De NAVO
Het relatieve aandeel van defensie schommelde in de Koude-oorlog-jaren voor de meeste NAVO-landen in procenten van het Bruto Binnenlands Product (BBP) rond de 3% (Gradus, 2022).
Sinds de val van de Berlijnse muur in 1989 lijkt het militaire belang van de NAVO te zijn afgenomen. Veel lidstaten, en ook Nederland, gaven minder uit aan defensie. Nederland gaf op het dieptepunt in 2014 slechts 1,2% van haar BBP aan defensie uit. De NAVO is sindsdien in een transformatiefase, waarin nieuwe taken zoals bestrijding van terrorisme en proliferatie op de agenda zijn gekomen. Het verhogen van de defensie uitgaven werd in 2014 ingezet door de annexatie van de Krim door Rusland en de terreurdreiging vanuit IS. Tijdens de NAVO-top in Wales kwamen de lidstaten overeen om binnen uiterlijk tien jaar tenminste 2% van het BBP te besteden aan defensie.
Achtergrond NAVO
|
In 1949 werd door 12 landen de Noord-Atlantische verdragsorganisatie (NAVO) opgericht. Dit zijn België, Canada, Denemarken, Frankrijk, IJsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Later kwamen daar Turkije en Griekenland (1952), West- Duitsland (1955) en Spanje (1982) bij. Na de val van de Berlijnse muur sloten Tsjechië, Polen en Hongarije zich aan in 1999, evenals Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Slovenië, Roemenië en Bulgarije (2004), Kroatië en Albanië (2009), Montenegro (2017) en Noord-Macedonië (2020). Na de Russische inval in Oekraïne in februari 2022 traden Finland en Zweden in respectievelijk 2023 en 2024 toe. Het bondgenootschap bestaat momenteel uit 32 landen. Het militair verdrag regelt wederzijdse verdediging en samenwerking van de aangesloten westerse landen. Dit gebeurde aanvankelijk vooral als tegenkracht tegen de communistische landen van het Warschaupact. |
Negen landen haalden de 2%-norm niet
Medio 2024 meldde de NAVO dat in 2024 23 landen de norm om tenminste 2% van het BBP te besteden aan defensie haalden. Dit is aanzienlijk meer dan in eerdere jaren. Nadat in 2022 slechts 7 landen 2 of meer procenten BBP uitgaven aan defensie was dit in 2023 10. Ook Nederland laat een aanzienlijke versnelling zien. In 2015 bedroegen de defensie-uitgaven €8 miljard. In 2024 zijn de defensie gestegen naar € 21,4 miljard. Bijna een verdrievoudiging ten opzichte van 2015 en voor het eerst sinds het einde van de Koude-oorlog volgens de NAVO meer dan 2% BBP.
In figuur 1 zijn op basis van de gegevens van de NAVO de defensiequota in 2024 weergegeven.[1] Daarbij wordt uitgegaan van een raming van de defensie uitgaven en een deflator (uit 2015) en zou Nederland met 2,05% BBP de norm halen.
Figuur 1. Defensie uitgaven NAVO-landen in % BBP (2024).

Er zijn negen landen (waaronder Italië, België en Spanje) die de huidige NAVO-norm niet halen. Opvallend is de positie van Italië, met sinds 2022 een rechts populistische premier Meloni aan het roer, die onlangs nog Trump bezocht in Mar-a-Lago en aanwezig was op zijn inauguratie. Zij geeft aan meer in defensie te willen besteden, maar dat de Europese regels van het Stabiliteits- en Groeipact een sta in de weg zijn. Algemeen bekend is de slechte staat van de Italiaanse overheidsfinanciën, met een overheidsschuld die dit jaar naar verwachting 140% van het BBP zal bedragen, de hoogste ratio in Europa na Griekenland. Overigens zit het probleem eerder in het te hoge Italiaanse begrotingstekort van 4,3% BBP. Meloni lijkt deze discussie aan te grijpen om een discussie over de prioriteitstelling op haar begroting te ontwijken.
De gap naar een 3%-norm
Nog voordat hij was aangetreden stelde Donald Trump dat NAVO-landen 5% van hun bbp aan defensie moeten uitgeven. Dit is ruim 1,5% hoger dan het huidige Amerikaanse niveau en moet niet als realistisch worden gezien. Politiek lijkt het vooral een schot voor de boeg voor een nieuwe norm. Een discussie die overigens in Den Haag tijdens de top dit aankomende voorjaar beslecht moet worden. Er circuleren ook andere normen, zoals 3,7% die door NAVO-baas Rutte gesuggereerd in een recente gedachtewisseling met het Europarlement. D66-leider Rob Jetten wil dat de norm naar 3% wordt opgehoogd en koppelt dit aan hogere belastingen. Mocht 3% de nieuwe norm worden dan zijn er nu vijf landen (VS, Polen, Estland, Griekenland en Letland) die dit halen. Dit is vergelijkbaar met 2014 toen slechts 3 landen (VK, VS en Griekenland) 2 of meer procenten BBP uitgaven aan defensie (Gradus, 2024). Overigens is niet te verwachten dat nu weer 10 jaar wordt uitgetrokken voor overbrugging naar deze nieuwe norm. Een dergelijk engelengeduld zal Trump waarschijnlijk niet kunnen opbrengen.
Naast toetsing aan de 3%-norm is relevant, welke BBP-gap landen moeten overbruggen om aan de norm te voldoen. In tabel 1 is dit voor de NAVO-landen in kaart gebracht (zowel in % BBP als in miljarden dollars).
Tabel 1. Gap om aan 3%-norm te voldoen.

Duitsland heeft een aanzienlijke gap te overbruggen van bijna $40 miljard en Canada en Italië $35 miljard.[2] Nederland en België zullen beiden structureel met $11 miljard de defensie-uitgaven moeten verhogen om tot 3% te komen. Voor België is de inspanning in procenten BBP uiteraard hoger. In totaal gaat het om $254 miljard voor 27, vooral Europese, landen. Ook in de wetenschap dat de defensie-industrie nu al op volle capaciteit draait, lijkt dit op de korte termijn een moeilijk te realiseren inspanning. Dit betekent dat het in ieder geval een aantal jaren zou duren, voordat deze norm bereikt wordt.
Bij een norm van 3,7% dient er een extra bedrag van $ 510 miljard jaarlijks besteed te worden aan defensie. Dit is bijna de helft van de huidige defensie-inspanningen van alle NAVO-landen en lijkt economisch gezien de materiaaltekorten en vergrijzing in vooral West-Europese landen amper haalbaar.
Volgens de tweede norm waartoe in Wales werd besloten dienen NAVO- lidstaten tenminste 20% van hun defensie uitgaven te besteden aan investeringen/aankopen van materieel. Uit figuur 2 blijkt dat bijna alle leden aan deze NAVO-norm voldoen.
Figuur 2. Investeringsaandeel defensie uitgaven NAVO-landen in % (2024).

Alleen Canada en België voldoen niet aan de investeringsnorm. Zij besteden respectievelijk 18,6% en 15,2% aan investeringen. De investeringsuitgaven laten een versnelling zien, waar de (reële) defensie-uitgaven met 17,9% stegen tussen 2024 en 2023 is dit voor investeringsuitgaven 36,9%. Daarom ligt het in de lijn der verwachting dat als Canada en België extra gaan uitgeven aan defensie en ook zij aan deze norm voldoen.
Norm alleen haalbaar bij prioriteitsstelling
Een vraag is wat er vooruitlopend op de discussie over een nieuwe norm in de Voorjaarsnota wordt afgesproken. Minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken nam onlangs een voorschot op deze discussie door te pleiten voor een verhoging van de huidige NAVO-norm. Volgens de defensiebegroting bedragen de (geraamde) uitgaven in 2024 €21,4 miljard en in 2025 €22,1 miljard.[3] Dit zijn ook de bedragen die de NAVO in haar toetsing heeft opgenomen. Volgens de SG van Defensie heeft Nederland in 2024 20 miljard uitgegeven aan Defensie.[4] Dit betekent dat vorig jaar de norm niet gehaald is, maar “volgend jaar gaan we daadwerkelijk naar de 2%”. Het laatste is allerminst zeker.[5] Vooral bij personeel is onderuitputting, omdat het vervullen van de vacatures moeilijk is. Defensie geeft aan dat er nu 4.000 vacatures zijn vooral in de militaire hoek.
Sommigen leggen een koppeling tussen een hogere NAVO-norm en een heractivering van de dienstplicht. Echter ook dit lijkt weinig realistisch en economisch onverstandig. Herinvoering van de dienstplicht vergt dat er weer kazernes en ook opleidingsinstructeurs moeten komen. Dit zal de spanningen op de arbeids- en de woningmarkt verder aanjagen. Ook zal dit het verdienvermogen van Nederland aantasten, omdat dit jonge arbeidskrachten onttrekt aan een al krappe arbeidsmarkt.
Voorts is het niet verstandig om zoals D66-leider Jetten voorstelt om financiering van extra defensie-uitgaven via een belastingverhoging te laten plaatsvinden. Dit zal de spanning op de arbeidsmarkt niet verminderen. Om de spanning op de arbeidsmarkt te laten afnemen, is het van belang om de extra uitgaven aan defensie de komende jaren in te vullen met bezuinigen op de niet defensie-uitgaven. Extra defensie uitgaven moeten samengaan met wat we elders niet doen.
Voetnoten
[1] IJsland is niet in de figuur opgenomen. Hoewel IJsland lid is van de NAVO, heeft het geen eigen krijgsmacht.
[3] Zie Rijksfinancien Overigens loopt een beperkt deel van deze defensie-uitgaven via de begroting van Buitenlandse Zaken. Dit gaat om circa 120 miljoen aan NAVO-contributie.
[4]Zie zijn LinkedIn-post n.a.v. de begrotingbehandeling.
[5]Ook is het twijfelachtig of je de militaire uitgaven aan Oekraïne (circa 0,25% bbp in 2025) mag meenemen bij de toetsing aan de NAVO norm. Naar verluidt zijn Nederland en Duitsland twee NAVO-landen die dit doen.
Referenties
Raymond Gradus, “Nederland moet zo snel als mogelijk aan NAVO-norm voldoen”, Me Judice, 28 februari 2022.
Raymond Gradus, “Ondanks de oorlog in Oekraïne zijn veel landen nog ver verwijderd van de NAVO-norm van 2%”, Me Judice, 12 februari 2024.
NATO (2024), Defence Expenditure of NATO Countries (2014-2024). Press Release 12 June.
Te citeren als
Raymond Gradus, “Het verhogen van de NAVO-norm is gemakkelijker gezegd dan gedaan”,
Me Judice,
27 januari 2025.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Boeing AH-64 Apache - RNLAF - Vliegbasis Gilze-Rijen. Door
Frans Berkelaar.