Dominante stem CPB
Met enige regelmaat is het raak. Het Planbureau verwacht inkomensgroei als gevolg van TTIP volgens de NOS. Het Planbureau voorziet dat onze economie groeit
aldus RTL Z. Het Planbureau vreest voor een prijsschok volgens de Telegraaf.
Weg met het Planbureau, want het handelt in schijnzekerheden. Het is een veel gehoorde reactie (zie bijv. Elmer Sterken (2009), Engelen (2010), Hollanders
(2015), De Vos (2010), De Rijk (2016)). Wij steunen die oproep, maar om een heel andere reden. Het Planbureau bestaat namelijk helemaal niet. Het Centraal
Planbureau (CPB) wel, en zijn inzichten dienen te worden aangevuld met die van de andere planbureaus ter versterking van de pluriformiteit van de input
voor onze politieke debatten.
Zeker, er valt van alles af te dingen op het CPB. Waar het de financiële crisis niet zag aankomen, domineerden de berekeningen vervolgens het politieke
debat over de gevolgen ervan. De toenmalige Opperrekenmeester Coen Teulings gaf het later zelf toe: “Wij zijn slecht in voorspellen.” (zie
interview MeJudice, 3 december 2010) Het trieste is dat juist wanneer voorspellingen het hardst nodig zijn, zoals in tijden van crisis, het CPB ernaast zit. Dan
blijken de harde getallen ineens boterzacht. Er was vorig jaar dan ook veel discussie over de verwachte banengroei van de vijf miljard lastenverlichting.
Dat ach en wee over het CPB is allemaal wel leuk en aardig, maar we hebben gewoonweg niks beters beschikbaar waar het gaat om strikte economische modellen.
Het onderzoeksinstituut Nyfer dat volgens oprichter Eduard Bomhoff dé concurrent voor het CPB zou moeten worden, heeft die verwachting nooit kunnen
waarmaken. Duitsland kent vijf CPB’s en dat nodigt uit tot creatief winkelen onder de politieke partijen. Het gevolg is dat de Duitse kiezers niet alleen politieke
partijen moeten kiezen, maar ook nog eens een economeninstituut. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Er is meer dan economie
Maar het kan óók niet de bedoeling zijn om beleidsvoorspellingen te beperken tot louter economische aspecten. Natuurlijk zijn economische groei,
werkgelegenheid en inflatie belangrijk voor ons welzijn, maar er is meer dan economie. Veel meer zelfs.
Over de grenzen van het Bruto Binnenlands Product (BBP) als maatstaf voor welbevinden is al veel bekend. Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz spreekt zelfs
van BBP-fetisjisme. Sterker nog, één van de grondleggers van het BBP, Harvard-econoom Simon Kuznets, schreef in zijn eerste rapport aan het Amerikaanse
Congres: "The welfare of a nation can […] scarcely be inferred from a measure of national income".
Dit heeft onze collega’s in de Tweede Kamer ertoe gezet een tijdelijke commissie Breed welvaartsbegrip in te stellen. Deze beveelt aan om het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS) een jaarlijkse Monitor brede welvaart te laten ontwikkelen. De Tweede Kamer zou hierover dan ieder jaar een debat moeten
voeren, bijvoorbeeld op Verantwoordingsdag in het voorjaar.
Dat gaat ons als leden van de Eerste Kamer echter niet ver genoeg. Zo lang de Miljoenennota samen met de Macro Economische Verkenning wordt gepubliceerd,
domineert het economisch perspectief het politieke debat. En zo lang politieke partijen hun verkiezingsprogramma’s alleen door het CPB laten doorrekenen,
raakt het niet-economische blikveld ondergesneeuwd. Daarbij gaat het om tellen, maar ook vertellen.
Een pluriform Planbureau
En dat hoeft helemaal niet het geval te zijn, want naast het CPB kent ons land nog twee vooraanstaande planbureaus. Zo publiceert het Sociaal en Cultureel
Planbureau (SCP) De sociale staat van Nederland. En zo publiceert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) meerdere verkenningen op het terrein van
duurzaamheid en energie. Deze moeten naar onze mening een grotere rol spelen in het politieke debat.
Dan kan het gebeuren dat het vanuit één perspectief wenselijk lijkt om de kwetsbaren op de arbeidsmarkt fiscaal te subsidiëren via een arbeidskorting of
lagere werkgeverslasten, maar benadrukt een ander perspectief juist het belang van het bestrijden van arbeidsmarktdiscriminatie. Dan kan het zijn dat het
vanuit één perspectief wenselijk lijkt om economische groei te stimuleren, maar benadrukt een ander perspectief juist de ecologische grenzen van de groei.
Politieke beschouwingen met bredere blik
Wij roepen de planbureaus dan ook op hun beschouwingen tegelijk met de Macro Economische Verkenning op Prinsjesdag te publiceren zodat het bredere
perspectief een rol kan spelen bij de algemene politieke en financiële beschouwingen. En we pleiten ervoor niet slechts één planbureau de
verkiezingsprogramma’s te laten beoordelen. Dat is geen kwestie van selectief shoppen, maar wel een aanzet het brede welvaartsbegrip écht serieus te nemen.
Dat is wat het politieke debat in ons land nodig heeft.
Want het Planbureau bestaat niet. Weg met die verwijzing. Ons land kent drie planbureaus die samen een breed palet van beleidsaspecten belichten. Laten we
daar nog meer ons voordeel mee doen. Het maakt het politieke debat sterker, scherper en rijker.
* Dit artikel verscheen eerder in verkorte vorm in NRC Handelsblad van vrijdag 17 juni verschenen.
Referenties:
Engelen, E., 2009, Het CPB moet met pensioen, De Groene Amsterdammer, 27 oktober 2010.
Hollanders, D., 2015, Het CPB is geen neutrale arbiter, maar een neoliberale thuisfluiter, FTM, 19 november 2015.
Rijk, M. de, 2016, CPB heeft ongezond grote invloed op Nederland, de Volkskrant. 2 januari 2016.
Sterken, E., 2009, Economische noodmaatregelen berusten op schijnzekerheden, persbericht RUG, Groningen.
Vos, A. de, 2010, Schijnzekerheid van het CPB, Binnenlands bestuur, 14 mei 2010.
Te citeren als
Peter Ester, Esther-Mirjam Sent, “Weg met Het Planbureau”,
Me Judice,
1 juli 2016.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding