Energieagenda
Voor de volgers van de energietransitie bood de laatste maand van 2016 een
verwarrend schouwspel. Eerst verscheen de Energieagenda van het kabinet,
die bijval kreeg maar ook kritiek. Vervolgens was er een doorbraak bij de
aanbesteding van een windpark op de Noordzee. Ten slotte werd er in de
laatste week van december teruggekeken en vooruitgeblikt, met grote
meningsverschillen over de stand van de energietransitie.
Op 7 december stuurde minister Henk Kamp (Economische Zaken) de
Energieagenda naar de Tweede Kamer. In 2013 had het kabinet met 47 partijen
het Energieakkoord gesloten, met daarin afspraken die lopen tot 2023. In
2015 had Nederland zich gebonden aan het klimaatakkoord van Parijs, met
daarin afspraken over een drastische beperking van de CO2
-uitstoot naar bijna 0 in 2050. De Energieagenda geeft aan hoe Nederland
vanaf 2023 in een geleidelijk tempo groeit naar een CO2-arme
economie in 2050.
De fracties in de Tweede Kamer reageerden opvallend gemengd op de
Energieagenda. De VVD was voorspelbaar positief: “groenste kabinet ooit”.
Coalitiegenoot PvdA verrassend negatief: “een volstrekt ambitieloos
verhaal”. De SP ronduit positief: “de duurzame revolutie is echt begonnen.”
D66 voornamelijk negatief: “oude wijn in nieuwe zakken”; deze fractie miste
vooral het sluiten van de kolencentrales: “er zit een groot gat in de
energieagenda van minister Kamp”. GroenLinks optimistischer: “stapjes in de
goede richting”. De PVV: “duurzaamheidsgedram,” wat zou leiden tot “een
economische ramp”.
Drie conclusies dringen zich op: (1) de politieke verdeeldheid is zo groot
dat deze agenda niet de basis kan vormen voor het beleid van de komende
tijd; (2) die basis moet worden gelegd tijdens de onderhandelingen over een
regeerakkoord na de verkiezingen van 15 maart; (3) bij die onderhandelingen
is een hoofdrol weggelegd voor de vraag of de vijf kolencentrales in
Nederland open mogen blijven of dicht moeten.
Goedkope windenergie
Ondertussen, Energieagenda of niet, ging de wereld gewoon door. Op 12
december maakte minister Kamp bekend dat het tweede grote windpark voor de
kust van Zeeland aangelegd zal worden door een coalitie bestaande uit
Shell, Van Oord, Eneco en Mitsubishi/DGE. Die coalitie had de competitie
verslagen met een subsidieprijs van slechts 5,54 cent per kilowattuur, een
nieuw record.
Dat betekende, meldde de minister trots, dat de komende jaren voor dit
windpark 300 miljoen euro subsidie nodig is, terwijl er oorspronkelijk op
vijf miljard euro was gerekend. Naast de twee windparken in de Zeeuwse
wateren zijn er verderop in de Noordzee nog drie gepland. Deze vijf
windparken moeten uiterlijk in 2023 in bedrijf zijn. Elk van die vijf zal
dan 700 megawatt opwekken, waarmee in totaal vijf miljoen huishoudens van
elektriciteit worden voorzien.
Ook in andere opzichten was dit spectaculair nieuws. Minister Kamp rekende
voor dat het louter een kwestie van tijd is tot windenergie kan concurreren
met fossiele brandstoffen: “Als de ontwikkeling van de elektriciteitsprijs
doorzet zoals verwacht, hebben we 7,5 jaar na aanleg helemaal geen subsidie
meer nodig voor stroomopwekking door wind op zee.” De energietransitie, zo
suggereerde Kamp, liep nog beter dan voorspeld in de Energieagenda.
Verdergaande maatregelen
Ook op deze boodschap werd in de laatste week van het jaar uiteenlopend
gereageerd. Op 22 december schreven Pier Vellinga, Roebyem Anders en Jan
Terlouw op de opiniepagina van de Volkskrant een
genuanceerde beschouwing over de Energieagenda. Zij wezen op de “zuinige
politieke reacties” die deze agenda ten deel was gevallen, terwijl zij zelf
juist “aangenaam verrast” waren “hoe diep de ernst van de klimaatsituatie
tot het kabinet is doorgedrongen.” Toch meenden zij dat de Energieagenda
niet ver genoeg ging, en pleitten zij voor twee nieuwe maatregelen: een
nationale CO2-belasting en sluiting van de kolencentrales.
Het jaar werd afgesloten door Eneco-bestuursvoorzitter Jeroen de Haas. Hij
werd uitgebreid geïnterviewd in NRC Handelsblad van 30 december.
De transitie van fossiele naar duurzame energie bevindt zich volgens De
Haas op een keerpunt: “Alle seinen staan op groei. De productie van groene
energie is de snelst groeiende industrie in de wereld. Het tij is
definitief gekeerd, het perspectief is groots.” Maar over kolencentrales
liet De Haas zich niet uit. Dat wordt dus inderdaad een kluif voor het
volgende kabinet.
Te citeren als
Ruud Lubbers✝, Paul van Seters, “Sluiten kolencentrales zaak voor volgend kabinet”,
Me Judice,
18 januari 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
Windmolens’ van Piet en Anneke Admiraal (
CC BY-NC-ND 2.0)