Verantwoordelijke pensioenfondsen
Pensioenfondsen zouden meer ‘verantwoordelijkheid’ moeten nemen om Nederlandse beursfondsen te beschermen tegen vijandige buitenlandse overnames, stelden experts onlangs tijdens een Tweede Kamerhoorzitting. Dat is een nogal kortzichtige stellingname. Captains of industry die de politiek aansporen om pensioenfondsen meer te laten beleggen in Nederlandse beursfondsen, preken voor eigen parochie. En ze negeren bovendien een aantal belangrijke feiten, zoals de noodzaak van spreiding in assets en regio’s om risico’s te kunnen beheersen.
Captains of industry die de politiek aansporen om pensioenfondsen meer te laten beleggen in Nederlandse beursfondsen, preken voor eigen parochie.
De nogal emotionele oproep gaat bovendien voorbij aan het feit dat van de
totale Nederlandse pensioenpot van € 1.300 miljard al zo’n 15% - ofwel
circa € 200 miljard - in de Nederlandse economie is belegd. Dit is
aanzienlijk meer dan het gewicht van Nederland in de wereldeconomie. Die €
200 miljard euro zitten onder andere in Nederlandse beursfondsen en ondernemingen, in
infrastructuur, hypotheken, onderwijs of vastgoed. Die beleggingen zijn
vooral bedoeld om een zo hoog mogelijk rendement te genereren gegeven het
risicobudget; niet om agressieve partijen buiten de deur te houden.
Pensioenfondsen zijn immers eerder beleggers dan investeerders. Hun
opdracht is het lange termijn-rendement voor de pensioendeelnemer, in
plaats van een korte termijn winstmaximalisatie. Politici en (ex-)CEO’s
zullen dus moeten accepteren dat we in een open economie zitten en het plaatsen van hekjes om de BV Nederland met pensioengeld plaatst ons een aantal stappen
terug in de tijd.
Quick Dollar
AkzoNobel zocht onlangs met succes in de rechtszaal bescherming tegen een
buitenlandse overname; bij Unilever riepen aandeelhouders (waaronder de
metaalfondsen PME en PMT) het bedrijf via een publieke oproep op om vast te
houden aan duurzaamheid als belangrijkste pijler in de bedrijfsvoering, en
niet te zwichten voor ‘the quick dollar’.
De roep om aanvullende beschermingsmogelijkheden werd vervolgens door
sommige experts aangegrepen voor een aanval op de Nederlandse
pensioenfondsen. Die zouden gedwongen moeten worden meer te beleggen in de
lokale markt, bij voorkeur via uitbreiding van de posities in Nederlandse
beursfondsen of via een nationaal beleggingsfonds (sovereign wealth fund)
naar Noors en Arabisch voorbeeld. In dat sovereign wealth fund zouden de
overheid en de Nederlandse pensioenfondsen beiden moeten participeren. Maar
dit type fonds wordt traditioneel beheerd door de overheid, die daarmee de
regie voert in het beleggingsbeleid. En daar loopt de optie al vast:
pensioengeld is van de deelnemer, niet van de staat.
Hoogleraar Jaap Winter (VU Amsterdam) vindt daarnaast dat de overheid
alleen al vanwege de fiscale voordelen in het pensioenstelsel het recht
heeft zich te bemoeien met het beleggingsbeleid. Maar ook die claim kan
niet standhouden. Pensioenfondsen zijn privaatrechtelijke instellingen van
sociale partners, ten behoeve van de deelnemers in pensioenregelingen. De
enigen die wensen en rechten kunnen leggen op het beleggingsbeleid voor hun
premies en toekomstige uitkering, zijn zij.
Fiduciaire plicht
Pensioenfondsen hebben primair een maatschappelijk doel en een fiduciaire
plicht. Binnen de relatief beperkte risicoruimte is een hoog en stabiel
rendement het belangrijkste doel. Uitbreiding van de beleggingen in
Nederlandse beursfondsen gaat ten koste van de spreiding in de
portefeuille.
Een prudent risicomanagement, en biedt geen ruimte voor de inzet van pensioengeld als Eerste Hulp bij Overnamedreiging.
Pensioenfondsen houden in hun beleggingsbeleid vrijwel allemaal strikte
criteria aan bij de selectie van ondernemingen of fondsen. Zo wordt elke
beleggingsoptie op ESG-doelen (Environmental, Social, Governance) getoetst, worden concrete en meetbare
CO2-reducties afgesproken, worden steeds meer ‘impact investments’
geselecteerd die tot doel hebben klimaat en leefomgeving substantieel te
verbeteren. Sinds een aantal jaren stellen pensioenfondsen zich als
aandeelhouders ook steeds actiever op, om deze doelen te promoten. Daardoor
draagt pensioengeld daadwerkelijk bij aan een betere wereld en een zekerder
toekomst, ook als het gaat om stabiele performance en financiële
robuustheid van ondernemingen.
Dat is dus een totaal andere verantwoordelijkheid als aandeelhouder dan het
simpelweg tegenhouden van overnames. De invloed die een pensioenfonds heeft
als aandeelhouder gaat er primair om of, met inachtneming van de ESG-doelen, de financiële gezondheid van een belegging risico-gewogen, optimaal
en stabiel is. Immers: alle onderzoeken onder deelnemers wijzen uit dat
deelnemers rendement en daarmee een hogere en stabiele pensioenuitkering
nog steeds het belangrijkst vinden. Dat vereist een prudent
risicomanagement, en biedt geen ruimte voor de inzet van pensioengeld als
Eerste Hulp bij Overnamedreiging.
* Een bewerkte versie van dit artikel verscheen in het Financieele Dagblad
van 27 juni 2017 onder de titel “Pensioengeld kan niet als bescherming
dienen tegen buitenlandse kopers”.
Te citeren als
Roel Beetsma, René van de Kieft, “Pensioengeld geen firewall tegen buitenlandse overnames”,
Me Judice,
28 juni 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Android Firewall’ van Uncalno Tekno (CC BY 2.0).