Kampioen
Voor Feyenoord-supporters is het leven een stuk aangenamer geworden sinds
aan het eind van het vorige voetbalseizoen het landskampioenschap kon
worden gevierd. De doorsneesupporter leeft nog voor een deel in de roes van
het vorige seizoen. Voor het elftal zelf is het nieuwe seizoen begonnen met
pieken en dalen. Ook in De Kuip speelt Feyenoord tot dusver minder goed dan
vorig seizoen.
Ajax en PSV hebben al jarenlang de hoogste begroting van de eredivisie. Dat
een club met de derde begroting kampioen wordt is bijzonder maar niet
uitzonderlijk. In 2009 werd AZ kampioen met een lagere begroting dan die
van Feyenoord, Ajax en PSV. In 2010 werd FC Twente kampioen met een budget
dat half zo groot was als dat van Ajax en PSV. Eerder hebben Martin van
Tuijl en ik laten zien dat er een positief maar imperfect verband is tussen
begroting en prestaties. In een tijd dat Feyenoord bijna niet dieper kon
zinken schreven we dat er nog hoop was voor Feyenoord (Van Ours en Van
Tuijl, 2010). Die hoop voor toekomstig succes van Feyenoord was gebaseerd
op de onvolmaaktheid van de relatie tussen sportief succes en financiële
middelen. Ook in het verleden werd Feyenoord af en toe kampioen met een
lagere begroting dan die van Ajax en PSV. We gaven aan dat bij een
gelijkblijvende relatieve begroting Feyenoord één keer in de zes tot zeven
jaar kampioen zou moeten worden. Vorig seizoen was het dan eindelijk zo
ver.
Toeval is logisch
Nu het seizoen 2016/17 langzaam achter de horizon verdwijnt, rijst de vraag
hoe het is gekomen dat Feyenoord kampioen werd. Voor een deel is het
toeval. Als Jeroen Zoet in de Kuip de bal tegen zijn borst maar niet achter
de doellijn had getrokken had Feyenoord gelijk gespeeld tegen PSV en was
Ajax kampioen geworden. Als de mannen van Excelsior in hun kleine stadion
met kunstgras Ajax niet op een gelijkspel hadden gehouden was Ajax kampioen
geweest. Enzovoorts, enzovoorts. Voor een deel berust het kampioenschap van
Feyenoord op toeval maar zoals Johan Cruijff ooit zei ‘toeval is logisch’.
Een mindere kwaliteit kan in thuiswedstrijden worden gecompenseerd door een groot en/of fanatieke thuispubliek.
Om het mysterie te ontrafelen heb ik de uitslagen in de afgelopen drie
seizoenen eredivisie onder de loep genomen en daarbij een opsplitsing
gemaakt tussen de kwaliteit van het team en het thuisvoordeel. De kwaliteit
van een team hangt af van de kwaliteit van de spelers die voor een
belangrijk deel wordt bepaald door hoeveel geld er uitgegeven kan worden.
Het gaat echter niet om geld alleen. Ook een goede trainer, een productieve
jeugdopleiding en een slim transferbeleid spelen een rol. Er zal een
duidelijke samenhang zijn tussen kwaliteit en financiële mogelijkheden maar
die is zoals eerder gezegd niet perfect. Daarnaast kan ook het
thuisvoordeel een rol spelen. Een mindere kwaliteit kan in thuiswedstrijden
worden gecompenseerd door een groot en/of fanatieke thuispubliek.
Bij de opsplitsing van resultaten in kwaliteit en thuisvoordeel heb ik
gebruik gemaakt van de methode van Clark en Norman (1995). Die is eenvoudig
toe te passen op gescoorde doelpunten en behaalde punten in thuis- en
uitwedstrijden. Hierbij maakt het niet zoveel uit of dit gebeurt op basis
van doelpunten of punten. Ik laat de uitkomsten van de methode zien op
basis van doelpunten met behulp van tabel 1 waarin de clubs worden
weergegeven volgens de eindrangschikking van de eredivisie in seizoen
2016/17. De eerste drie kolommen geven voor de thuiswedstrijden de
doelpunten voor en tegen weer plus het daaruit resterende doelsaldo.
Kolommen 4 tot 6 doen hetzelfde voor de uitwedstrijden. Dit is voldoende
informatie om het thuisvoordeel en de kwaliteit van elke club te berekenen.
Aangezien kwaliteit relatief is, is deze genormaliseerd zodanig dat de som
van de kwaliteitsindicatoren gelijk is aan nul.
Tabel 1 Rekenmethode toegepast op seizoen 2016/17
|
|
Thuiswedstrijden |
UItwedstrijden |
|
|
|
|
Doelpunten
|
|
Doelpunten
|
|
Thuis-
voordeel
|
Kwaliteit |
|
|
Voor |
Tegen |
Saldo
|
Voor |
Tegen |
Saldo
|
|
1
|
Feyenoord
|
56
|
11
|
45
|
30
|
14
|
16
|
1.33
|
1.24
|
2
|
Ajax
|
48
|
12
|
36
|
31
|
11
|
20
|
0.52
|
1.51
|
3
|
PSV
|
35
|
9
|
26
|
33
|
14
|
19
|
-0.04
|
1.48
|
4
|
FC Utrecht
|
28
|
17
|
11
|
26
|
21
|
5
|
-0.10
|
0.71
|
5
|
Vitesse
|
31
|
21
|
10
|
20
|
19
|
1
|
0.08
|
0.48
|
6
|
AZ
|
31
|
25
|
6
|
25
|
27
|
-2
|
0.02
|
0.31
|
7
|
FC Twente
|
28
|
22
|
6
|
20
|
28
|
-8
|
0.40
|
-0.04
|
8
|
FC Groningen
|
25
|
24
|
1
|
30
|
27
|
3
|
-0.60
|
0.63
|
9
|
sc Heerenveen
|
26
|
16
|
10
|
28
|
37
|
-9
|
0.71
|
-0.11
|
10
|
Heracles Almelo
|
32
|
21
|
11
|
21
|
34
|
-13
|
1.02
|
-0.35
|
11
|
ADO Den Haag
|
22
|
21
|
1
|
15
|
38
|
-23
|
1.02
|
-0.91
|
12
|
Excelsior
|
27
|
25
|
2
|
16
|
35
|
-19
|
0.83
|
-0.68
|
13
|
Willem II
|
17
|
22
|
-5
|
12
|
22
|
-10
|
-0.17
|
-0.12
|
14
|
PEC Zwolle
|
19
|
28
|
-9
|
20
|
39
|
-19
|
0.15
|
-0.64
|
15
|
Sparta
|
24
|
24
|
0
|
18
|
37
|
-19
|
0.71
|
-0.67
|
16
|
N.E.C.
|
21
|
26
|
-5
|
11
|
33
|
-22
|
0.58
|
-0.83
|
17
|
Roda JC
|
17
|
18
|
-1
|
9
|
33
|
-24
|
0.96
|
-0.96
|
18
|
G.A. Eagles
|
20
|
35
|
-15
|
12
|
38
|
-26
|
0.21
|
-1.03
|
|
|
|
|
130 |
|
|
-130 |
7.65 |
0.00 |
De berekening van thuisvoordeel en kwaliteit per club in termen van
doelpunten gaat als volgt. In totaal scoorden de clubs in thuiswedstrijden
130 doelpunten meer dan ze doelpunten scoorden in uitwedstrijden. Omdat de
thuiswedstrijd voor de ene club de uitwedstrijd voor de tegenstander is
bedroeg het totale doelsaldo in uitwedstrijden logischerwijs -130. Omdat
iedere club 17 thuiswedstrijden speelt bedraagt over het hele seizoen
genomen het gemiddelde thuisvoordeel per wedstrijd 130/17 = 7.65 doelpunt.
Feyenoord had een positief doelsaldo in thuiswedstrijden van 45 en in
uitwedstrijden van 16. In thuiswedstrijden was het doelsaldo dus 29 groter
dan in uitwedstrijden. Om het specifieke thuisvoordeel van Feyenoord te
bepalen moet het gemiddelde van 7.65 hiervan worden afgetrokken en het
resterende aantal van 21.35 (= 29-7.65) moet vanwege de normalisering
worden gedeeld door 16. Het thuisvoordeel van Feyenoord is dan 1.33
doelpunt. De kwaliteit van Feyenoord kan vervolgens berekend worden als het
doelsaldo in de thuiswedstrijden minus het totale thuisvoordeel gedeeld
door het totaal aantal clubs (45-17*1.33)/18 = 1.24. De berekeningen voor
de overige clubs gaan op dezelfde manier. De uitkomsten zijn weergegeven in
de laatste twee kolommen van tabel 1.
Figuur 1: Relatie tussen begroting en kwaliteit; eredivisie
2014/15-2016/17
Dezelfde berekeningen heb ik ook gemaakt voor de seizoenen 2014/15 en
2015/16. Voor de drie seizoenen zijn de uitkomsten van de berekeningen
weergegeven in figuren 1 en 2. Figuur 1 geeft de relatie weer tussen de
begrotingen van de 18 clubs in de drie seizoenen en de gemeten kwaliteit.
Er is een duidelijk positief verband dat niet perfect is. In de seizoenen
dat PSV kampioen werd had de club ook de hoogste kwaliteit. Opvallend is
dat in het seizoen 2016/17 Feyenoord niet de hoogste kwaliteit had. Ajax
had in dat seizoen de hoogste kwaliteit gevolgd door PSV en daarna pas
Feyenoord. Waarom werd Feyenoord dan toch kampioen? Dat moet dan het
thuisvoordeel zijn.
Figuur 2 Relatie tussen thuisvoordeel en gemiddeld aantal toeschouwers
per wedstrijd
Figuur 2 geeft de relatie weer tussen het gemiddeld aantal toeschouwers per
wedstrijd en het berekende thuisvoordeel. Er is niet echt een duidelijk
verband aanwezig. Ook clubs met een gering aantal toeschouwers hebben soms
een groot thuisvoordeel. Ook hier kan toeval een rol hebben gespeeld. Bij
de klassieke top-3 zijn de verschillen in thuisvoordeel afhankelijk van het
seizoen. In het seizoen 2014/15 had PSV het grootste thuisvoordeel en
Feyenoord het kleinste. In 2015/16 en 2016/17 had Feyenoord het grootste
thuisvoordeel. Voor het laatste seizoen geldt dat het thuisvoordeel van
Feyenoord kennelijk voldoende groot was om de lagere kwaliteit te
compenseren.
Thuisvoordeel maakte Feyenoord kampioen
Om een lang verhaal kort te maken. Feyenoord is in het seizoen 2016/17
kampioen geworden niet omdat de club kwalitatief het sterkste was maar
omdat ten opzichte van de directe concurrenten het thuisvoordeel voldoende
groot was om het kwaliteitsverschil te compenseren. In De Kuip behaalde
Feyenoord verhoudingsgewijs meer punten dan PSV en Ajax in hun
thuiswedstrijden behaalden. Daar is volgens mij een eenvoudige verklaring
voor: de steun van het thuispubliek. De fanatieke achterban kan verlammend
werken op sommige spelers. Vorig seizoen was daarvan geen sprake en gaf de
steun van het thuispubliek het team vleugels. Het legioen maakte Feyenoord
kampioen.
Referenties:
Clarke, S. R. and Norman, J. M., 1995, Home ground advantage of individual clubs in English soccer. The Statistician, 44, 509-521.
Ours, J.C. van, en M.A. van Tuijl, 2010, Geld is belangrijk, maar nietalles bepalend: hoop voor Feyenoord, Me Judice, 7 mei 2010.
Te citeren als
Jan van Ours, “Het legioen maakte Feyenoord in 2017 kampioen”,
Me Judice,
16 oktober 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘De Kuip’ van Jeremy (CC BY 2.0).