Overvloed liquiditeit
Ondanks ernstige bezwaren en waarschuwingen over effectiviteit en schadelijke bijwerkingen van het monetair beleid, heeft de ECB de rente extreem verlaagd.
Zij creëert bovendien een overvloed aan liquiditeit door het opkopen van obligaties en wil dat beleid voortzetten tot minstens medio 2016.
De effectiviteit van dit onconventionele monetair beleid is gering. De groei in Europa blijft ondanks de extreem lage rente laag. De economie leeft nu
enigszins op door een verbetering van het economisch sentiment, waardoor de bereidheid tot investeren en consumeren toeneemt. Maar de lage rente en de
overvloedige liquiditeit zijn daarbij hooguit faciliterend geweest, niet bepalend.
Het monetair beleid weerspiegelt zich nauwelijks in groei van bancaire kredietverlening, in het bijzonder aan het midden- en kleinbedrijf (MKB). De risicopremies
die de banken het midden- en kleinbedrijf in rekening brengen zijn nog schrikbarend hoog, mede als gevolg van de verzwakte vermogenspositie van van het MKB. Door de extreem lage rente is er wel een wat groter volume emissies van bedrijven die toegang tot de kapitaalmarkt hebben. Ook leidde de lage rente
tot een daling van de euro waardoor de export naar landen buiten het eurogebied werd gestimuleerd. Maar het effect daarvan op de reële economie was
beperkt.
Balansrecessie
De verklaring voor de ineffectiviteit van het monetair beleid schuilt in de aard van de crisis die wij doormaken. We hebben te maken met een financiële
crisis die de balansen van banken, bedrijven, consumenten en overheden dramatisch heeft aangetast. Een dergelijke balansrecessie is nauwelijks te
bestrijden met vraagstimulering en monetaire verruiming. De schulden moeten tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht voordat bedrijven en overheden
weer voluit kunnen en willen investeren en dat is nu nog onvoldoende het geval.
In het jaarverslag 2014 van de Bank for International Settlements (BIS) staat een doorwrochte analyse van 65 economische cycli,waarvan 28 met een
financiële crisis voor de top, sinds het midden jaren zestig van de vorige eeuw. De uitkomst van deze analyse luidt: 'monetary policy is ineffective and
deleveraging is key in recovery from balance sheet recessions'.
ECB laat zich onder druk zetten
Het is, voorzichtig uitgedrukt, opmerkelijk dat de ECB zich zo weinig gelegen laat liggen aan onderzoek van de BIS, de centrale bank der centrale banken.
Dit versterkt de indruk dat de ECB zich vooral heeft laten leiden door de immense druk die uitgaat van de financiële markten. Die hebben al hun vertrouwen
gericht op ECB-president Mario Draghi sinds hij in de zomer van 2012 de toverwoorden uitsprak dat hij al het noodzakelijke zou doen om de euro te redden en
daarmee de lont uit het kruitvat trok.
Draghi heeft overigens nooit gezegd dat monetair beleid de eurocrisis kan oplossen, maar hij heeft dat evenmin consequent tegengesproken. Hij versmalde de
doelstelling van het monetair beleid tot een anti-deflatie beleid dat gericht is op het bereiken van de inflatiedoelstelling van 2% per jaar. Dit
inflatiepercentage is in de reële economie nog niet bereikt, maar op de financiële markten wordt het al ruimschoots overschreden. Het koersverloop op de
aandelen- en obligatiemarkten sinds medio 2014 rechtvaardigt de kwalificatie ‘asset price inflation’ met koersstijgingen in alle bedrijfstakken variërend
van 5 tot 30% in 2015.
Zeepbellen op kapitaalmarkt
Deze koersstijgingen worden bij lange na niet gerechtvaardigd door stijging van de bedrijfswinsten. Het gevolg is een sterke stijging van de
koers/winstverhoudingen. Deze bewegen zich nu voor de meeste bedrijfstakken in de FD 300 tussen 15 en 22. Velen vragen zich af of dit een zeepbel
(‘bubble’) genoemd kan worden. Zeepbel of niet, de extreem lage rente heeft de beurs tot de rand van een flinke koerscorrectie opgejaagd.
Op de obligatiemarkt is de zeepbel wel heel erg duidelijk. Een notering van 180 of hoger voor een Nederlandse staatsobligatie met een coupon van 3,75% en
looptijd 2010/42 bijvoorbeeld, is excessief. Pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen hebben veel te lijden van de extreem lage rente. Hun toekomstige
verplichtingen worden zwaar opgewaardeerd, terwijl die maar in beperkte mate gecompenseerd worden door de koersstijgingen in hun beleggingsportefeuille.
Beide zijden van hun balans zijn in de greep van het extreme monetair beleid. Dit zal zowel de premiebetaler als de gepensioneerde geld kosten.
Opkoopbeleid is overbodig
Nu de Europese economie aantrekt kan de weg naar normale renteverhoudingen worden ingeslagen. De Duitse en Nederlandse monetaire autoriteiten moeten zich
hiervoor inzetten. Stimuleringsbeleid, voor zover nog nodig, is een zaak voor landen met begrotingsruimte, zoals Duitsland en Nederland. Deze ruimte blijkt
inmiddels flink op te lopen. De ECB zou daarom het huidige opkoopprogramma van obligaties zo spoedig mogelijk moeten stoppen. Nu het deflatiegevaar is
geweken, heeft het geen zin om strak vast te houden aan de inflatiedoelstelling van 2%. De korte rente kan geleidelijk omhoog naar een meer neutraal niveau
van zeg 2% à 3%.
Na het stopzetten van het opkoopprogramma moet de markt enige tijd gegund worden marktconforme lange rentes te ontwikkelen. Mocht de ECB sturing aan de
lange rente willen blijven geven, mede met het oog op verkoop van haar eigen hoge obligatiebezit, dan zou als termijndoelstelling een rente van 2% inflatie
plus de voorspelde groeivoet van het reële bruto binnenlands product (bbp) genomen kunnen worden.
Terugdraaien is gewenst
Het stoppen en terugdraaien van het opkoopprogramma en het verhogen van de korte rente zijn precaire processen. Zij zullen pijn doen, want de aankondiging
van elke stap zal koersdalingen tot gevolg hebben. Ook de ECB zal verlies lijden. Het is de pijn die hoort bij de ontwenningskuur van een verslaafde. De
financiële markten zijn verslaafd geraakt aan te goedkoop geld. Het is van groot belang dat de ontwenningskuur met openheid en transparantie over fasering
en einddoel wordt uitgevoerd. Financiële markten die steeds moeten raden naar timing en omvang van de volgende stap kunnen in paniek raken. Hoe langer de
ECB wacht met het stoppen en terugdraaien van het opkoopprogramma, hoe groter de schade van het knappen van de zeepbel uiteindelijk zal zijn.
* Dit artikel verscheen eerder in het Financieele Dagblad van 2 mei 2015.
Te citeren als
Sylvester Eijffinger, Dick van Wensveen, “Opkoopprogramma ECB is overbodig en gevaarlijk”,
Me Judice,
3 mei 2015.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Financial crisis. Hard or soft currency?’ van Daniela Hartmann (CC BY-NC-SA 2.0)