Bezuinigingen op zorgkosten met behulp van minimale ziektelast onrealistisch en onwenselijk

Onderwerp:
Bezuinigingen op zorgkosten met behulp van minimale ziektelast onrealistisch en onwenselijk image
De economische omstandigheden nopen de nieuwe regering tot forse bezuinigingen. De geplande ombuigingen in de zorgsector vallen wellicht nog mee. Het is echter maar zeer de vraag of zelfs die relatief bescheiden ombuigingen gerealiseerd kunnen worden. Zo wil het kabinet 1 miljard bezuinigen door interventies die gericht zijn op aandoeningen met een minimale ziektelast niet meer te vergoeden. Dat is rijkelijk optimistisch betogen de Rotterdamse economen Brouwer, Rutten en Stolk. Het kabinet kan haar beleid veel beter laten aansluiten op de zorgpraktijk van alledag waarin blijkt dat lage ziektelast zich niet gemakkelijk generiek laat vertalen.

Grootse snijplannen

De beoogde ombuigingen in de zorg zijn niet alleen beperkt, maar veelal ook boterzacht. Zo verwacht het kabinet veel van de marktwerking, maar dat heeft tot dusver de kosten niet kunnen drukken. Andere maatregelen zoals de verschuiving van zorgtaken naar de gemeenten, verlagen niet zozeer de kosten, maar verschuiven ze vooral. De grootste ombuiging in de plannen van het kabinet komt van het inkrimpen van het verzekerde pakket. Dat wordt gedaan door behandelingen voor aandoeningen met een zogenaamde ‘minimale ziektelast’, dus waar mensen weinig last van hebben, uit het pakket te halen. Daarmee moet 1 miljard worden bezuinigd. Het is zeer twijfelachtig dat deze grootste bezuiniging ook daadwerkelijk zal worden gehaald.

De gedachte achter het schrappen van zaken met een minimale ziektelast is eenvoudig. Het snijden in het basispakket is altijd lastig gebleken, mede omdat het al snel indruist tegen de belangrijke gedachte van solidariteit met zieken. Bepaalde aandoeningen zijn echter ernstiger dan andere, en roepen daarmee ook meer solidariteit op. Bij aandoeningen waarvan de invloed op gezondheid zeer gering is, is er ook weinig solidariteit, zo is het idee. Het gaat bijvoorbeeld om aandoeningen als kalknagels (een meestal onschuldige schimmelinfectie van de teennagels), maar ook om iets als een bijholteontsteking of scheefstand van de grote teen. Het feit dat veel mensen relatief weinig last zouden hebben van die aandoeningen zou schrappen uit het pakket makkelijker maken en rechtvaardigen. Mensen kunnen zich dan herverzekeren of deze voorzieningen zelf betalen. Zelfs wanneer ze dit niet doen en de aandoeningen onbehandeld blijven zal de gezondheidsschade per definitie minimaal zijn.

Dit zou dus relatief weinig ‘pijn’ en verzet veroorzaken en leiden tot een structurele besparing van 1 miljard euro. Te mooi om waar te zijn? Inderdaad. Dit idee is namelijk niet nieuw en al eerder geopperd (Poleij et al., 2002). Toen bleek echter al dat dit idee in de praktijk lastig uitvoerbaar is om minstens drie redenen.

Wat is minimale last?

Allereerst dient er afdoende overeenstemming te zijn over wanneer de last van een ziekte als ‘minimaal’ kan worden aangemerkt. Dit kan door te kijken hoeveel gezondheid er verloren gaat als gevolg van een aandoening. Bij welk verlies er over een minimale ziektelast kan worden gesproken, blijft een arbitraire beslissing, waarover debat of beter gesoebat zal ontstaan. Is dat 1% of 10%? Ook zorgen sommige aandoeningen bijvoorbeeld over een heel jaar gerekend voor een hele lage ziektelast, maar kunnen ze op sommige momenten ernstige klachten veroorzaken. Migraine is hiervan een goed voorbeeld. Over een heel jaar gerekend is het gezondheidsverlies daarvan vaak laag, maar op dagen met een aanval is de ziektelast juist zeer hoog. Het maakt dan dus ook uit over welke periode ziektelast wordt berekend.

Vaststellen aandoeningen

Ten tweede dient, wanneer eenmaal duidelijk is wat minimale ziektelast precies inhoudt, te worden vastgesteld welke aandoeningen aan deze definitie voldoen. Vaak zullen de gegevens echter ontbreken die nodig zijn om dit vast te stellen. Dat vereist namelijk vrij gedetailleerde informatie over de gezondheidsschade die deze aandoeningen in relevante patiëntengroepen veroorzaken. Deze informatie is vaak niet voorhanden, wat het vaststellen van minimale ziektelast bemoeilijkt. Daarmee wordt niet alleen de uitvoerbaarheid van de voorgenomen bezuinigingen twijfelachtig, maar geeft ook aan dat de onderbouwing van de voorgenomen bezuiniging van maar liefst een miljard euro zeer onduidelijk is. Zijn er wel zoveel aandoeningen die een ‘minimale ziektelast’ veroorzaken? Of rekken we het begrip op tot het miljard is bereikt?

Een last of een ongemak?

Ten derde is er het meer fundamentele probleem dat aandoeningen vaak niet in algemene zin leiden tot een minimale ziektelast. Misschien is dat gemiddeld genomen wel zo, maar de gemiddelde patiënt bestaat niet. Veel mensen kunnen bijvoorbeeld heel weinig last hebben van een aandoening, maar een aantal mensen meer last. Zo werden onlangs in een televisie-uitzending mensen met bijholteontstekingen en scheefstand van hun grote teen getoond, die wel degelijk een flinke ziektelast ervoeren. Wanneer dan de behandeling van zo’n aandoening volledig uit het pakket wordt geschrapt met als reden ‘minimale ziektelast’, zal dit al snel stuiten op verzet en onbegrip. In dat opzicht lijkt het eerste verzet zich al aan te dienen. Daarbij wordt steevast een relatief zware groep patiënten gebruikt als illustratie van het punt dat een specifieke aandoeningen wel degelijk een forse ziektelast veroorzaakt.

Gerichte aanpak

In dat opzicht is gerichter snijden in het pakket evident beter. Zo kan men besluiten om niet te vergoeden voor mensen bij wie de ziektelast echt minimaal is, en wel bij de mensen met ernstigere klachten met dezelfde aandoening. Die gerichte aanpak vereist een meer gedetailleerd instrumentarium. Daarom is herhaaldelijk gepleit voor goede praktijkrichtlijnen. Het door minister Klink aangekondigde Kwaliteitsinstituut, dat het verbeteren van richtlijnen als voornaam doel heeft, kan in dat opzicht in de toekomst uitkomst bieden.

Voorlopig lijkt de aangekondigde bezuiniging van maar liefst 1 miljard door het uitsluiten van aandoeningen met een minimale ziektelast onwenselijk en onhaalbaar. Daarmee staat een groot deel van de voorgenomen bezuinigingen op losse schroeven. Van het samengaan van maximaal bezuinigen en minimale ziektelast zal waarschijnlijk alleen minimaal bezuinigen overblijven.

* Dit artikel verscheen eerder in verkorte vorm in de Volkskrant.: Shawn Carpenter, Flickr

Dit artikel kan worden overgenomen met bronvermelding. Toezending van bewijsexemplaren wordt op prijs gesteld. © Me Judice

Te citeren als

Elly Stolk, Frans Rutten, Werner Brouwer, “Bezuinigingen op zorgkosten met behulp van minimale ziektelast onrealistisch en onwenselijk”, Me Judice, 6 december 2010.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Ontvang updates via e-mail