Sluiten kolencentrales zaak voor volgend kabinet

Onderwerpen:
molens op zee
Afbeelding ‘Windmolens’ van Piet en Anneke Admiraal (CC BY-NC-ND 2.0)
Gezien de huidige politieke verdeeldheid moet de basis voor de uitvoering van de Energieagenda worden gelegd bij de onderhandelingen over een nieuw regeerakkoord na de verkiezingen van maart. Bij die onderhandelingen is een hoofdrol weggelegd voor de vraag of de vijf kolencentrales open mogen blijven, stellen Ruud Lubbers en Paul van Seters.

Energieagenda

Voor de volgers van de energietransitie bood de laatste maand van 2016 een verwarrend schouwspel. Eerst verscheen de Energieagenda van het kabinet, die bijval kreeg maar ook kritiek. Vervolgens was er een doorbraak bij de aanbesteding van een windpark op de Noordzee. Ten slotte werd er in de laatste week van december teruggekeken en vooruitgeblikt, met grote meningsverschillen over de stand van de energietransitie.

Op 7 december stuurde minister Henk Kamp (Economische Zaken) de Energieagenda naar de Tweede Kamer. In 2013 had het kabinet met 47 partijen het Energieakkoord gesloten, met daarin afspraken die lopen tot 2023. In 2015 had Nederland zich gebonden aan het klimaatakkoord van Parijs, met daarin afspraken over een drastische beperking van de CO2 -uitstoot naar bijna 0 in 2050. De Energieagenda geeft aan hoe Nederland vanaf 2023 in een geleidelijk tempo groeit naar een CO2-arme economie in 2050.

De fracties in de Tweede Kamer reageerden opvallend gemengd op de Energieagenda. De VVD was voorspelbaar positief: “groenste kabinet ooit”. Coalitiegenoot PvdA verrassend negatief: “een volstrekt ambitieloos verhaal”. De SP ronduit positief: “de duurzame revolutie is echt begonnen.” D66 voornamelijk negatief: “oude wijn in nieuwe zakken”; deze fractie miste vooral het sluiten van de kolencentrales: “er zit een groot gat in de energieagenda van minister Kamp”. GroenLinks optimistischer: “stapjes in de goede richting”. De PVV: “duurzaamheidsgedram,” wat zou leiden tot “een economische ramp”.

Drie conclusies dringen zich op: (1) de politieke verdeeldheid is zo groot dat deze agenda niet de basis kan vormen voor het beleid van de komende tijd; (2) die basis moet worden gelegd tijdens de onderhandelingen over een regeerakkoord na de verkiezingen van 15 maart; (3) bij die onderhandelingen is een hoofdrol weggelegd voor de vraag of de vijf kolencentrales in Nederland open mogen blijven of dicht moeten.

Goedkope windenergie

Ondertussen, Energieagenda of niet, ging de wereld gewoon door. Op 12 december maakte minister Kamp bekend dat het tweede grote windpark voor de kust van Zeeland aangelegd zal worden door een coalitie bestaande uit Shell, Van Oord, Eneco en Mitsubishi/DGE. Die coalitie had de competitie verslagen met een subsidieprijs van slechts 5,54 cent per kilowattuur, een nieuw record.

Dat betekende, meldde de minister trots, dat de komende jaren voor dit windpark 300 miljoen euro subsidie nodig is, terwijl er oorspronkelijk op vijf miljard euro was gerekend. Naast de twee windparken in de Zeeuwse wateren zijn er verderop in de Noordzee nog drie gepland. Deze vijf windparken moeten uiterlijk in 2023 in bedrijf zijn. Elk van die vijf zal dan 700 megawatt opwekken, waarmee in totaal vijf miljoen huishoudens van elektriciteit worden voorzien.

Ook in andere opzichten was dit spectaculair nieuws. Minister Kamp rekende voor dat het louter een kwestie van tijd is tot windenergie kan concurreren met fossiele brandstoffen: “Als de ontwikkeling van de elektriciteitsprijs doorzet zoals verwacht, hebben we 7,5 jaar na aanleg helemaal geen subsidie meer nodig voor stroomopwekking door wind op zee.” De energietransitie, zo suggereerde Kamp, liep nog beter dan voorspeld in de Energieagenda.

Verdergaande maatregelen

Ook op deze boodschap werd in de laatste week van het jaar uiteenlopend gereageerd. Op 22 december schreven Pier Vellinga, Roebyem Anders en Jan Terlouw op de opiniepagina van de Volkskrant een genuanceerde beschouwing over de Energieagenda. Zij wezen op de “zuinige politieke reacties” die deze agenda ten deel was gevallen, terwijl zij zelf juist “aangenaam verrast” waren “hoe diep de ernst van de klimaatsituatie tot het kabinet is doorgedrongen.” Toch meenden zij dat de Energieagenda niet ver genoeg ging, en pleitten zij voor twee nieuwe maatregelen: een nationale CO2-belasting en sluiting van de kolencentrales.

Het jaar werd afgesloten door Eneco-bestuursvoorzitter Jeroen de Haas. Hij werd uitgebreid geïnterviewd in NRC Handelsblad van 30 december. De transitie van fossiele naar duurzame energie bevindt zich volgens De Haas op een keerpunt: “Alle seinen staan op groei. De productie van groene energie is de snelst groeiende industrie in de wereld. Het tij is definitief gekeerd, het perspectief is groots.” Maar over kolencentrales liet De Haas zich niet uit. Dat wordt dus inderdaad een kluif voor het volgende kabinet.

Te citeren als

Ruud Lubbers✝, Paul van Seters, “Sluiten kolencentrales zaak voor volgend kabinet”, Me Judice, 18 januari 2017.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding ‘Windmolens’ van Piet en Anneke Admiraal (CC BY-NC-ND 2.0)

Ontvang updates via e-mail