Jubelgroei
Het CBS maakte deze week bekend dat de Nederlandse economie in 2017 met
meer dan 3 procent is gegroeid. Dit is de hoogste groei sinds tien jaar en in de
afgelopen 20 jaar groeide de economie alleen in 2006 en 2007 harder. In
Haagse beleidskringen verkeert men dan ook al enige tijd in een
jubelstemming. En ook de particuliere sector heeft weer een groot
vertrouwen in de toekomst. Op elk feestje is er echter een ‘zwartkijker’
aanwezig en die rol spelen ondergetekenden bij deze hosanna-stemming. Het
gaat ons land economisch voor de wind, maar de problemen die zich bij het
uitbreken de crisis aandienden in 2008 zijn nog niet echt opgelost en voor
nieuwe uitdagingen is te weinig aandacht.
Een grootschalige crisis zoals we die na het uitbreken ervan in 2008 pas
net hebben verwerkt, biedt een uitgelegen kans om fundamentele problemen in
de economie aan te pakken. Er is echter helaas in de nasleep van de
financiële crisis van 2008 te weinig fundamenteel veranderd en de huidige
gunstige groeicijfers verbloemen dat de zwakheden in de financiële sfeer
die in 2008 en de daaropvolgende recessie aan het licht kwamen nog steeds
bestaan.
Lage rente oorzaak huidige zeepbellen
Vooral de centrale banken hebben met een ongekend ruim monetair beleid
bijgedragen aan het herstel. De Europese Centrale Bank en haar Amerikaanse
evenknie, de Federal Reserve, hebben sinds het uitbreken van de crisis in
2008 de rente op een historisch laag niveau gehouden. Dit beleid wordt nog
steeds voortgezet, maar is inmiddels ook een belangrijke oorzaak van
onevenwichtigheden in de economie. De koersstijgingen op de aandelenbeurzen
maar ook de prijsstijgingen op huizenmarkten worden in belangrijke mate
gevoed door het goedkoop geld beleid waar wij zo nu eigenlijk snel mogelijk
van af moeten. De vergelijking met de hoge groei van vlak voor de vorige
crisis dringt zich op; in de jaren voor 2008 was er eveneens een hoge
economische groei die gepaard ging, met achteraf gezien, zeepbellen op de
huizenmarkt en op de aandelenmarkt. De centrale banken lijken, zelfs in
deze hoogconjunctuur, nog geen goede exit-strategie gevonden te hebben voor
hun monetair beleid. En elke suggestie dat ze rente gaan verhogen, leidt
meteen tot paniek, zie de schrikreactie op de beurzen eerder deze maand.
Europroblemen blijven liggen
Belangrijker nog voor onze economie dan het ruime monetaire beleid is dat
voor fundamentele problemen die tien jaar geleden al aan het licht kwamen nog
steeds geen goede oplossing is gevonden. Dit geldt bij uitstek voor de
Euro. In 2010 bedreigden de schuldenproblemen met Griekenland het
voortbestaan van de Euro. De reden hiervoor was dat men bij de
totstandkoming van de Euro onvoldoende heeft nagedacht over vervangende
mechanismen om het verlies van het wisselkoersinstrument, dat nu eenmaal de
keerzijde is van het invoeren van de euro, op te vangen. Deze mechanismen
impliceren meer beleid op EU niveau in de vorm van inkomensoverdrachten
tussen de Eurolanden, ruimhartiger toestaan van migratie binnen de EU of
een flexibeler loon- en prijsbeleid. Stuk voor stuk hete hangijzers waar de
nationale politici en hun kiezers liefst met een boog omheen lopen, daarbij
voorbijgaand aan het feit dat een gemeenschappelijke munt ook op andere
terrein om meer gemeenschappelijk EU beleid vraagt.
Het kernprobleem is dat landen als Duitsland, Italië en Griekenland
eigenlijk te verschillend zijn om samen deel uit te maken van een muntunie
en dat op termijn alleen stand kan houden als er op EU niveau voldoende
onderlinge aanpassingsmechanismen zijn om deze verschillen op te vangen.
Doen we dit niet dan komen de zwakke Eurolanden zoals Griekenland, en
wellicht Italië, vroeger of later in de problemen. Als de huidige
economische hoogconjunctuur voorbij is, zullen deze oude Europroblemen
helaas weer opduiken en is een volgende Eurocrisis zomaar nabij.
Onvoldoende hervormingen
En om nog even door te somberen, hoe stabiel zijn onze banken tien jaar na
het uitbreken van de crisis? De nationalisaties van onze eigen banken staan
nog in het geheugen gegrift. Hier is vooruitgang geboekt, maar onvoldoende.
Na de crisis zijn banken gedwongen meer eigen kapitaal aan te houden, maar
volgens veel economen zijn deze extra buffers nog steeds onvoldoende om een
volgende grote klap te kunnen opvangen. Maar sommige banken voldoen zelfs
niet aan de huidige minimum kapitaalvereisten. Vorig jaar nog bleken
Italiaanse banken grootschalige staatssteun nodig te hebben om overeind te
blijven, en eind 2017 bleek dat onze eigen banken nog 14 miljard tekort
kwamen om aan de nieuwe (schrale) kapitaalvereisten te voldoen. Men krijgt
nu tot maar liefst 2027 de tijd om hier iets aan te doen.
Krappe arbeidsmarkt
Het meest uitdagende fundamentele probleem waarvoor wij staan, betreft
echter niet de erfenis van de Euro en een nog steeds onevenwichtige
financiële sector, maar de toekomstige arbeidsmarkt. Het CBS wijst op snel
oplopende krapte op de arbeidsmarkt en schat dat er bijvoorbeeld 55.000
bouwvakkers nodig zijn. Het echte probleem voor de arbeidsmarkt van
overmorgen is echter fundamenteler dan simpelweg krapte op de arbeidsmarkt.
Het wordt steeds duidelijker dat globalisering en automatisering de
arbeidsmarkt op een disruptieve manier aan het veranderen zijn. Voor de
verliezers van globalisering wordt het lastiger om elders werk te vinden
omdat de productie naar het buitenland wordt verplaatst. En door
automatisering zijn veel banen verdwenen. Een blik in een moderne
autofabriek zegt genoeg; overal robots. Lerende algoritmes kunnen steeds
meer, steeds beter en steeds sneller. Uit statistieken over de arbeidsmarkt
blijkt dat vooral een specifieke groep hier last van heeft: de
middenklasse. De huidige middenklasse heeft het veel moeilijker dan die in
de vorige eeuw; deels omdat bepaalde taken en banen verdwijnen en deels
omdat het sociale vangnet deze groep onvoldoende steunt. De explosie van
flexibele contracten vergroot de onzekerheid voor deze groep nog eens
extra. Bij de huidige hoogconjunctuur heeft het beleid een uitgelezen kans
hier grote stappen te zetten en de arbeidsmarkt te hervormen, maar veel
verder dan een werkgroep is men nog niet gekomen.
Conclusie
Alles bij elkaar maskeren de gunstige economische groeicijfers niet alleen dat er de afgelopen jaren te weinig is gedaan om de financiële
oorzaken van de vorige crisis aan te pakken, maar ook dat nu het economisch
tij meezit we meer zouden moeten doen om de toekomstige veranderingen beter
de baas te kunnen zijn.
* Dit artikel verscheen eerder in het Dagblad van het Noorden van 20 februari 2018.
Te citeren als
Steven Brakman, Harry Garretsen, “Hoge economische groei maskeert oude en nieuwe problemen”,
Me Judice,
20 februari 2018.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Bubbles’ van Michael Carson (CC BY-NC 2.0).