0,23, van 3,27 naar 3,04). De consument voelt zich in de loop van de crisis even pessimistisch, maar de consument voelt zich ook steeds minder optimistisch. Eind 2009 waren de positieve economische emoties nog sterk dominant en veel sterker dan de negatieve emoties, maar de positieve en negatieve emoties kruipen naar elkaar toe en er is weinig zicht op een verbetering van de positieve economische emoties.
Samenhang emoties en vertrouwen
Uit de beschrijvende cijfers lijkt het dat de daling in het vertrouwen in de persoonlijke financiën vooral samenhangt met een afzwakking van positieve
emoties. Met een multivariaat regressiemodel wordt dit meer formeel geanalyseerd, waarbij positieve en negatieve emoties als afhankelijke variabelen en het
vertrouwen in de nationale economie en in de persoonlijke financiën als onafhankelijke variabelen zijn opgenomen. Deze analyse is uitgevoerd op de
geaggregeerde tijdsreeks van september 2009 tot september 2013. Tabel 1 laat zien dat het aantrekkende vertrouwen in de nationale economie vooral
leidt tot minder sterke negatieve emoties (b = −0,006), maar geen relatie heeft met de positieve economische emoties.
Het dalende vertrouwen in de persoonlijke financiële situatie leidt vooral tot afzwakking van de positieve emoties (b = 0,011), maar heeft geen relatie met de negatieve economische emoties. Dit is opvallend. Sinds het vierde kwartaal van 2012 steeg het vertrouwen
in de nationale economie met +14, dit hangt samen met een versterking van de negatieve emoties van consumenten van 0,08. In dezelfde periode daalde
het vertrouwen in de persoonlijke financiën met -1, dit hangt samen met een zeer lichte afzwakking van de positieve emoties van consumenten met 0,01. Dat
is interessant, maar wat is er aan de hand?.
Tabel 1: Het economische gevoel van de consument verklaard
Vertrouwen in nationale economie |
0,001 (0,35) |
-0,006 (-4,29)* |
Vertrouwen in persoonlijke financiën |
0,011 (2,26)* |
0,002 (0,65) |
Constante |
3,481 (67,60)* |
2,091 (62,33) |
pseudo R2 |
0,59 |
0,76 |
* p < 0,05, N = 17
Wat er aan de hand is
In de jaren tachtig lieten de psychologen Diener en Emmons (1984) in een systematisch onderzoeksprogramma zien dat positieve en negatieve emoties niet
noodzakelijkerwijs twee kanten zijn van dezelfde medaille. Hun onderzoek toont aan dat het belangrijk is om zowel negatieve en positieve emoties apart te
meten als men inzicht wil krijgen in het welzijn van mensen en het laat zien dat negatieve en positieve emoties met verschillende fenomenen kunnen
samenhangen. Dat is precies wat er op dit moment met het gevoel van de consument aan de hand lijkt. Consumenten hebben gemengde gevoelens over de economie:
ze voelen dat het langzamerhand beter gaat met de Nederlandse economie en dit zwakt hun negatieve emoties iets af. Maar consumenten hebben gelijktijdig ook
het gevoel dat het niet beter (eigenlijk: slechter) gaat met hun persoonlijke financiële situatie en daardoor stijgt het economisch optimisme niet, het
daalt zelfs. Als dit positieve economische gevoel van consumenten verder daalt, dan is dat problematisch. Het zijn immers deze positieve emoties die de
aankoop van duurzame consumptiegoederen en andere langetermijn financiële beslissingen aanzwengelen. De voorzichtige opleving van de huizenmarkt
(wellicht doorstromers van huur naar goedkoper geworden koopwoningen) en stijgende autoverkoop (wellicht uitgestelde aankopen) zetten dan niet door.
De Nederlandse consument voelt zich op dit moment minder somber: de nationale economische groei trekt wellicht aan, de kans op baanverlies neemt misschien
wat af. Maar echt positief durft men niet te zijn. Een baan is geen garantie voor een financieel zorgeloos bestaan. De hypotheekrenteaftrek staat onder
druk, kinderopvangtoeslag is niet meer wat het geweest is, lonen worden niet geïndexeerd of zelfs gekort, de zorg wordt duurder en pensioenen staan onder
druk. Flink sparen is het credo, maar tegen een rente die op een laagterecord staat. Dit alles zorgt voor weinig positief sentiment voor de consument
persoonlijk.
Een groeiend aantal economen benadrukt dat een spoedig economisch herstel wordt bedreigd door de beleidsontwikkeling in Den Haag. Er wordt te veel
bezuinigd en te weinig structureel hervormd. Zo is slechts 12% van het Me Judice Economenpanel het ermee eens dat Nederland aan de 3%-norm blijft
vasthouden (Van Dalen en Koedijk, 2013). Dat is het oordeel van de economen in het panel. Dat oordeel sluit aan bij de gemengde emoties van consumenten.
Dit leidt tot een vreemde conclusie: met de Nederlandse economie gaat het wellicht beter, maar met de persoonlijke situatie van de Nederlanders zelf (nog)
niet echt. Dat is wat de consument voelt: “Wij zijn samen misschien aan de beterende hand, maar ik zelf nog niet.” Dat is het gemengde economisch gevoel
van de consument. Knot, het economenpanel van Me Judice en de consument voelen hetzelfde over de staatskas, maar de consument denkt ook aan de
huishoudportemonnee en die voelt anders. Dat zijn de gemengde economische gevoelens van de consument. En zo’n consument telt zijn zegeningen en penningen,
en wacht.
Referenties
Dalen, H. van, en K. Koedijk (2013), “Me Judice Economenpanel: een sobere of een royale overheid?”, Me Judice, 29 april.
Diener, R., en R.A. Emmons (1984), “The independence of positive and negative affect”, Journal of Personality and Social Psychology, 47, 1105-1117.
NRC Handelsblad (2013), “DNB-president Knot: Nederland is uit recessie”, 7 oktober.
Appendix: Schaalopbouw consumentenvertrouwen en emoties
Het consumentenvertrouwen is opgebouwd uit 5 onderliggende items. |
Vertrouwen in Nederlandse economie
- Wat vindt u van de ontwikkeling van de algemene economische situatie in Nederland? Is het in Nederland volgens u in de laatste 12 maanden beter of slechter geworden, of hetzelfde gebleven? (1: duidelijk slechter geworden – 5: duidelijk beter geworden)
- En wat denkt u van de komende twaalf maanden? Zal in het algemeen de economische situatie van Nederland beter worden, slechter worden of hetzelfde blijven? (1: duidelijk slechter – 5: duidelijk beter)
|
Vertrouwen in de eigen persoonlijke financiële situatie
- Is in de laatste 12 maanden de financiële situatie van uw huishouden beter of slechter geworden? (1: duidelijk slechter geworden – 5: duidelijk beter geworden)
- Hoe denkt u dat het de komende 12 maanden zal gaan met de financiële situatie van uw huishouden? (1: duidelijk slechter – 5: duidelijk beter)
|
Koopklimaat
- En als we denken aan grote aankopen zoals meubelen, wasmachines, televisies, auto's en dergelijke. Vindt u dat het nu voor mensen een gunstige of een ongunstige tijd is om zulke grote aankopen te doen? (1: gunstige tijd – 3 ongunstige tijd)
|
Emoties in over financiële situatie van het huishouden |
Als ik mij voorstel hoe de financiële situatie van mijn huishouden de komende 12 maanden zal zijn, dan voel ik mij nu (op een schaal van 1 tot 7: helemaal niet, een klein beetje, een beetje, redelijk, erg, heel erg, uiterst):
Positieve emoties:
- Optimistisch
- Blij
- Zeker
- Ontspannen
Negatieve emoties:
- Onzeker
- Bedroefd
- Pessimistisch
- Bezorgd.
|
Te citeren als
Rik Pieters, Jorna Leenheer, “De gemengde economisch gevoelens van de Nederlandse consument”,
Me Judice,
29 november 2013.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
...fans keerden bedroefd naar huis’ van Frans Schouwenburg (CC BY-NC 2.0)