Economen zijn het oneens
Tegenwoordig is het standaardantwoord van premier Rutte en zijn ministers op de vraag waarom zij geen structurele hervormingen doorvoeren steevast: “De
economen zijn het altijd oneens over het beleid”. Klopt dit antwoord wel en hoe is dit beeld in het publieke debat ontstaan? Dan moeten wij beginnen met
het bepalen wie wij tot de ‘economen’ moeten rekenen. Ik zelf reken daartoe niet de schare van (financieel) geografen, politicologen, sociologen en andere
maatschappijwetenschappers die niet gehinderd door enige kennis van zaken in de media boute uitspraken doen over economie.
Economie is tegenwoordig net als voetbal, iedereen denkt dat die er verstand van heeft. Je zou toch zeggen dat enige basisvorming aan een hogeschool of
universiteit geen overbodige luxe is bij het doen van uitspraken over economische vraagstukken. In het kabinet Rutte II zit welgeteld maar een econoom:
minister Dijsselbloem van Financiën. Dat kunnen wij ook wel merken aan de kwaliteit van het beleid.
Echt waar?
Verder valt het wel mee met de onenigheid onder de topeconomen. De welbekende website MeJudice.nl houdt elke maand een enquête onder de 60 Nederlandse
topeconomen over een belangrijk economisch vraagstuk en wat blijkt? Over de belangrijkste structurele hervormingen bestaat een grote consensus onder deze
economen, soms wel van 70 tot 80 procent in de zin van ‘(zeer) mee eens’. Een soortgelijke uitkomst valt te bespeuren onder Amerikaanse topeconomen (zie
Gordon en Dahl, 2013).
Het valt dus wel mee met die veronderstelde onenigheid onder economen. Sterker, de consensus onder de topeconomen is verbazingwekkend groot gegeven de
diepte en omvang van de crisis. Politici roepen vaak bewust dit beeld van onenigheid onder economen op als een alibi om geen belangrijke structurele
beleidsmaatregelen te nemen. Journalisten schrijven dit soms klakkeloos over. Daarnaast is de ene topeconoom de andere niet. Sommige economen zijn
generalistisch en hebben op vele deelgebieden van de economie geadviseerd en gepubliceerd. Andere economen zijn specialistisch en hebben slechts verstand
van een enkel deelgebied. Dat maakt wel een groot verschil bij het doen van uitspraken over het te voeren economisch beleid. Een algemene en brede
economische opleiding kan dus geen kwaad, wellicht aan een universiteit in het zuiden des lands.
* Dit is een aangepaste versie van een column die in Metro van 15 november 2013 verscheen.
Referentie:
Te citeren als
Sylvester Eijffinger, “Zijn de economen het altijd oneens over het beleid?”,
Me Judice,
15 november 2013.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘BVN’ van Radio Nederland Wereldomroep (CC BY-ND 2.0)