Een nieuw voetbalstadion is ook niet alles

Onderwerp:
Een nieuw voetbalstadion is ook niet alles image
Stadion Feijenoord, door FeyenoordR'dam1908

Trekt een nieuw voetbalstadion meer toeschouwers dan wanneer het stadion niet was vervangen? Jesse Korevaar en Jan van Ours proberen in deze bijdrage een antwoord te vinden op die vraag door 50 jaar betaald voetbal te analyseren.

Inleiding

Af en toe wordt een voetbalstadion gerenoveerd of wordt een oud stadion vervangen door een nieuw stadion. Meestal betekent dit dat de stadioncapaciteit wordt uitgebreid met de bedoeling meer toeschouwers te trekken, maar dat is lang niet altijd het geval. Soms is de capaciteit van een nieuw stadion kleiner, maar zijn de faciliteiten verbeterd. Hierdoor kan een nieuw kleiner stadion alsnog meer toeschouwers trekken dan een oud groter stadion.

In de literatuur is er discussie over het vernieuwingseffect van een nieuw stadion (Pollard, 2002). Het idee is dat een nieuw stadion meer toeschouwers trekt omdat, naast de harde kern, ook nieuwsgierige toeschouwers worden verleid om een kijkje te komen nemen naar het nieuw comfort en de betere faciliteiten. Er is ook discussie of de effecten tijdelijk of permanent zijn. Howard en Crompton (2003) vinden bijvoorbeeld een daling van effecten na een eerste piek, alhoewel het aantal toeschouwers de eerste vijf jaar nog steeds groter is dan voor de stadion uitbreiding. Volgens Coates en Humphreys (2005) is er weinig systematisch onderzoek naar de omvang en de duur van de effecten van een nieuw stadion. Zelf vinden ze in sommige gevallen positieve effecten tot 10 jaar na de ingebruikname van het nieuwe stadion. Haugen et al. (2014) vinden bij onderzoek naar toeschouwersaantallen in Noorwegen een significant positief effect tot vijf jaar na de introductie van nieuwe stadions.

Het idee is dat een nieuw stadion meer toeschouwers trekt omdat, naast de harde kern, ook nieuwsgierige toeschouwers worden verleid om een kijkje te komen nemen naar het nieuw comfort en de betere faciliteiten.

Wat precies de capaciteit is van een stadion is ook een kwestie van definitie. Toen Spakenburg op 4 april 2023 thuis in de halve finale van de KNVB-beker tegen PSV speelde werd de capaciteit snel uitgebreid met tijdelijke tribunes tot 8.000. Vroeger was een tijdelijke uitbreiding niet ongebruikelijk, maar tegenwoordig komt het niet vaak voor. Ook hangt de capaciteit van een voetbalstadion soms af van het gebruik of de tegenstander. Bij risicowedstrijden wordt niet altijd het hele stadion gebruikt. Bij popconcerten kunnen er meer mensen in een stadion dan bij een voetbalwedstrijd.

50 jaar betaald voetbal in Nederland

We hebben de ontwikkelingen in toeschouwersaantallen en de invloed van stadioncapaciteit geanalyseerd over een periode van 50 jaar, te weten de seizoenen 1969/70 tot en met 2018/19. Daarin hebben we gekeken naar de 16 clubs die over die periode minstens 25 seizoenen in de Eredivisie hebben gespeeld. Tabel 1 geeft een samenvattend overzicht van deze clubs. Voor wat betreft de naam van de clubs nemen we de meest recente.[1]  Bij 11 clubs is een nieuw stadion in gebruik genomen met meestal daaraan gepaard gaand een naamsverandering. Bij de meeste clubs is de stadioncapaciteit aan het eind van de periode veel groter dan aan het begin, maar dat is niet bij alle clubs zo. Bij ADO Den Haag, Feyenoord, Go Ahead Eagles, NEC, Sparta en Willem II is de stadioncapaciteit (sterk) afgenomen. Van alle clubs hebben er slechts vier altijd deel uitgemaakt van de Eredivisie: Ajax, Feyenoord, PSV en FC Utrecht.

Tabel 1. Stadion capaciteit 1969/70-2018/19.

Noot: De namen van de stadions zijn die aan het begin en eind van de periode en zijn soms tussentijds veranderd.

Figuur 1 geeft een overzicht van de ontwikkeling van stadioncapaciteit en toeschouwersaantallen, gemiddeld over alle 16 clubs. De gemiddelde stadioncapaciteit is afgenomen tussen 1970 en 2000 van bijna 20.000 tot iets minder dan 15.000. Sindsdien is deze weer iets toegenomen tot bijna 17.000. Het gemiddeld aantal toeschouwers daalde tussen 1970 en eind jaren tachtig van ongeveer 10.000 naar 5.000 en is daarna weer toegenomen tot ongeveer 13.000 in 2010 om vervolgens (redelijk) constant te blijven. Voor de bezettingsgraad – toeschouwers als percentage van capaciteit – geldt dat deze tussen 1970 en 1990 is afgenomen van 50 naar 30 procent - en daarna is toegenomen tot ongeveer 75 procent.

Figuur 1. Toeschouwers en stadioncapaciteit, gemiddeld over 16 clubs 1969/70-2018/19 (x1000).

Appendix 1 geeft de gemiddelde ontwikkeling van stadioncapaciteit en toeschouwersaantallen voor elk van de 16 clubs afzonderlijk. Bij ADO Den Haag werd bijvoorbeeld de stadioncapaciteit verminderd van ruim 28.000 naar 11.000 vanwege een tribunebrand en het verwijderen van staanplaatsen. In 2007 werd de stadioncapaciteit uitbreid tot 15.000.

Analyse

Lange termijn ontwikkelingen in bezoekersaantallen in het professionele voetbal zijn geanalyseerd door Van Ours (2021). De belangrijkste conclusie was dat sociaaleconomische ontwikkelingen sterk correleren met fluctuaties in toeschouwersaantallen. We focussen hier op het effect van het in gebruik nemen van een nieuw stadion of een forse uitbreiding van de bestaande capaciteit. Om een kwantitatieve inschatting te kunnen maken moet er rekening gehouden worden met fluctuaties in de tijd die niet gerelateerd zijn aan veranderingen in stadioncapaciteit. Prestaties op het veld spelen een rol, evenals het spelen in de Eredivisie of Eerste Divisie. Hier komt bij dat de komst van een nieuw stadion niet noodzakelijkerwijs tot meer toeschouwers zal leiden.

Bij de meeste clubs met een nieuw stadion nemen we als start het jaartal van ingebruikname, weergegeven in Tabel 1. Bij NEC en FC Utrecht negeren we het nieuwe stadion omdat hier sprake was van een inkrimping en nagenoeg gelijkblijvende toeschouwersaantallen. Bij PSV bekijken we de gevolgen van een uitbreiding van de stadioncapaciteit die begon in 1996. De controlegroep bestaat uit Feyenoord, Go Ahead Eagles, NEC, FC Utrecht, Sparta Rotterdam en Willem II.

Figuur 2. Toeschouwers en stadioncapaciteit, 10 clubs met en 6 clubs zonder nieuw stadion 1969/70-2018/19 (x1000).

Figuur 2 laat zien dat de ontwikkeling van de toeschouwersaantallen in de twee groepen sterk vergelijkbaar is geweest met een hoger gemiddelde voor de controlegroep. De eerste drie kolommen van Tabel 2 geven de verschillen weer tussen de 16 clubs voor wat betreft de periode 2009/10 - 2018/19. Het gemiddelde aantal toeschouwers varieert van 50.000 voor Ajax en 45.000 voor Feyenoord tot 7.000 voor Go Ahead Eagles en Sparta Rotterdam. De stadioncapaciteit varieert ook sterk evenals de bezettingsgraad van een hoge 95 procent voor Feyenoord tot een lage 65 procent voor Roda JC.

Tabel 2. Toeschouwers, stadioncapaciteit en effecten uitbreiding stadion.

Het werken met een controlegroep houdt in dat we de ontwikkelingen voor deze clubs als maatgevend beschouwen voor de ontwikkelingen voor de andere clubs als hier geen veranderingen in de stadioncapaciteit hadden plaatsgevonden. In appendix 2 worden de resultaten van deze analyses weergegeven.[2]  De verschillen tussen clubs zijn duidelijk te zien. Bij Ajax, FC Twente en Vitesse nemen de toeschouwersaantallen sterk toe, bij de andere clubs is dit veel minder het geval. Bij Ajax en FC Twente het de uitbreiding een permanent effect, bij Vitesse verdwijnt de toename na een jaar of zes. Bij sommige clubs is het moeilijk af te lezen of er sprake is van een significante toename van het aantal toeschouwers, omdat in de periode vóór de stadionverandering het aantal toeschouwers werd onderschat. Voor alle clubs is daarom bekeken in hoeverre het gemiddeld aantal toeschouwers in de vijf jaar nà uitbreiding significant verschilde van het gemiddeld aantal toeschouwers in de vijf jaar vóór de uitbreiding. In de vierde kolom van Tabel 2 worden de resultaten weergegeven van deze analyse. Hieruit blijkt dat bij Ajax het aantal toeschouwers is toegenomen met ruim 20.000, bij Vitesse met 11.000, bij FC Twente met ruim 9.000, bij Heerenveen met ruim 6.000 en bij AZ met ruim 5.000. Bij de andere clubs is het aantal toeschouwers niet significant veranderd.

Conclusies

We hebben onderzocht of een nieuw stadion of een uitbreiding van een bestaand stadion invloed heeft op het aantal toeschouwers. Uit de analyses leren we of de komst van een nieuw stadion meer toeschouwers trekt dan er gekomen zouden zijn in vergelijking met de ontwikkeling van het aantal toeschouwers bij andere clubs. Die aanpak gaat voorbij aan de capaciteitsbeperkingen van het oude stadion. Als de bezettingsgraad van het oude stadion tegen de 100 procent was en de toeschouwersaantallen nemen over de hele linie toe, dan zou de club met het oude stadion hiervan niet hebben kunnen profiteren.

Dat er geen effecten worden gevonden voor sommige clubs wil niet zeggen dat uitbreiden of een nieuw stadion onbelangrijk is geweest. PSV bijvoorbeeld had over de periode 2009/10 – 2018/19 gemiddeld 33.000 toeschouwers per wedstrijd. Dat aantal had niet in het stadion – met capaciteit voor 26.500 – gepast als er geen uitbreiding had plaatsgevonden. Dat we voor PSV geen effect vinden betekent dat de toename van het aantal toeschouwers in lijn is met algemene ontwikkelingen in het Nederlandse voetbal en dat de uitbreiding van het stadion op zichzelf staand geen extra toeschouwers naar het stadion heeft gelokt.

Dat er geen effecten worden gevonden voor sommige clubs wil niet zeggen dat uitbreiden of een nieuw stadion onbelangrijk is geweest.

Andere voorbeelden zijn Ajax en Feyenoord. De capaciteit van het oude stadion van Ajax – De Meer – bedroeg 29.500. In seizoen 1995/96 bezochten gemiddeld 22.000 toeschouwers een Eredivisiewedstrijd van Ajax. In het eerste seizoen in hun nieuwe stadion was dit ruim 48.000; een toename van 26.000 dankzij het nieuwe stadion. In 2010/11 waren dat er 47.000; een toename van 25.000. Volgens onze schattingen bedroeg het effect van het nieuwe stadion van Ajax in 1996/97 25.000 en in 2010/11 16.000. Het effect van het nieuwe stadion is kleiner geworden in de loop der tijd omdat de toeschouwersaantallen in de controlegroep ook toegenomen zijn. Bij Feyenoord bijvoorbeeld bedroeg het gemiddeld aantal toeschouwers in 1996/97 27.000 en in 2010/11 42.000, een toename van 15.000. Die groei kwam tot stand zonder nieuw stadion. Groei van toeschouwersaantallen kan dus ook zonder een nieuw stadion - als de beschikbare capaciteit voldoende is. Maar, de bezettingsgraad die in 1996/97 nog maar 57 procent bedroeg was in 2010/11 opgelopen tot 90 procent en in het kampioensseizoen 2016/17 nagenoeg 100 procent. Het is daarom niet uit te sluiten dat een nieuw stadion extra toeschouwers naar De Kuip zou hebben getrokken.

Voetnoten


[1] Zie Van Ours (2021) voor een overzicht van veranderingen van namen van clubs sinds het begin van de Eredivisie.

[2] In de recente literatuur wordt veel aandacht besteed aan het modelleren van zogenaamde “staggered differences in differences” methoden. Bij bijvoorbeeld het did-imputation algorithme worden jaareffecten alleen geschat op gegevens van de controlegroep. Dat geeft echter geen wezenlijk andere resultaten.

Referenties

Coates, D. and B. R. Humphreys (2005). Novelty effects of new facilities on attendance at professional sporting events. Contemporary Economic Policy 23 (3), 436–455.

Haugen, K. K., A. Hervik, and H. Gammelsæter (2014). A regression that probably never should have been performed? The case of Norwegian top-league football attendance. I: European Journal of Sport Studies 2 (2), 61–71.

Howard, D. R. and J. L. Crompton (2003). An empirical review of the stadium novelty effect. Sport Marketing Quarterly 12 (2), 111–116.

Pollard, R. (2002). Evidence of a reduced home advantage when a team moves to a new stadium. Journal of Sports Sciences 20 (12), 969–973.

Van Ours, J. C. (2021). Common international trends in football stadium attendance. PLos ONE 16, e0247761.

Te citeren als

Jesse Korevaar, Jan van Ours, “Een nieuw voetbalstadion is ook niet alles”, Me Judice, 20 mei 2023.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Stadion Feijenoord, door FeyenoordR'dam1908

Downloads

Ontvang updates via e-mail