Erosie eurozone
De ECB staat reeds geruime tijd onder stevige kritiek van niet alleen bankiers en economen, maar ook van burgers en politici. Dat is nieuw, want in het
recente verleden werd wat de ECB deed steeds met gejuich ontvangen. Beleggers zien nu echter het rendement op hun vastrentende beleggingen wegsmelten. Zij
wijken uit naar aandelenbeleggingen maar die zijn nog duurder en riskanter geworden dan ze al waren vanwege de toegenomen onzekerheid over de financiële en
economische stabiliteit. De extreem lage rente weerhoudt eurolanden met hoge tekorten en schulden er van hun economieën te hervormen, wat broodnodig is.
Kortom, de ECB ondermijnt de financiële stabiliteit en remt structurele hervormingen eerder dan dat zij deze bevordert.
Stagnerende vraag
Zijn deze schadelijke neveneffecten, waar velen al eerder voor gewaarschuwd hebben, een weliswaar hoge maar aanvaardbare prijs voor een overigens succesvol
monetair beleid, dat wil zeggen, geeft dit beleid de economieën van de EU landen een zichtbaar positieve impuls? Daar moet een groot vraagteken bij worden
gezet. De officiële doelstelling van dit beleid is inmiddels niet meer de economie te stimuleren maar de inflatie op te krikken naar een niveau dicht tegen
2% aan. Dat blijkt niet te lukken. Ondanks de massale, en recentelijk nog weer opgevoerde, liquiditeitsinjecties gaat de inflatie niet omhoog maar omhoog.
Inflatie is een gevolg van te grote vraag in de reële economie. Deze stagneert echter momenteel omdat veel bedrijven eerst hun te hoge schuldenlast moeten
afbouwen alvorens zij tot investeringen kunnen overgaan. Hier komt bij dat de Chinese groei aanzienlijk is afgevlakt en de olieprijs dramatisch is gedaald.
De centrale bank heeft met lage rentes en liquiditeitsinjecties nauwelijks invloed op deze processen. Zij kan de vraag naar goederen en diensten wel
faciliteren met ruime liquiditeit, zij kan deze echter niet naar een hoger niveau tillen. Centrale banken kunnen een te hoge inflatie breken door de rente
op te drijven en liquiditeitskrapte te creëren. Zij kunnen echter niet een te lage inflatie omhoog duwen. Dat blijft voorbehouden aan vraag en aanbod
verhoudingen in de reële economie. De ECB geeft nog meer gas, maar de koppeling werkt niet en daardoor komt de auto niet vooruit. De slippende koppeling
leidt tot veel rook, maar niet tot beweging.
Overheden moeten verantwoordelijkheid nemen
De conclusie die hieruit getrokken moet worden is dat de Europese regeringen de volledige verantwoordelijkheid moeten nemen voor het economisch herstel van
Europa. Tot nog toe lieten zij teveel de ECB de kastanjes uit het vuur halen. De ECB voelde weer steeds de hete adem in de nek van de financiële
instellingen die op hun beurt in het tot voor kort niet weersproken beleid van ECB-president Mario Draghi meenden te kunnen geloven. Natuurlijk moet de ECB
krachtig geïnvolveerd blijven met ondersteunend monetair beleid, maar de trekkersrol moet worden overgenomen door de sterke eurolanden, Duitsland, Finland
en Nederland voorop. Deze trekkersrol moet de agenda van de Eurogroep, onder leiding van minister Jeroen Dijsselbloem, gaan domineren, met hulp van de
Europese Commissie en haar zogenaamde ‘Six Pack’-bevoegdheden.
Het gaat in deze rol om méér dan bewaking van Stabiliteits- en Groei Pact. Het gaat om het vaststellen van verantwoorde stimuleringspakketten en
belastingmaatregelen van sterke EMU landen als Duitsland en Nederland. Er was eerder sprake van een Juncker-plan waarbij een uitruil zou plaatsvinden
tussen Frankrijk (50 miljard hervormingen) en Duitsland (50 miljard aan stimulering) aangevuld met investeringen door de EIB. Daar is helaas niet veel van
terecht gekomen, sindsdien zit Europa in een patstelling. Het gaat om zwaardere druk op landen als Frankrijk en Italië om de binnenlandse economie te
hervormen. Een te vormen presidium binnen de Eurogroep, met de Duitse en Franse ministers van financiën in een hoofdrol vanwege de Duits-Franse as, en
daaraan ook permanent toegevoegd ECB-president Draghi, vice-president Vitor Constancio en de voorzitter en één vice-voorzitter van de Europese Commissie,
zou het gewicht van de Eurogroep moeten verhogen. De taak van dit presidium zou zijn de Eurogroep, de ECB en de Europese Commissie nauwer te laten
samenwerken om goed gecoördineerde stimulerings- en structurele hervormingsmaatregelen door te voeren.
Investeren in infrastructuur en onderzoek
Prioriteit heeft dat Duitsland zich een bescheiden begrotingstekort permitteert om meer infrastructurele werken en onderzoeksinvesteringen tot stand te
brengen. Dat Nederland dat eveneens doet, met voorlopige ontheffing van het nastreven van een structureel begrotingstekort van 0,5%. Dat deze investeringen
tot stand komen afhankelijk van het nakomen door Frankrijk, Italië en andere landen van afgesproken noodzakelijke hervormingen. Dat de ECB in een later
stadium de rente weer laat stijgen in een met de Eurogroep gecoördineerd tempo. Zulke zaken kunnen het best in een klein gremium voorbereid worden.
Uiteindelijk zal dit informele presidium kunnen leiden tot een Europese minister van Financiën indien de politieke geesten in de Eurogroep daar rijp voor
zijn.
De voormalige ECB president Jean-Claude Trichet heeft er vele malen op gewezen dat een EMU niet zonder een begrotingsunie kan functioneren, waarbij een
Europese minister van Financiën de logische consequentie zou moeten zijn. Ik vrees dat een Europese versie van Alexander Hamilton nodig zal zijn om de
sprong naar een begrotingsunie te nemen. Hamilton was de eerste Amerikaanse minister van Financiën van 1789 tot 1795. Wat Hamilton zo goed maakte was dat
hij zeer behendig en daadkrachtig opereerde door de schulden van de staten in één klap te mutualiseren gelijktijdig met het invoeren van strenge 'balanced
budget rules'. Daarmee had de Amerikaanse federatie van staten direct een werkbare begrotingsunie.
Sprong voorwaarts
Voor de eurozone zou een soortgelijke aanpak nodig zijn. Wij hebben dan niet alleen over het gemeenschappelijk maken van bestaande en nieuwe
overheidsschuld, maar ook over de stringente voorwaarden die aan het nationale begrotingsbeleid opgelegd dienen te worden in termen van ‘balanced budget
rules’ voor de nationale overheden.
Dit vereist een overdracht van de nationale soevereiniteit naar het Europese niveau en is op dit moment weinig realistisch te noemen. Niettemin is een
Europese begrotingsunie op lange termijn de enige structurele oplossing. Het Stabiliteits- en Groei Pact aangevuld met de ‘Six Pack’ bevoegdheden zijn
slechts een ‘second best’ oplossing en betekent dat de Eurogroep van crisis naar crisis zal laveren. De keuze van het Verenigd Koninkrijk voor een Brexit
en de Italiaanse bankencrisis tonen aan dat er weinig voor nodig is om de spanningen binnen de Eurogroep weer te laten oplopen.
Daarom zou het buitengewoon verstandig zijn om nu alvast een informeel presidium op te richten, waarin de eurogroep, de ECB en de Europese Commissie veel
nauwer samenwerken. De taak van dit presidium zou zijn om via deze nauwere samenwerking een goed gecoördineerd beleid van stimuleringsmaatregelen en
structurele hervormingen tot stand te brengen. In dit presidium zouden de Duitse en Franse ministers van financiën een hoofdrol moeten spelen, terwijl er ook een permanente plaats kan worden ingeruimd
voor de president en vice-president van de ECB en de voorzitter en één vice-voorzitter van de Europese Commissie.
Als de politieke geesten daar rijp voor zijn, zal dit informele presidium kunnen leiden tot de introductie van een Europese minister van financiën. De
geschiedenis heeft aangetoond dat het Europees Monetair Stelsel met zijn vaste, maar bij al te grote spanningen aanpasbare wisselkoersen ook een
noodzakelijk fase was die vooraf ging aan de vorming van de EMU. Europese beleidsmakers en politici konden toen ervaring opdoen met het coördineren van hun
stimulerings- en structurele hervormingsmaatregelen.
Het Europese integratieproces heeft aangetoond altijd een crisis nodig te hebben - liefst niet te groot maar ook weer niet te klein - om de volgende sprong
voorwaarts te maken. Dat geldt ook voor een Europese begrotingsunie. Europa heeft dringend behoefte aan een Europese Alexander Hamilton, de anti-Europese
sentimenten in veel lidstaten doen daar niets aan af.
* Dit is een uitgebreidere versie van artikelen die zijn verschenen op de website Jalta van 11 augustus 2016, en het Financieele Dagblad van 22 augustus 2016.
Te citeren als
Sylvester Eijffinger, “Zonder sprong voorwaarts dreigt erosie eurozone ”,
Me Judice,
23 augustus 2016.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
Alexander Hamilton - bust x’ van Marion Doss (
CC BY-SA 2.0)