Pijn van buffers en strikte regels
De debacles met onder andere DSB, ING Direct, ABN AMRO, Fortis, Dexia en SNS Reaal hebben bij bestuurders, regelgevers, het bredere publiek en politici het
besef vergroot over de risico’s van schuldfinanciering. Mede als gevolg daarvan zijn er aangescherpte regels voor bankentoezicht en -kapitalisatie om
instellingen veiliger te maken zodat een nieuwe mondiale financiële crisis hopelijk voorkomen kan worden. De kosten voor een veiliger bankensysteem zullen
ergens gedragen moeten worden: hetzij door hogere kredietmarges voor burgers en bedrijven, hetzij door lagere rendementen voor de aandeelhouders van
banken. En beide ontwikkelingen zijn geen welkome boodschap voor de overheid. Hogere kredietmarges remmen de economische groei en dat is evident niet wat
bestuurders voor ogen hebben. Lagere aandeelhoudersrendementen zijn evenmin aantrekkelijk om te accepteren. Nederland is hiervan een goed voorbeeld. De
overheid is namelijk de belangrijkste aandeelhouder van (gedeeltelijk of geheel) genationaliseerde banken en in vrijwel alle gevallen heeft zij zich ten
doel gesteld haar aandelenbelang liefst zonder verlies weer in private handen te brengen. Een dergelijke privatisering vereist een aandeelhoudersrendement
dat in lijn is met banken die al in private handen zijn.
Het probleem is echter, dat enerzijds hogere rendementen hand in hand gaan met hogere risico’s en dat laatste is nu net wat men met de regelgeving heeft
willen voorkomen. Anderzijds hebben de strengere regels natuurlijk wel nut ter bescherming van de samenleving tegen dure reddingsoperaties. Hoe valt dit
dan te rijmen met de noodzaak om de economische groei niet te belemmeren met permanent verhoogde kredietkosten? Of de wens om de lasten niet uitsluitend
bij banken te leggen zodat overheden die nu grootaandeelhouder hun belang zonder verlies weer kunnen privatiseren?
Omzeil de bank
Desintermediatie biedt een oplossing om de
kredietverlening betaalbaar te houden. Dit fenomeen kan het beste worden gedefinieerd als het minder gebruik maken van de door de banken geboden financiële intermediatie, dan wel het efficiënter omgaan met de diensten van de financiële intermediair. Desintermediatie kan dus op twee manieren plaatsvinden. De eerste vorm is het proces waarbij investeerders direct
aan bedrijven geld uitlenen, meestal nadat ze bijeen zijn gebracht door een bank die in deze situatie als arrangeur optreedt. Bij deze vorm zet de bank haar balans in het geheel niet in om de kredietverlening te faciliteren. Bij de tweede vorm verkopen banken of andere
financiële instellingen de door hen verstrekte leningen door aan investeerders. Het geld dat de instellingen daarvoor (terug)ontvangen kunnen zij weer
gebruiken om het bedrijfsleven te financieren. Het proces waarbij leningen worden geherstructureerd en verkocht aan investeerders wordt ook wel
gestructureerde financiering of securitisatie genoemd. Bij deze tweede vorm gebruikt de bank haar balans dus wel, maar slechts tijdelijk (of
gedeeltelijk als niet alle risico’s van de leningen worden doorverkocht).
Er is een trend waarneembaar waarbij Nederlandse ondernemingen van allerlei pluimage gemotiveerd worden om financiering te zoeken buiten de bancaire sector
om. De eerste vorm van desintermediatie is echter niet voor alle geldleners weggelegd. MKB-bedrijven, laat staan particulieren, zijn niet groot genoeg om
direct toegang te krijgen tot de obligatiemarkt, ook al zijn er diverse initiatieven ondernomen door bijvoorbeeld NYSE Euronext Amsterdam om de
kredietverlening aan het MKB vlot te trekken.
Bank als arrangeur
De oplossing van het probleem met betrekking tot markttoegang ligt besloten in de tweede vorm van desintermediatie door de bancaire sector zelf. Banken hebben namelijk een
comparatief voordeel ten opzichte van investeerders omdat zij gespecialiseerd zijn in het beoordelen van kredietrisico. Dat stelt hen in staat
MKB-bedrijven en particulieren financieel te beoordelen en op basis daarvan kredieten te verstrekken. De kredieten kunnen dan gebundeld en geheel of
gedeeltelijk geplaatst worden bij investeerders. Het grote voordeel van deze vorm van financiering is dat de investeerders direct toegang krijgen tot het
financieren van bedrijven of particulieren. Door de marktwerking van het hierdoor vergrote aantal aanbieders van krediet, kunnen de rentekosten laag worden
(zie ook Shiller, 2013). Ook kleine bedrijven of particulieren, waar de individuele kredietvraag te klein is om investeerders voldoende te interesseren,
kunnen op deze manier profiteren van de investeringsbereidheid van beleggers, omdat hun leningen worden geaggregeerd tot voldoende grote pakketten.
Banken, toezichthouders en academici zijn natuurlijk op zoek naar manieren om het model van bankieren zodanig aan te passen dat een veiliger bankensysteem
toch gepaard kan gaan met marktconforme aandeelhoudersrendementen. Het wordt steeds duidelijker dat een groot deel van de oplossing in desintermediatie kan
liggen, een voor Europa ten opzichte van Amerika nog relatief onderontwikkelde activiteit. In de Verenigde Staten hebben al vele tientallen jaren meer
bedrijven hun financiering niet louter afhankelijk gemaakt van banken maar trekken zij ook direct op de financiële markt van beleggers geld aan. Europese
regelgevers doen er goed aan desintermediatie aan te moedigen, uiteraard binnen goede regels voor zorgplicht, transparantie en ordentelijke marktwerking.
De rol van banken verandert dan van traditionele kredietverlener naar arrangeur van leningen die op de financiële markt bij investeerders worden geplaatst.
Daartoe moet de focus van banken, geldnemers en investeerders gaan verschuiven naar het goed functioneren van en participeren in de financiële markt. Het
zal de economische groei ten goede komen alsmede de kans verhogen dat de overheden met winst haar bankaandelen weer kunnen privatiseren.
Dit is een uitgebreide versie van een artikel van dezelfde auteurs dat op 6 maart jl. in het Financieele Dagblad verscheen.
Referenties
Financial Times (2013), Packaged loans to fill EU banking void, February 19.
Fitch Ratings (2012), European corporate funding disintermediation: The continent embraces bonds. London: Fitch Special Report.
KPMG (2012) Accumulation Rules: A study of the effects of the increase and stacking of regulations on the Dutch banking services. Amstelveen: KPMG Advisory NV.
Shiller, R.J. (2013), Capitalism and financial innovation, Financial Analysts Journal, 69 (1): 21-25.
Te citeren als
Mike Nawas, Dennis Vink, “Banken als traditionele intermediairs hebben hun langste tijd gehad”,
Me Judice,
11 maart 2013.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Human mobility network derived from bank note fluxes via Christian Thiemann et al’ van Duncan Hull (CC BY 2.0)