De onverantwoorde financiering van banken

Onderwerp:
De onverantwoorde financiering van banken image
Afbeelding ‘irresponsible’ van Ben Tsai (CC BY-NC-SA 2.0)
16 dec 2013
De financiering van de banken heeft de economische crisis in Nederland onnodig verlengd. Het is noodzakelijk dat banken zich met meer eigen vermogen financieren om juist in economisch barre tijden gezonde bedrijven te kunnen blijven financieren. Aldus de Tilburgse econoom Bouwens. In plaats van een wankele entiteit moet de bank een stabiliserende factor zijn en niet een bron van onzekerheid.

Bank = onderneming?

Wat is nu het wezenlijke verschil tussen een bank en de gewone onderneming? Voor de gewone onderneming geldt dat deze ideeën omzetten in productiemiddelen (debetzijde balans) waarmee men waarde creëert. Deze aanschaf wordt begrensd door het punt waar de opbrengstwaarde van deze bezittingen gelijk is aan aanschafwaarde. Als de onderneming deze projecten heeft geselecteerd komt de vraag aan de orde hoe men deze projecten zal financieren. De onderneming kan vervolgens zonder dat de balans langer of korter te maken kiezen uit een mix van vreemd en eigen vermogen. Als de waarde van de bezittingen tijdens een crisis in de knel komen treedt balansverkorting op. Het verlies op deze bezittingen verkleint het eigen vermogen. Er treedt derhalve een balansverkorting op ter grootte van het waardeverlies op deze bezittingen. Voor gewone ondernemingen en banken geldt exact hetzelfde mechanisme.

Gevoelige bankbalansen

Toch zien we in de praktijk dat bankbalansen veel gevoeliger zijn voor de waardewijziging van bezittingen. Dat heeft te maken met het risico dat de banken nemen aan de bezittingenkant van de balans. Volgens hoogleraar – en oud-bankman ABN AMRO - Dolf van de Brink (Financieele Dagblad 12 december 2013) moet het risicobeleid van de bank zich daarom richten op verkleining van het risico van de bezittingen door niet meer voor eigen rekening en risico te beleggen. Maar daar houdt het niet op voor de banken. Bij de minste of geringste tegenslag verdampt dit eigen vermogen snel. Het risico op faillissement van de bank is enorm veel groter door het kleine aandeel dat het eigen vermogen op de balans inneemt.

Het hoofdprobleem is derhalve dat men zich onverantwoord financiert. Recent onderzoek van Tobias Adrian and Hyun Song Shin (2011) laat zien dat de groei van de bezittingen van banken in tijden van voorspoed voor bijna 100% samenvalt met een verhoging van vreemd vermogen. De mate waarin banken groeien wordt dan ook niet bepaald door het aantal beschikbare projecten met een positieve waarde, maar door het risico dat de banken bij een gegeven eigen vermogen wil nemen. Het eigen vermogen is de bepalende factor, niet het aantal winstgevende projecten! Daarmee verschilt de bank fundamenteel van de gewone onderneming. Zo gauw men eigen vermogen vergroot, gaat de bank er gelijktijdig toe over om meer risico’s te nemen en meer vreemd vermogen aan te trekken.

Gestelde eis van 4% is te laag

Terugkomend op het het verschil met een gewone onderneming, er is geen onderneming te vinden waar het eigen vermogen zo laag is als bij banken, namelijk 3%. Het is niet alleen laag maar het is door de jaren heen alleen maar lager geworden. Lange tijd werd 8% als een minimum gezien. Nu roept men al moord en brand als dit percentage op 4 in plaats van de thans gehanteerde 3% wordt gesteld. De reden dat het gewenste percentage eigen vermogen steeds lager werd gesteld is toe te schrijven aan het geloof dat men hechtte aan de door de bankindustrie zelfgecreëerde mythe van een activazijde die onafhankelijk is van de stand van de conjunctuur. Zich baserend op deze mythe hebben banken in de westerse wereld hun balansen steeds verder verlengd. Dat deed men door - zoals uit het onderzoek van van Tobias Adrian and Hyun Song Shin (2011) blijkt - steeds meer risicodragende projecten met vreemd vermogen te financieren. Daarnaast werd de gouden balansregel gebruuskeerd welke voorschrijft dat de termijnstructuur van activa overeen moet stemmen met de termijnstructuur van de passiva. Er kwam een nadruk te liggen op ultrakorte financiering. Men kon dit straffeloos doen tot in 2009 duidelijk werd dat men zich in een mythische wereld bevond en het systeem implodeerde.

Effecten vandaag

Om een idee te geven over de kwetsbaarheid, kan het volgende voorbeeld als illustratie dienen. Als de bank –zoals nu het geval is- met 3% eigen vermogen is gefinancierd en de waarde van de bezittingen neemt met eveneens 3% af, dan is de bank technisch failliet. Dat het eigen vermogen van banken zo weinig weerstand biedt, is vooral een probleem gedurende economische tegenslagen. Elke eventuele uitbreiding van het eigen vermogen zal door verschaffers van vreemd vermogen worden opgeëist ten einde hen voor het verhoogde risico te compenseren. Hierdoor komt het normale leenbedrijf van de bank in de knel terwijl dit juist in tijden van economische crisis voor gezonde bedrijven ongemoeid moet blijven. De opbrengsten uit de verkoop van bezittingen zullen eveneens door de vreemdvermogenverschaffers opgeëist worden. De problemen worden nog eens versterkt doordat schulden van banken vaak tussen banken bestaan. Tijdens economische crises zal het balanstotaal daarom krimpen waardoor toegang tot financiering voor gewone bedrijven moeilijker wordt, zelfs indien de economische positie van het betrokken bedrijf niet verslechtert! Dit mechanisme versterkt de economische krimp.

Om de situatie te herstellen moet of meer eigen vermogen naar de banken of moet de balans structureel verkort worden waardoor de sector minder geld kan uitlenen. In beide situaties zullen hogere tarieven/marges worden gesteld omdat het herstel betaald moet worden uit een hogere rentabiliteit. Voor het managen van het risico van de bank geldt dat men zich er het beste op kan richten dat balansverkorting juist in tijden van economische tegenslag niet nodig is. In plaats van een wankele entiteit moet de bank een stabiliserende factor zijn gedurende economische crises.

* Een verkorte versie van dit artikel verscheen in Het Financieele Dagblad van 16 december 2013.

Referentie

Adrian, Tobias, and Hyun Shin. "Financial intermediary balance sheet management." FRB of New York Staff Report 532 (2011).

Te citeren als

Jan Bouwens, “De onverantwoorde financiering van banken”, Me Judice, 16 december 2013.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding ‘irresponsible’ van Ben Tsai (CC BY-NC-SA 2.0)

Ontvang updates via e-mail