De opmerkelijke terugkeer van een eerlijker inkomensverdeling in het beleid

De opmerkelijke terugkeer van een eerlijker inkomensverdeling in het beleid image

Afbeelding ‘Man op bank (Cornelis Wilibrordus)’ van Rob Hogeslag (CC BY-ND 2.0).

In het internationale beleid spelen de Sustainable Development Goals een grote rol en een van de belangrijkste onderdelen daarvan is om de inkomenspositie van de armsten in de wereld te verbeteren ten opzichte van de rijksten der aarde. Rolph van der Hoeven en Peter van Bergeijk scharen zich niet alleen achter deze doelstelling, maar pleiten er voor om ook in Nederland deze doelstelling te omarmen en concreet te maken. De huidige cijfers laten zien dat de inkomensongelijkheid toeneemt en dat de zorg om een eerlijkere inkomensverdeling reëel is.

Mikken op duurzaamheid

In de Millennium Summit van de Verenigde Naties werden in het jaar 2000 de Millenniumdoelstellingen (MDGs) geformuleerd om tot aan 2015 richting te geven aan het mondiale ontwikkelingsproces. De MDGs werden geformuleerd in een wereld waarin beleidsmakers door de Grote Matiging (Great Moderation) waren gaan geloven dat ze heel wat konden; in de naweeën van de Grote Recessie bleek in het eindjaar van de SDGs in 2015 dat beleidmakers voor de wind veel kunnen, maar weinig bij tegenwind. Veel doelstellingen werden niet gehaald en dat was jammer, maar het bood ook een gelegenheid voor iets nieuws: de SDGs. Deze Sustainable Development Goals verschillen in hun aard wezenlijk van de MDGs. In de eerste plaats zijn ze niet geformuleerd door een selecte groep experts (voornamelijk uit de industrielanden), maar door alle landen. In de tweede plaats gelden ze niet alleen voor de ontwikkelingslanden, maar voor alle landen. Met de SDGs hebben de industrielanden zich er dus op vastgelegd dat ook zij zich op tal van punten verder moeten ontwikkelen.

..waar op afgerekend wordt

De SDGs zijn doelstellingen voor verbetertrajecten van individuele landen. Ze gelden ook voor Nederland. Nederland moet het beter gaan doen. Het belangrijke woord is beter; het gaat niet om goed, maar om beter. Dat geldt voor allerlei terreinen van handelspolitiek tot natuurramppreventie en van onderwijs tot gelijke behandeling. Er zijn 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, grootse en meeslepende concepten waarmee een verstandig mens het niet oneens kan zijn en die net zo goed hadden kunnen worden samengevat als “verbeter de wereld”. Echter, onder iedere parapludoelstelling zitten specifieke en merendeels gekwantificeerde streefdoelen (in totaal 169). Op het al dan niet halen van dat streefdoel wordt straks afgerekend en beleidmakers zijn daar vaak nog niet voldoende van doordrongen.

Illustratie: http://marianne.vanderhoeven.ch

 

In ons jongste boek Sustainable Development Goals and Income Inequality (van Bergeijk en van der Hoeven 2017) werken we een van die terreinen met een tiental economenvrienden uit. We bekijken de ontstaansgeschiedenis van MDGs en SDGs en bespreken de noodzaak en mogelijkheden voor een gelijkmatiger verdeling van de inkomsten.

Herontdekking van inkomensverdeling als doel

Bezien door de SDG-bril is vooral de ontwikkeling van de inkomensverdeling (schever of juist gelijkmatiger) van belang. Hierbij wordt al meteen een interessante stap gezet want SDG 10 (“verminder de ongelijkheid tussen en binnen landen”) weerspiegelt het inzicht dat de specialisatie van ontwikkelingsdenkers uit het verleden, die de groei van landen c.q. de groei van arme bevolkingsgroepen en gemeenschappen bestudeerden, te ver was doorgeschoten. De wereld lijkt sinds 2000 gelijker te zijn geworden en de Wereldbank heeft zich er al diverse malen mee gefeliciteerd, maar dit komt grotendeels doordat het land China zich sterk heeft ontwikkeld. Binnen China is de ongelijkheid eerder toe dan afgenomen. En zo is het ook in de meeste opkomende economieën. De allerarmsten van de wereld wonen daardoor niet langer in de minst ontwikkelde landen maar elders (en we vinden allerarmsten ook in rafelranden van de geïndustrialiseerde wereld).

Het is dus mooi dat de parapludoelstelling intelligent is geformuleerd, vooral ook omdat expliciete aandacht voor inkomensongelijkheid in de MDGs ontbrak. Laten we dus eens kijken naar de onderliggende specifieke sub-doelstellingen. Dat valt nog eens mee: we hoeven alleen naar de eerste te kijken want andere subdoelen zijn saai en behelzen vooral het invoeren van beleidsmaatregelen (belastingen en arbeidswetgeving) of het schrappen van regels (zoals discriminerende wetgeving). Dat is allemaal wel belangrijk maar vaardige bureaucraten zullen de papierwinkel heus wel tijdig in orde hebben. Waar het ons vooral om gaat, is de doelstelling in het jaar 2030 een groei voor de armste 40% van de bevolking te bereiken die hoger is dan de gemiddelde groeivoet van de hele bevolking. Voor het CBS zal het rapporteren over dat cijfer weinig moeite kosten. Het is niet de enig relevante manier om naar inkomensontwikkeling te kijken, maar wel de relevante om de SDG in de gaten te houden en het zou daarom goed zijn als CBS en CPB de groei van het inkomensaandeel van de onderste 4 decielen ten opzichte van de gemiddelde inkomensgroei zouden gaan rapporteren. Analytisch zou het nog beter zijn als dat cijfer samen met de Palma-ratio zou worden gepubliceerd. Voor wie deze ratio nog niet kent: de Palma-ratio is de verhouding van het aandeel van de top 10% in het Netto Nationaal Inkomen (NNI) en het aandeel van de onderste 40%. In ons boek breken we samen met onze economenvrienden een lans voor de Palma-ratio die weliswaar in internationaal onderzoek steeds meer gebruikt wordt, maar in het onderhandelingsproces rond de formulering van de SDGs het onderspit heeft gedolven. Waarom we de Palma-ratio bepleiten? Omdat de ontwikkeling aan de top op zichzelf genomen ook problematisch kan zijn. Stel je bij wijze van een gedachtenexperiment een land voor waar het aandeel aan de onderkant gelijk blijft maar de top 10% steeds rijker wordt; de middenklasse wordt dan leeggezogen.

Figuur 1: Drie maatstaven voor inkomensverdeling, Nederland, 2000-2015

 

Figuur 1 geeft die ontwikkeling weer op basis van drie maatstaven voor inkomensverdeling; de onderliggende gegevens zijn ontleend aan CBS-statline en CBS-persberichten. De Gini-coëfficiënt en de Theil-coëfficiënt zijn bekende veelgebruikte maatstaven. Maar zoals we hier boven reeds hebben geschreven: wij prefereren de Palma-ratio, De drie indicatoren geven een consistent beeld: de inkomensverdeling in Nederland wordt schever. Eerder wezen Salverda en Van Bavel (2017) al op deze trend in hun commentaar op een ondoorgrondelijke CBS-conclusie dat de Nederlandse inkomensongelijkheid was afgenomen.

Nederlandse inspanning

Wat moet Nederland nu gaan doen om SDG 10 te bereiken? In de eerste plaats moet er beleid in gang worden gezet om het in Nederland beter te gaan doen. Het gaat dan om de toegang tot verdiencapaciteiten: gelijke kansen, gezonde marktwerking en een eerlijk (rechts)systeem zijn daarvoor noodzakelijk. Nederland doet dat zeker in vergelijking met andere landen helemaal niet slecht: de SDG-afspraak is dat het beter moet. Zoals geschreven moet ook de ongelijkheid tussen landen worden aangepakt om SDG 10 te bereiken. Op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking doet Nederland het ook niet slecht, maar het moet beter. Een voor de hand liggende eerste stap zou zijn om terug te keren naar de norm van 0,7% NNI voor ontwikkelingssamenwerking. Die wat ruimer bemeten financiële middelen moeten niet per se worden geconcentreerd op de minst ontwikkelde landen, maar op de allerarmste wereldbewoners. Om die te bereiken moet ontwikkelingssamenwerking worden ‘omgedacht’. Juist de opkomende landen hebben weinig boodschap aan ontwikkelingsmantra’s maar willen terecht als gelijkwaardige partners worden gezien. Ze willen wel van ons leren. Onze eigen geschiedenis laat het belang zien van het belang van rechtszekerheid en instituties en van het belang emancipatoire burgerbewegingen waaronder de vakbonden serieus te nemen. Nederland heeft de internationale gemeenschap als ervaringsdeskundige heel wat kennis en kunde te bieden. Zo kunnen we ook andere landen helpen om SDG 10 te halen

Referenties:

Bergeijk, P.A.G. van en R.E. van der Hoeven (red.), 2017, Sustainable Development Goals and Income Inequality, Edward Elgar, Cheltenham.

Salverda, W. en B. van Bavel, 2017, CBS meet méér ongelijkheid, maar verkoopt hetals mínder, Me Judice, 4 april 2017.

Te citeren als

Rolph van der Hoeven, Peter van Bergeijk, “De opmerkelijke terugkeer van een eerlijker inkomensverdeling in het beleid”, Me Judice, 28 januari 2018.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding

Afbeelding ‘Man op bank (Cornelis Wilibrordus)’ van Rob Hogeslag (CC BY-ND 2.0).

Links

Ontvang updates via e-mail