Economische verhalen
Iedere tijd, ieder land kent zijn eigen economische verhalen. Iedereen kent
wel die momenten waardoor je in de ban raakt van een verhaal en op grond
daarvan een beslissing neemt die je jaren later weer betreurt.
Beurshandelaren, makelaars, of vrienden op een feestje of collega’s bij de
koffieautomaat, ze maken bewust dan wel onbewust gebruik van economische
verhalen. Nu moet je Bitcoins of een lijfrente kopen, of wie in huurhuis
woont is een dief van zijn eigen portemonnee, schulden maken is niet erg,
sterker nog, je bent gek als je geen gebruik maakt van de
aftrekmogelijkheden die de overheid biedt en ga zo maar door. Al deze
verhalen hebben een kern van waarheid, maar ook een valse kern: het gemak
waarmee bijvoorbeeld tussenpersonen hun advies geven doet de vraag opwerpen
waar zij die zekere kennis aan ontlenen. Als econoom wordt je getraind om
onderscheid te maken tussen de zin en onzin die er in maatschappij over
economie en samenleving wordt rondgestrooid. De neiging bestaat dan al gauw
om de economische verhalen die bij de koffieautomaat worden gedebiteerd als flauwekul af te doen en wat er gedoceerd
wordt aan de universiteit als de onwrikbare waarheid te zien. John Maynard
Keynes geeft je als econoom dan ook het nodige zelfvertrouwen met de
beroemde quote waarmee hij ooit zijn magnum opus The General Theory eindigde: “De ideeën van economen en politiek
filosofen, of ze nu juist zijn of niet, zijn veel krachtiger dan veelal
wordt gedacht. De man in de praktijk die denkt dat hij vrij is van enige
intellectuele invloed, is veelal de slaaf van een overleden econoom.”
De lijn van Shiller
Robert Shiller is een econoom die voor zijn over de inefficiëntie van
financiële markten de Nobelprijs heeft gekregen in 2013. Het is dus een mand die met de nodige scepsis naar het standaardrepertoire van financiële economen kijkt. Hij is tevens een groot bewonderaar van Keynes maar over de economische
verhalen die in de praktijk rond gaan en de kracht van academische ideeën gooit hij de boel radicaal om. Hij
stelt in zijn nieuwste boek Narrative Economics in feite dat de
ideeën van de man of vrouw in de praktijk veel krachtiger zijn dan vaak
wordt gedacht. En of die verhalen nu juist zijn of niet, de mens is toch
vaak slaaf van verhalen waarvan we dachten dat die dood en begraven waren.
De ideeën van de man of vrouw in de praktijk zijn veel krachtiger dan vaak wordt gedacht. En of die verhalen nu juist zijn of niet, de mens is toch vaak slaaf van verhalen waarvan we dachten dat die dood en begraven waren.
Het boek past goed in het oeuvre van Shiller. Zo had hij in een eerder boek Animal Spirits (samen met George Akerlof) al eens besproken hoe
belangrijk 'animal spirits' in de economie zijn. Maar in zijn nieuwste boek
gaat hij nog een stap verder door de bron van die animal spirits te
doorgronden. Narratieve economie noemt hij zijn benadering die gericht is
om de kracht van economische verhalen in het (economisch) leven alle dag te
achterhalen. Uiteraard is narratief is een bekend begrip in andere sociale
wetenschappen waar het een methode of een eigen kijk op een discours
betreft. Binnen de economie wordt sporadisch over een narratief gesproken
en met die specifieke benadering heeft Shiller heeft ook niet veel op. Het
gaat hem slechts om hoe economische ideeën - in de vorm van verhalen - zich
onder mensen verspreiden en de inspanning die mensen zich getroosten om
nieuwe aanstekelijke verhalen te maken of om bestaande verhalen nog
aanstekelijker te maken.
Opbouw 'Narrative Economics'
De opbouw van zijn boek is veelbelovend en valt uiteen in vier delen. In
het eerste deel vertelt hij wat hem inspireerde tot het idee van narratieve
economie. Hij traceert allerlei verhalen die in de economie de ronde
doen en waarom het ene verhaal ‘viral’ gaat terwijl een ander verhaal een
snelle dood sterft.
In het tweede deel zet hij uiteen hoe we narratieve
economie van een stevig wetenschappelijk fundament kunnen voorzien. Hoe
houden we oorzaak en gevolg uiteen? Nieuwe verhalen zijn de oorzaak van
economische gebeurtenissen, maar andersom kan ook: gebeurtenissen die
economische verhalen veranderen. Hoewel de economie niet een wetenschap is
die perfect gecontroleerde experimenten kan uitvoeren is het wel mogelijk
om causaliteit af te leiden omdat er ‘natuurlijke experimenten’
plaatsvinden waar je als econoom niks voor hoeft te doen (maar wel moet zien). Het ontstaan van
nieuwe verhalen, ook als die gebaseerd zijn op ‘fake news’, vormen een
mogelijkheid om te zien hoe die verhalen de gang van de economie bepalen.
In het derde deel geeft hij in tien hoofdstukken voorbeelden van
eeuwigdurende verhalen – verhalen die keer op keer weer terugkeren in het
gesprek van alledag. In harde tijden voeren verhalen over de deugd van
spaarzaamheid de boventoon, en in goede tijden is smijten met geld juist
goed en schulden maken is helemaal niet erg. Of denk aan het verhaal dat
vaak op de arbeidsmarkt ronddwaalt waar nieuwe technologieën angstbeeld
oproepen: automatisering zou alle banen kunnen vernietigen is. En dan zijn
er verhalen over de conjunctuur op de huizenmarkt met de eeuwige vraag
wanneer is het een goede tijd om een huis te kopen. Prijzen en inflatie
zijn toch sowieso een bron van ongenoegen: in tijden wanneer prijzen almaar
stijgen voelen velen zich bekocht. Het ‘grootkapitaal’ of kartels maakt op
oneigenlijke wijze winst zo luidt het verhaal en consumenten kunnen
reageren door een kopersstaking of door producten te boycotten. Soms zijn
die verhalen waar – denk aan de woekerpolisaffaire – en soms niet en is er
een goede reden voor de prijsstijging. Maar de kern van al dit soort
verhalen is dat ze er toe doen: ze leiden tot actie of reactie. De rode
draad in het verhaal van Shiller is dat verhalen redelijk constant blijven en op een of andere manier
zichzelf muteren en dan weer net zo aanstekelijk zijn als een eeuw geleden.
Als een ware epidemie kunnen die verhalen een samenleving in zijn greep
krijgen.
In het vierde deel van het boek denkt hij na over toekomstige
verhalen en het soort onderzoek dat noodzakelijk is om zijn narratieve
economie tot een serieus onderzoeksterrein te maken.
Teleurstelling zit in de staart
Dat laatste deel is geen overbodige luxe. Het idee van narratieve economie
is weliswaar fris en veelbelovend, maar het schreeuwt om onderzoek. En dat
is wat dit boek van Shiller zo teleurstellend maakt. De eerste helft van
het boek bevat weliswaar een zorgvuldige opbouw die uitmondt in een aantal
stellingen die getoetst kunnen worden. En als lezer verwacht je dat in de
tweede helft te maken krijgt met echt bewijsmateriaal. Zeker als je weet
dat Shiller in 2017 al - als president van de American Economic Association - precies dezelfde ideeën had
uiteengezet over hoe verhalen de economie kunnen bepalen. Op dat
moment had hij nog geen echt onderzoek gedaan. En die belofte leek hij met
dit boek in te kunnen lossen. De ondertitel van het boek - hoe verhalen
‘viral’ gaan en belangrijke economische gebeurtenissen bepalen - suggereert
ook dat hij dat nu gedaan heeft. Maar die toets ontbreekt geheel. Shiller
illustreert weliswaar uitgebreid hoe onder doorsnee Amerikaanse burgers
economische verhalen de ronde doen. Echter, de diepgang varieert nogal per
hoofdstuk waarbij men had gewenst dat Shiller zich wat meer had beperkt tot
een paar goed doorwrochte verhalen. In veel gevallen valt hij terug op
Amerikaanse verhalen en geschiedenis, maar het was sterker geweest als hij
een goed voorbeeld bij de kop had gevat om te laten zien hoe een economisch
verhaal een pandemie kan veroorzaken en zich verspreidt over de wereld. Het zou een logische gevolgtrekking zijn als je - zoals Shiller doet - de lessen van de epidemiologie zo centraal stelt.
Daarnaast worden de verhalen door
Shiller geïllustreerd met tijdreeksen over hoe vaak een term of een begrip
in twee eeuwen wordt genoemd in boeken of kranten. Plaatjes die eigenlijk
iedereen wel thuis met Google Ngram Viewer kan maken. Leuk als amuse maar
niet als hoofdgerecht. Daarnaast zijn er twee zaken die steken als je het economisch verhaal van de straat in kaart wilt brengen. Krantenbanken worden de laatste tijd veel gebruikt om een discussie in kaart te brengen en zelf maak ik er ook graag gebruik van. Krantenartikelen vormen in hoge mate de visie van journalisten (een uitzondering is wellicht de opiniepagina of de ingezonden brievenrubriek) en niet die van de gewone man of vrouw die de economische wereld om zich heen probeert te begrijpen.
Eenzelfde twijfel heb ik bij datatools als Ngram Viewer of Google Trends. Het zijn leuke instrumenten om ergens een eerste indruk van te krijgen, maar wederom vang je daarmee de visie van de straat? Om een voorbeeld te geven met behulp van een eigen voorbeeld. De Poor Laws - zeg maar de armenhulp of een rudimentaire vorm van sociale zekerheid in Groot Brittannië - waren een hot topic in de negentiende eeuw. De visie van Malthus en volgelingen zoals Nassau Senior en het beleid om de Poor Laws in 1830 de hervormen werden vervloekt.Als je naar figuur 1 kijkt dat zie je inderdaad wel 'gerommel' aan het begin van de negentiende eeuw, maar dat gerommel staat niet in verhouding tot het levendige debat over de welvaartsstaat en sociale zekerheid dat na de tweede wereldoorlog op gang kwam. In de 21ste eeuw begint de aandacht voor de welvaartsstaat en sociale zekerheid stevig af te brokkelen. Vreemd genoeg is er toch nog altijd flink wat aandacht voor de Poor Laws, hetgeen enige bevreemding wekt. Historici zullen er ongetwijfeld aandacht aan besteden, maar het lijkt eerder te wijzen op iets anders (wellicht is het klagen over slechte wetten, letterlijk "poor laws", iets waar we eeuwen over hebben).
Figuur 1: Frequentie van noemen van welfare state, social security and poor laws in boeken, 1800-2008
Bron: Google Ngram Viewer: Rode lijn = Poor Laws; Blauwe lijn = Welfare state; en Groene lijn = Social security
Figuur 1 is gebaseerd op een algemene database, waarin de wetenschappelijke boeken de overhand hebben. Maar als je de aandacht richt op een Google databestand dat een ander type boek - Engelse fictieboeken - omvat, dan ontstaat toch een wezenlijk ander beeld (zie figuur 2). Aan het begin van de negentiende eeuw was er vlammend debat over de Poor Laws gaande ook onder schrijvers en dichters en de enorme uitschieter zal wel eens te danken zijn aan het werk van Charles Dickens die zijn pijlen richtte op de politiek economen van zijn tijd die in de geest van Malthus de armenhulp hervormden (Van Dalen, 2016). De welvaartsstaat en de sociale zekerheid kunnen ook op aandacht rekenen maar de verhoudingen zijn totaal anders vergeleken met figuur 1. Met andere woorden, op welk debat richt je je? Als je het verhaal van de gewone man of vrouw wilt vangen die de wereld om zich heen probeert begrijpen lijkt me dat het verhaal van de populaire schrijvers vertellen meer van belang is dan alle stoffige boeken die wetenschappers vertellen.
Figuur 2: Frequentie van noemen van welfare state, social security and poor laws in fictie boeken, 1800-2008
Bron: Google Ngram Viewer; Bron: Google Ngram Viewer: Rode lijn = Poor Laws; Blauwe lijn = Welfare state; en Groene lijn = Social security
Een extra handicap met het leunen op Google data is dat het altijd onduidelijk is hoe de datastructuur precies in elkaar steekt. Hierboven werd al zo'n afwijkend resultaat (over de constante aandacht voor poor laws) genoemd waar je in Google gewoonweg niet achterkomt. Voor een empirisch georiënteerde onderzoeker moet dat toch een reden zijn om dit soort data met enige
terughoudendheid te bekijken.
Het echte werk moet nog verricht worden. En daarmee is dit boek een product van ongeduld.
In plaats van dit soort vingeroefeningen zou
men meer raffinement verwachten. Verhalen die van mond-tot-mond verspreiden
vergen op z’n minst een sociale netwerkanalyse. Complexiteitstheorie en
-modellen zouden hier wellicht uitkomst hebben kunnen bieden, over hoe
bijvoorbeeld niet een hele maatschappij over een onderwerp hoeft te praten
om effect te hebben maar dat vooral een centrale of elitaire groep het
gesprek bepaalt. Het belang van elites in de economie of rolmodellen in het
verspreiden van verhalen zou hiermee mooi geïllustreerd kunnen worden, of
hoe groepen die in hun ‘eigen bubbel’ leven ook steeds meer hun eigen
economische verhaal creëren. Daarnaast komt hij met conclusies over
consumptiegedrag of spaarzaamheid die wellicht een openbaring zijn voor
‘finance’ collega’s maar de eerste beste socioloog had een directer en
beter verhaal kunnen vertellen door de werking van bijvoorbeeld sociale
normen te introduceren.
Conclusie
‘Narrative economics’ is een boek dat verschillend zal worden gelezen.
Lezers op zoek naar de ‘next big thing’ kunnen verleid worden om dit boek
als baanbrekend te zien. En laten we wel wezen het idee is prikkelend en
goed. Shiller weet met veel schwung zijn materiaal te verkopen. Maar wie
zijn bewijsmateriaal goed bekijkt, zal het boek terzijde leggen of wachten
op het echte werk. Het bewijs dat economische verhalen er toe doen wordt
niet gepresenteerd. En in feite wordt deze teleurstellende conclusie in het
slothoofdstuk ook met enige omslachtigheid onderkend. Het echte werk moet
nog verricht worden. En daarmee is dit boek een product van ongeduld.
* Dit is een uitgebreide versie van de bespreking die eerder is verschenen
in De Nederlandse Boekengids (2020).
Referenties:
Akerlof, G.A., en R.J. Shiller, 2009, Animal Spirits – How Human Psychology
Drives the Economy, and Why It Matters for Global Capitalism, Princeton
University Press, NJ.
Dalen, H.P. van (2016) Waarom 'A Christmas Carol' verplichte kost voor economen is. Me Judice, 12 december 2016.
Pechenick, E.A., C.M. Danforth,en P.S. Dodds (2015). Characterizing the Google Books corpus: Strong limits to inferences of socio-cultural and linguistic evolution. PloS one, 10(10).
Shiller, R. J. (2017). Narrative economics. American Economic Review, 107(4), 967-1004.
Shiller, R.J. (2019),
Narrative Economics – How Stories Go Viral and Drive Major Economic
Events
, Princeton University Press, New Jersey.
Te citeren als
Harry van Dalen, “De vermeende kracht van aanstekelijke verhalen”,
Me Judice,
29 mei 2020.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding:
Robert Shiller, Princeton Public Library.